Te grijs voor woorden…

Met interesse een paar keer gekeken naar de CNN-uitzendingen van de hoorzittingen in America. Niet zozeer geïnteresseerd vanwege de diepere inhoud of de achtergronden ervan, want daarvoor ben ik te weinig thuis in de materie. Nee, vooral interesse vanwege de ondervragingen zelf. De vragenstellers, die ik verder niet kende, maar waarvan ik vermoed dat het afwisselend democraten en republikeinen waren. Het was interessant om te zien hoe ze zichzelf presenteerden. De voorzitter van de onderzoekscommissie, Adam Schiff, hield de tijd bij en om en nabij elke vijf minuten kreeg iemand anders van de commissie het woord. 

De ondervraagde moest soms letterlijk zoeken vanuit welke hoek de vraag aan hem werd gericht. En vervolgens werden er óf vragen gesteld, óf de betreffende afgevaardigde gebruikte zijn tijd vooral om een monoloog te houden, met hier en daar een hele korte vraag. Voor de vorm, leek het dan, want de antwoorden waren meestal kort en bevestigend. Bij toeval hoorde ik ook de twee slotpleidooien van de hoorzittingen.

Devin Nunes

De eerste  was van Devin Nunes. Hij bepleitte de onschuld van Trump en gebruikte zijn pleidooi vooral om alle momenten op te sommen waarop de Democraten, al sinds het aantreden van de president, volgens hem oneerlijke aanklachten hadden geuit of onterechte acties tegen de president hadden ondernomen. Slotconclusie: voortdurende heksenjacht met deze hoorzittingen als meest recente voorbeeld.

Adam Schiff

De voorzitter, Adam Schiff, schetste in zijn slotpleidooi een tegenovergesteld beeld. In mijn eigen woorden: Impeachment van de president is onvermijdelijk, omdat eigenbelang nooit mag prevaleren boven algemeen (nationaal) belang en de wet. Hij beëindigde zijn slotpleidooi met een krachtig uitgesproken slotzin: ‘We are better then that’ en hamerde tegelijk de hoorzittingen stevig af, mijns inziens zichtbaar aangedaan en verontwaardigd. De camera’s van CNN volgden de aanwezigen die de zaal verlieten en het eerstvolgende interview dat op CNN te zien was, was met een afgevaardigde die de theorie van de heksenjacht vol vuur ondersteunde. Misschien dat er daarna ook nog iemand geïnterviewt is, die het verhaal van de voorzitter kracht bij heeft gezet, maar dat heb ik niet meer gezien. Genoeg tv voor dat moment.

Wat me boeit, is het fenomeen zelf van voor- en tegenstanders en de manier waarop daarmee omgegaan wordt. De manier waarop partij gekozen wordt en op elkaar gereageerd wordt. De manier ook, waarop ik zelf reageer en waarop ik die reactie baseer. Neem het bovenstaande: Als ik een keuze moest maken tussen de geloofwaardigheid en kracht van de twee slotpleidooien, dan gaat mijn voorkeur uit naar die van de voorzitter Adam Schiff. Mijn voorkeur is voor een deel al wel gekleurd, omdat ik toch al niet veel met president Trump op heb. Ik vind hem in al zijn optredens waarvan ik via internet getuige ben geweest, een slecht voorbeeld van hoe je met je medemens moet omgaan. En dan zeg ik het volgens mij best diplomatiek.

Maar pro-Trumpers zullen die momenten heel anders uitleggen. Mogelijk zullen ze mij willen overtuigen van mijn ongelijk. Ja, Trump is misschien een ongeleid projectiel, maar hij boekt wel resultaten. En dan worden er argumenten opgesomd die die resultaten onderbouwen. Tevergeefs. Ik blijf het beeld houden van een man die vooral zichzelf op de voorgrond wil zetten. Die voortdurend zichzelf op de borst klopt (‘there is no one who knows it better..’) en tegelijk tegenstanders met woorden (o.a. via twitter) kleineert. Een man die de hem welgevallige media (Fox) bewierookt en alle andere van ‘fake news’ beschuldigt. Die in mijn ogen ‘waar’ en ‘niet waar’ te pas en te onpas in zijn eigen voordeel verwisselt.

Al die argumenten van mij, zijn voor pro-Trumpers weer aanleiding om met nog meer overtuiging hun gelijk te onderbouwen. Die beelden waarop ik mijn mening heb gebaseerd zijn mogelijk gemanipuleerd. Deepfake. Niets is meer waar en alles kan gelogen zijn. Vinden voor- en tegenstanders. Het is een wereld van voor en tegen, die zichzelf in stand houdt en -met social media als grote katalysator- alleen maar controversiëler wordt. Een strijd van voor en tegen die -naarmate de tijd vordert- alsmaar verhardt en escaleert. En niet alleen in de USA… 

Je bent voor of tegen. Het is zwart of het is wit. Grijs is geen optie. Er is geen plek voor nuance. In Den Haag wordt een bijeenkomst van de actiegroep Kick Out Zwarte Piet met geweld verstoord. Voor- en tegenstanders gebruiken zwart-witte argumenten. In Den Bosch stopt een scheidsrechter tijdelijk een voetbalduel vanwege racistische uitingen. Veel reacties van voor- en tegenstanders in zwart-witdenken. Ook van hen die er niet bij waren. Eigenlijk voorál van hen die er niet bij waren. Op alle mogelijke manieren.

Een paar dagen later houden twee voetballers van het Nederlands elftal hun onderarmen tegen elkaar. De ene wit, de andere zwart. In een kring, om en om staand, laat het hele Oranje-team op een ander moment hetzelfde zien. Een statement tegen racisme, heet het. Tegen zwart-wit denken. Maar als de wedstrijd bezig is, wordt er toch een van de voetballers consequent weer uitgefloten. Door tegenstanders. Of voorstanders. Hebben zij de beelden op tv van de twee in harmonie uitgestoken onderarmen niet gezien? Of toch wel? Maar is daardoor hun mening niet veranderd? Hebben zij dit verzoeningsgebaar niet begrepen? Blijkbaar niet.

En ik? Heb ik het begrepen? Wat is mijn mening? Laat ik helder zijn. Vóór impeachement. Tegen Trump. Vóór roetveegpieten. Tegen racisme. Vóór de mening van Adam Schiff. Tegen de  mening van Devin Nunes. Samengevat, tegen iedereen die vóór de dingen is waar ik tegen ben. De wrange paradox is dat mijn tegenstanders het wat dat laatste betreft volledig met mij eens zijn. Gek toch dat we er desondanks niet samen uitkomen. Eigenlijk te grijs voor woorden…

De aanleiding voor dit betoog waren de pleidooien van respectievelijk Devin Nunes en Adam Schiff. Zoals gezegd spreekt de laatste mij het meest aan. Als je ze niet gezien hebt, kun je ze hieronder nog een keer bekijken en beluisteren.
Wie heeft jouw voorkeur?
Devin Nunes
Adam Schiff


De sleutels van ‘Crazytown’…

Peter Middendorp is columnist van de Volkskrant. Zaterdag had zijn column de titel ‘Crazytown’. Hij verbaasde zich er over hoe mensen dingen kunnen zeggen die ze, met wat logisch verstand, toch ook zelf niet zouden moeten geloven. Voorbeelden die hij noemde waren onder andere schrijver Harry Mulisch en Telegraaf-journalist Wierd Duk. Via schrijver Leon de Winter en journalist Bob Woodward kwam hij uiteindelijk ook terecht bij Trump. De bronnen uit Woodward’s boek waren eensgezind in hun conclusie over de president: ‘Gek, hartstikke gek. Gestoord. Met het verstand van een 10-jarige’. John Kelly, stafchef van Trump, zou gezegd hebben: ‘We’re in crazytown now’. Maar wie bedoelde nou eigenlijk wat? Wat was ‘news’ en wat was ‘fake’.

Ik lees de columns van Peter graag. Hij schrijft vooral in de ‘ik-vorm’. Wat hij schrijft is gebaseerd op eigen observaties, waarbij hij vooral lijkt te putten uit eigen gedachten en ervaringen. Meestal stelt hij zichzelf daarbij vragen. En die leiden soms tot eigen conclusies, die je als lezer kunt overnemen. Of niet. Ook goed. Zaterdag stond bijna op het eind van zijn column een mooie volzin, die me wel aansprak: ‘Het is mijn diepste overtuiging dat ieder mens uiteindelijk op zijn eigen niveau in het duister tast.’ Hij relativeerde zijn diepste overtuiging echter meteen met de korte toevoeging daarna: ‘Maar dit is overdreven’.

Prachtig hoe hij daarmee aan het denken zet, zonder belerend te zijn of stelling te nemen. Ik hou daar wel van. Want eigenlijk doet hij daarmee hetzelfde als de mensen die hij in zijn column als voorbeelden gebruikt: Stelligheid combineren met een -al dan niet bewuste- vluchtroute. Het is ietwat overdreven. Het is uit zijn verband gehaald. Het is uitgesproken in een informele setting (Blok). Het was niet bedoeld voor publicatie (Anne Lok). En meer van dit soort escapes, waar we de laatste dagen via de media mee geconfronteerd zijn.

Peter Middendorp maakt in zijn column nog een statement dat ik wel herkende. ‘Lang heb ik gedacht dat ik alles moest lezen, ook wat de spreekwoordelijke gek ervan vond. Ik probeer ermee op te houden’. Nog afgezien van het feit dat het in de mediacratie van vandaag de dag onmogelijk is om alles tot je te nemen, snap ik zijn voorzichtige voornemen wel om te proberen daar mee op te houden. Het is niet meer te doen. En de vraag is of je wel móet kiezen of van alles iets móet vinden, als je weet dat het bijna als een oorlogsverklaring wordt opgevat door diegenen die iets anders kiezen of iets anders vinden? Nepnieuws, zegt de een. Gestoord, zegt de ander.

‘Crazytown’ zegt Peter Middendorp. Een andere columnist, Bert Wagendorp, heeft zijn column van zaterdag dezelfde titel meegegeven. Ook ‘Crazytown’. Het zou zomaar de stad kunnen zijn waar het Witte Huis staat. Maar met niet al te veel fantasie ook het dorp waar ons eigen huis staat. Of, metaforisch, onze hersenpan, als een denkbeeldig huis met vastzittende ‘crazy thoughts’. Gekke gedachten, in een imaginair huis waarvan alle deuren angstvallig gesloten blijven. Een huis waar je, veilig binnen de eigen muren, niet uit wil en waar een buitenstaander niet naar binnen kan.

Via de media roepen we vervolgens veelvuldig en hard naar elkaar dat onze sleutels de enig juiste zijn. Het is alleen zo jammer dat we die alleen maar gebruiken om af te sluiten en niet om te openen. Ik stel me voor hoe het is als we die sleutels niet voor ons zelf houden, maar laten bijmaken en aan elkaar geven? Zijn we welkom bij elkaar? Of is die gedachte ‘van de gekke’ in ‘Crazytown’? Zou het kunnen dat Peter misschien bedoelt dat we allemaal op zoek zijn naar sleutels als hij zegt ‘dat ieder mens op zijn eigen niveau in het duister tast’? Of is dat ook overdreven?

keysGedicht…

Gesloten. Nietszeggend.
Open. Veelzeggend.

Gesloten. Dicht.
Open. Licht!

Geen wedstrijd…

Ik weet het niet. Niet wat ik er over zou willen schrijven en niet wat ik er over zou willen zeggen. Die laatste situatie komt met regelmaat voor als er gesproken wordt over wat er zich in de wereld afspeelt. Obamacare al dan niet, Trump al dan niet, Poetin al dan niet, Van der Staay al dan niet, ISIS-terugkeerders al dan niet, een Nederlandse regering al dan niet. Vrouwen, mannen en voetbal al dan niet. Vrouwen en mannen überhaupt al dan niet. En zo zijn er nogal wat topics.

Gooi al deze zaken in een potje, schud er goed mee en laat alles er maar weer uitlopen. Je zult zien dat er een heleboel nieuwe combinaties uitkomen, uit dat potje nat. Van der Staay als fundamentalist, al dan niet (column van Leon Verdonschot), Nederlanderschap voor ISIS-spijtoptanten, al dan niet (vlog #19 van Ebru Umar). Trump er dankzij Poetin wel of niet (tegenstrijdige berichten in diverse media). Vrijwillige levensbeëindiging bij ondraaglijk lijden al dan niet. Is dementie ondraaglijk? Is Trump dement? Allemaal nieuwe combinaties waarvan ik ook dan nog steeds niet goed weet wat ik er over zou willen of kunnen zeggen.

Er over schrijven gaat meestal beter. Want dan heb je even de tijd om na te denken over je mening. Of niet. Want is het wel zo vanzelfsprekend om steeds iets te ‘vinden’? Soms lijkt het in deze meer en meer gepolariseerde wereld dat je moét kiezen. Een mening moét hebben. Over mannen. Over vrouwen. Over voetbal. Over politiek of internationale handelsverdragen. Bio-industrie. Eigenlijk over alles wordt je geacht wat te vinden. Want als jij er geen mening over hebt, dan vinden al die anderen er wel wat van. En dan sta jij, voor dat je het weet, met 1-0 achter en heb je het toch weer over voetbal.

Zoveel meningen. Zoveel tegenstellingen. Telkens weer vooral pijnlijk confronterend hoe elk onderwerp tot strijd wordt verheven. In discussieprogramma’s op tv, op Facebook en andere social media. In de krant. Argumenten worden soms zóver omgebogen dat wat waarheid leek, ineens leugen is. En andersom. ‘Fake-news’ als het je niet bevalt en ‘the truth’ als het jezelf aanstaat. Geen plek voor ‘agree to disagree’. Want bij 1-1 is er geen winnaar. Dus…

Je zou kunnen zeggen dat ik op dit moment een wat cynische toon aansla. Maar ach, mijn eerste week van de vakantie zit er bijna op en ik heb wat meer tijd besteed aan de kranten en aan social media. Ik heb wat reacties gelezen en soms reacties op reacties opengeklikt. Op de column van Leon Verdonschot bijvoorbeeld. Of de vlog van Ebru Umar. Nuance is vaak ver te zoeken zeg ik even eufemistisch. En dan lopen de scores snel op, kan ik vertellen. Van zoveel onbegrip, haat en onnozelheid valt niet te winnen. Misschien wel omdat begrip, liefde en wijsheid geen wedstrijd is.

TRUMP-RESISTENT

Verwarring zaaien. Chaos creëren. Bewust ‘alternatieve feiten’ benoemen, als antwoord op vragen naar feiten. Bij elk bericht hierover een tegenbericht lanceren. Kritische media afdoen als ‘liegende pers’ en welgevallige media onder andere dat weer als ‘nieuws’ laten brengen. Nieuwsitem na nieuwsitem, voor en tegen, eens en oneens. Mensen zo mediamoe maken dat het er op den duur niet meer toe doet of en wat het nieuws is. En het er ook niet meer toe doet of het als waar of als niet waar wordt beoordeeld. Waarheid is niet meer het criterium. Gevoelde waarheid zet de trend. Waar vroeger het buikgevoel nog wel eens een goed raadgever kon zijn in het dilemma tussen hoofd en hart, lijken keuzes nu vaak enkel en alleen nog maar gebaseerd op onderbuikgevoel. Het hoofd is moe. Van alles wat het ziet en wat het hoort. Moe en murw ‘gemediaat’ en dus laat het de buik spreken. In de tijd dat het hoofd vroeger nog ‘even tot tien telde’, heeft de onderbuik nu al negen berichten gepost. One-liners en emoticons passen makkelijk in 140 tekens. Waarom wáár en doordacht als het ook kort en snel kan. Hoe zat het ook al weer met die leugen? ‘Al was die nog zo snel, de waarheid ‘achterhaalt haar wel’? Dat kan korter: ‘ Leugen is snel, waarheid is achterhaald’. Scheelt toch weer zo’n 15 tekens. Daar kun je nog mooi een laatste woord mee maken in je twitterbericht. Bijvoorbeeld om gericht iemand aan te spreken die een beroep heeft van 15 letters. Om hem of haar te vragen of ze de leugen wel willen blijven doorzien. Waarvoor de waarheid nog niet is achterhaald. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een AANKOOPMAKELAAR ADMINISTRATRICE AGENTVANPOLITIE AMBACHTSWERKMAN AMBULANCEDOKTER ANTIEKHANDELAAR ASSURANTIEAGENT BAKKERSBEDIENDE BALIEMEDEWERKER BANDENHANDELAAR BEDDENFABRIKANT BEDDENWINKELIER BEDRIJFSLEIDSTER BEHANGERSKNECHT BEJAARDENHELPER BELEIDSADVISEUR BERGBOUWKUNDIGE BIOLOGIELERARES BIOSCOOPPORTIER BLOEMENBINDSTER BLOEMENVERKOPER BOEKVERKOOPSTER BOLLENHANDELAAR BOTENVERHUURDER BOUWVAKARBEIDER BRILLENVERKOPER BUREAUREDACTEUR CIRCUSDIRECTEUR CONCERTZANGERES DAGBLADUITGEVER DETAILHANDELAAR DIAMANTBEWERKER DIERENHANDELAAR DIERENVERZORGER DISTRICTMANAGER DOUANEAMBTENAAR EXPEDITIEKNECHT FIETSHERSTELLER FILIAALHOUDSTER GERECHTSDIENAAR GESCHIEDKUNDIGE GROENTEVERKOPER GRONDSTEWARDESS HANDELSREIZIGER HANDWERKLERARES HOOFDCONDUCTEUR HOOFDINSPECTEUR HOOFDONDERWIJZER HUISHOUDKUNDIGE INSTRUMENTMAKER KAARSENMAAKSTER KAARSENVERKOPER KAASLEVERANCIER KAASVERKOOPSTER KANTOORBEDIENDE KANTOORJUFFROUW KAPPERSBEDIENDE KAPPERSLEERLING KARTONFABRIKANT KLEINKUNSTENAAR KLEUTERLEIDSTER KLOOSTERBROEDER KNOPENFABRIKANT KOFFIEHANDELAAR KOSTUUMNAAISTER KRAANBESTUURDER KRANTENBEZORGER KRANTENVERKOPER KRUIDENVERKOPER KUNSTHISTORICUS KUNSTLOODGIETER KWARTIERMEESTER LANDBOUWKUNDIGE LANDMEETKUNDIGE LEGERCOMMANDANT LOMPENHANDELAAR MACHINETEKENAAR MAGAZIJNBEDIENDE MESSENFABRIKANT MESSENHANDELAAR MEUBELFABRIKANT MEUBELHANDELAAR MEUBELONTWERPER MISDAADADVOCAAT MODEONTWERPSTER MOLENAARSKNECHT MONDHYGIëNISTE MUSEUMDIRECTEUR MUZIEKHANDELAAR MUZIEKPAEDAGOOG MUZIEKRECENCENT MUZIEKREDACTEUR PAARDENGELEIDER PAARDENVERKOPER PALINGHANDELAAR PAPIERFABRIKANT PENSIONHOUDSTER PIANOREPERATEUR PIANOVERHUURDER PRIVESECRETARIS PROVIANDMEESTER PSYCHOTHERAPEUT PUZZELREDACTEUR RADIOJOURNALIST RADIOMEDEWERKER RADIOOMROEPSTER RADIOTELEFONIST RECLAMEADVISEUR RECLAMESCHILDER RECLAMETEKENAAR REISORGANISATOR RIETMATTENMAKER RIJWIELHANDELAAR RUNDVEESLACHTER SCHAAPSHERDERIN SCHAPENSLACHTER SCHEEPSKAPITEIN SCHEEPSOFFICIER SCHEEPSTEKENAAR SCHILDERSKNECHT SCHOENHANDELAAR SEINHUISWACHTER SLAGERSBEDIENDE SPOORWEGBEAMBTE SPORTJOURNALIST STATIONSBEAMBTE STRAATHANDELAAR TABAKSHANDELAAR TABAKSIMPORTEUR TANDHEELKUNDIGE TEKENONDERWIJZER TELEFOONMONTEUR TONEELRECENSENT TONEELREGISSEUR TONEELSPEELSTER TRAPEZEACROBAAT TREINBESTUURDER TREINCONDUCTEUR TUINBOUWKUNDIGE TULPENHANDELAAR VALUTAHANDELAAR VARKENSSLACHTER VEEKEURINGSARTS VEILINGBEDIENDE VERKEERSVLIEGER VERPLEEGKUNDIGE VERSLAGGEEFSTER VLIEGTUIGBOUWER VODDENHANDELAAR VOETBALMAKELAAR VOETREFLEXOLOOG WAGENBESTUURDER WERKTUIGKUNDIGE WIJKVERPLEEGSTER WISKUNDELERARES WONINGINRICHTER ZEILINSTRUCTEUR ZUIVELHANDELAAR ZWEMINSTRUCTEUR ZWEMVESTENMAKER.

Om chaos en verwarring te voorkomen heb ik het bovenstaande maar even alfabetisch gezet. En mocht iemand zichzelf missen omdat zijn of haar beroep van 15 letters er niet tussen staat: gewoon even tot tien tellen en een korte reactie achterlaten. Komt goed. Trump-resistent zijn ook vijftien tekens.

Groet,
COLUMNSCHRIJVER

Nog vier dagen

Nog vier dagen en dan zijn de Amerikaanse verkiezingen. Daarover zometeen meer. Nu eerst iets heel anders.

Ook nog vier dagen te gaan en dan zijn de veertig dagen om. Veertig dagen van crowdfunding voor mijn eerste boek via het platform ‘Voor de kunst.nl’. Het boek gaat er komen, dankzij al zo’n 80 donaties. Oprecht onder de indruk van zoveel support. Niet alleen in financiele zin, maar ook in woorden heeft menigeen te kennen gegeven mijn gedichten en verhalen te waarderen.

Met trots zal ik dan ook op 10 december mijn eerste boek ‘Tijd heelt alle woorden’ gaan presenteren. Nu ben ik nog bezig met de ‘finishing touch’ van de opmaak ervan en over ongeveer een week gaat het digitale bestand naar de drukker. Het boek is een verzameling van mijn korte verhalen en gedichten. Veelal zijn die gebaseerd op momenten in mijn of andermans leven.

Juist omdat de inhoud soms heel persoonlijk is, heb ik de afgelopen week een aantal mensen benaderd, om hen te betrekken bij de keus van de ondersteunende beelden die ik wil gaan gebruiken. Want hoewel het mijn teksten zijn, zijn de onderwerpen voor mijn gevoel van iedereen. En daar waar de foto bij het verhaal of gedicht heel persoonlijk is, maakt dat die ander ook ‘mede-eigenaar’. Zijn of haar keus wordt dan ook mijn keus.

Zo hoop ik bij drie gedichten nog foto’s te krijgen, die ik met gepaste trots ga combineren met mijn tekst. Ik kijk er naar uit om de opmaak af te ronden. Behalve het plaatsen van de foto’s is ook het vermelden van de donateurs nog een wezenlijke toevoeging, die pas over vier dagen kan worden afgerond. Want, zoals gezegd, pas dan zit de periode van crowdfunding er op.

Of het toeval is, of niet, maar terwijl ik dit opschrijf, krijg ik een app-berichtje binnen dat meldt dat er een mail voor me is. Het is van één van de mensen waar ik foto’s van zou krijgen. Ik open mijn mail en jawel. Twee foto’s die samen een visuele bijdrage gaan geven aan twee gedichten waarvan de tekst wel van mij is, maar het onderwerp niet. Dat wordt nu nog meer van ons allebei. En indirect voor al die mensen die zich er in gaan herkennen.

Ondertussen hoor ik op de radio dat Barack Obama op een verkiezingsbijeenkomst voor Hillary Clinton het openlijk heeft opgenomen voor een fanatiek aanwezige Trump-aanhanger. Die werd uitgejouwd door de aanwezige Hillary-fans. Barack maande de aanwezigen kordaat tot kalmte en redelijkheid. Of dat helemaal gelukt is, weet ik niet. Blijkbaar heeft de man wel in relatieve rust de zaal kunnen verlaten, al dan niet onder lichte morele of fysieke druk van de aanwezigen. Ik vraag me wel af hoe een dergelijke situatie bij een pro-Trump-bijeenkomst was geëindigd, en hou m’n hart vast voor aanstaande dinsdag.

Dinsdag 8 november is niet alleen de laatste dag dat er middels een donatie voorinschrijving mogelijk is voor mijn boek ‘Tijd heelt alle woorden’. Het is dezelfde dag dat de nieuwe Amerikaanse president wordt gekozen. Dat is waarschijnlijk wèl toeval, maar mocht het Trump worden, dan hoop ik voor Amerika en voor de rest van de wereld dat de tijd ook zijn woorden zal helen.

Alex, 6 jaar…

Een jongetje van zes schrijft een brief aan de president van America. Het jongetje wordt professioneel gefilmd en de brief met het kinderlijke handschrift wordt regel voor regel in beeld gebracht. Daarna het ventje zelf, Alex, dat niet alleen al kan schrijven, maar ook nog kan lezen. De inhoud van de brief is van een kinderlijke schoonheid en eenvoud.

Hij vraagt de president om het stoffige ventje, Omran, uit Aleppo op te gaan halen en bij hem thuis af te komen leveren. Hij en zijn zusje zullen zich dan over hem ontfermen. Ze zullen hem ontvangen met vlaggen, bloemen en ballonnen. Ze zullen hun speelgoed met hem delen. Hij zal Omran op school voorstellen aan zijn Syrische vriendje Omar. Dan kunnen ze samen spelen en dan kunnen ze elkaars taal leren.

In één keer en naadloos gemonteert leest Barack Obama zelf de rest van de brief voor tijdens een congres van wereldleiders over vluchtelingen. ‘We kunnen allemaal van Alex leren’, besluit hij, en in het applaus van de leiders komt Alex weer in beeld. Hij schudt zijn zojuist geschreven A4-tjes nog even op, alsof hij ze nog in de enveloppe moet doen, lacht in de camera en noemt nog even zijn naam en leeftijd.

Het filmpje van anderhalve minuut is in een paar dagen de wereld al rond gegaan. Of Omran al gehaald is door Obama? Ik denk het niet. Het patriottisme druipt daarvoor teveel uit het verhaal en het mooie muziekje op de achtergrond en de perfecte montages van de beelden doen mij vermoeden dat het ophalen van Omran ook niet de eerste prioriteit is van het filmpje.

Maar hopelijk vergis ik me en krijgt Alex straks de Nobelprijs van de vrede. Een prijs die hij samen met Omran gaat ophalen. Vooruit, Omar mag ook mee. Wie weet, hebben ze elkaar dan al wel Syrisch geleerd. Tegen die tijd zal president Trump hen ook nog wel willen ontvangen. Of vice-president Clinton. Tenzij Alex tegen die tijd niet zelf met een hoofdwond en onder het stof de wereldpers haalt. Nogmaals, ik hoop dat ik ongelijk heb..

PS
Vanavond eens kijken of Hilary en Donald net zo genuanceerd tegen de wereldpolitiek aankijken als Alex. En of ze net zo vriendelijk voor elkaar willen zijn als Alex voor Omran. Ik denk het wel.