Eberhard en wij

Vrijdag, laat op de avond, zapte ik nog naar de uitzending van Pauw. Aan zijn tafel zaten mensen die op de een of andere manier van doen hadden met Eberhard van der Laan. De burgemeester van Amsterdam was donderdag gestorven, dus als een soort eerbetoon was dit waarschijnlijk een speciale editie van Pauw. De burgemeester van Rotterdam, Aboutaleb, zat er. En Wouter Bos, voormalig PvdA minister. Gerdie Verbeet, ex-Kamervoorzitter. Henk Dijkstra van het leger des Heils van Amsterdam was ook aangeschoven. En verder nog een journalist waar ik de naam van vergeten ben maar die blijkbaar veel met Van der Laan was opgetrokken. Jeroen Pauw liet ieder om beurten aan het woord om zijn of haar ervaringen met Van der Laan te delen.

De woorden gingen vergezeld van beelden. Fragmenten uit het leven van Van der Laan. Interessant om te zien en te horen hoe de ene loftuiting de andere nog versterkte. Het waren mooie beelden. Uit Zomergasten bijvoorbeeld, waar Van der Laan nog niet zo lang geleden in zijn ziel had laten kijken. Hij was toen al ernstig ziek maar liet dat tijdens die uitzending vooral tussen de regels blijken. De liefde voor zijn stad Amsterdam en zijn drang om daar tot aan het eind toe voor te blijven werken, waren tekenend, aldus de gasten van Pauw. Het fragment werd getoond waar Amsterdammers, Ajax-fans en Marokkanen eensgezind voor het huis van de voetballer Abdelhak Nouri hun steun betuigden. Van der Laan kreeg in Zomergasten tranen in de ogen bij die beelden.

Ik ken Eberhard van der Laan verder niet. Uit de beelden die ik zie en de verhalen die ik lees, zou ik kunnen afleiden dat het een aimabel man moet zijn geweest. Welbespraakt, het hart op de tong en met een enorme dadendrang. Na Zomergasten bleek Nederland en vooral Amsterdam geraakt. Er ontstond spontaan een soort van ‘wake bij leven’ voor de ambtswoning van de burgemeester van Amsterdam. Mensen toonden hun medeleven en hun verdriet. Gisteren in de uitzending van Pauw zag ik een fragment waarin de vrouw van Eberhard een menigte toespreekt en hen bedankt voor hun steun en medeleven. Ik denk dat het tijdens die, via social media, massaal geworden wake was, maar zeker weet ik dat niet.

Vanmorgen las ik de column van Bas Heijne op nrc.nl. ‘Verdriet’ was de titel en hij ging in op de aandacht die er rondom Van der Laan en zijn ziekte was ontstaan. Bas Heijne zei daarin een aantal rake dingen. Hij haalde de reactie aan van Van der Laan bij de beelden van Nouri. Heine citeerde Van der Laan: ‘Het is een onwaarschijnlijk verdriet dat iemand met zoveel perspectief zoveel pech heeft en afgesneden wordt van dat perspectief’. Wie zich Zomergasten kan herinneren weet dat op dat moment de emotie Eberhard even overmande. Bas Heijne constateert mijns inziens terecht dat de woorden over Nouri ook over Van der Laan zelf gingen.

Heijne typeert Van der Laan als iemand die nuchterheid met gedrevenheid combineerde. Betrokkenheid zonder sentimentaliteit. De uitzinnige bewondering die Van der Laan in de laatste maanden van zijn leven ten deel viel, staat daar haaks op, schrijft Heine, maar hij heeft daar vervolgens wel begrip voor. Ik citeer Bas Heijne: ‘Het ‘onwaarschijnlijke verdriet’ over Nouri waar hij tijdens Zomergasten over sprak, ging over het naakte besef dat het leven niet te besturen valt. De mens is een kwetsbaar wezen, en juist met die kwetsbaarheid weten we ons publiekelijk steeds minder raad’. Einde citaat.

Heijne gaat verder in zijn analyse: Het zieke jongetje Tijn met zijn nagellak, Nouri en nu de burgemeester van Amsterdam. Het waren mensen die werkelijk in iets geloofden, schrijft Heijne. Mensen die daarbij ‘hun ego ondergeschikt maakten aan iets dat groter was dan henzelf. Nederland raakt ontroerd bij de onrechtvaardigheid van hun lot, maar ook door de goedheid en de bevlogenheid van deze mensen, die iets wilden betekenen voor anderen. Die een vanzelfsprekende betrokkenheid hadden, aldus Heine, bij een groep, een omgeving of een gemeenschap.

Heijne sluit zijn column af door Van der Laan een witte raaf te noemen in een land waar de politiek ‘het zoekt in doorzichtig effectbejag en theatrale vlerkerigheid’. Dat laatste kan ik niet beoordelen, omdat ik in principe met de landspolitiek net zo onbekend ben als met Van der Laan zelf. Maar ik kan me bij de woorden van Heijne wel iets voorstellen. Heijne lijkt mijn twijfel aan te voelen. Hij schrijft: ‘Zijn dood is ook een verlies voor wie hem niét kende’. En zijn slotzinnen raken opnieuw mijn onbestemde gevoel dat ik gisteravond had bij het zien van de uitzending van Pauw. Heijne schrijft: ‘..je zou hopen dat ons verdriet niet blijft steken in het eren van zijn uitzonderlijkheid. Waar hij voor stond, zou gewóón moeten zijn, voor iedereen. Dát is zijn erfenis’. Einde citaat.

Gisteravond Pauw, vanmorgen de column van Bas Heijne. Tijdens het hardlopen vanochtend bedacht ik me dat intense droefheid of -zoals Bas Heine schrijft- ‘onwaarschijnlijk verdriet’ niet afhankelijk is en eigenlijk ook totaal los staat van media of massale aandacht. Toen ik vrijdagavond van de Hiltho naar huis reed, passeerde ik een café aan de Venrayseweg. Ik zag een wit A4 aangeplakt aan de binnenkant van de ingangsdeur van het café, dat verder helemaal donker was. Ik wist waarom.

Ik heb de tekst vanuit de auto niet kunnen lezen, maar ik weet bijna zeker dat er iets gestaan heeft in de strekking van ‘gesloten wegens familieomstandigheden’. Zo dichtbij. Ook een ‘onwaarschijnlijk verdriet’. Terechte tijd voor bezinning. Tijd om te aanvaarden wat eigenlijk onaanvaardbaar is en niet in tijd te vangen. ‘De mens is een kwetsbaar wezen, en juist met die kwetsbaarheid weten we ons publiekelijk steeds minder raad’, las ik vanochtend. Dat herken ik. En ik wens juíst daarom, ietwat radeloos, bij deze toch veel kracht toe aan hen die zich in deze woorden herkennen.

collage


Column voorgelezen tijdens Wört, de rubriek van Weekendpraot op radio Reindonk. Voorafgegaan door ‘Adios Lounge’ (Bob Forrest & Tom Waits) en afgesloten door ‘Kus mich dan’ (Arno Adams). Column start op 4:24 en loopt door tot 10:50.

 

Nog vier dagen

Nog vier dagen en dan zijn de Amerikaanse verkiezingen. Daarover zometeen meer. Nu eerst iets heel anders.

Ook nog vier dagen te gaan en dan zijn de veertig dagen om. Veertig dagen van crowdfunding voor mijn eerste boek via het platform ‘Voor de kunst.nl’. Het boek gaat er komen, dankzij al zo’n 80 donaties. Oprecht onder de indruk van zoveel support. Niet alleen in financiele zin, maar ook in woorden heeft menigeen te kennen gegeven mijn gedichten en verhalen te waarderen.

Met trots zal ik dan ook op 10 december mijn eerste boek ‘Tijd heelt alle woorden’ gaan presenteren. Nu ben ik nog bezig met de ‘finishing touch’ van de opmaak ervan en over ongeveer een week gaat het digitale bestand naar de drukker. Het boek is een verzameling van mijn korte verhalen en gedichten. Veelal zijn die gebaseerd op momenten in mijn of andermans leven.

Juist omdat de inhoud soms heel persoonlijk is, heb ik de afgelopen week een aantal mensen benaderd, om hen te betrekken bij de keus van de ondersteunende beelden die ik wil gaan gebruiken. Want hoewel het mijn teksten zijn, zijn de onderwerpen voor mijn gevoel van iedereen. En daar waar de foto bij het verhaal of gedicht heel persoonlijk is, maakt dat die ander ook ‘mede-eigenaar’. Zijn of haar keus wordt dan ook mijn keus.

Zo hoop ik bij drie gedichten nog foto’s te krijgen, die ik met gepaste trots ga combineren met mijn tekst. Ik kijk er naar uit om de opmaak af te ronden. Behalve het plaatsen van de foto’s is ook het vermelden van de donateurs nog een wezenlijke toevoeging, die pas over vier dagen kan worden afgerond. Want, zoals gezegd, pas dan zit de periode van crowdfunding er op.

Of het toeval is, of niet, maar terwijl ik dit opschrijf, krijg ik een app-berichtje binnen dat meldt dat er een mail voor me is. Het is van één van de mensen waar ik foto’s van zou krijgen. Ik open mijn mail en jawel. Twee foto’s die samen een visuele bijdrage gaan geven aan twee gedichten waarvan de tekst wel van mij is, maar het onderwerp niet. Dat wordt nu nog meer van ons allebei. En indirect voor al die mensen die zich er in gaan herkennen.

Ondertussen hoor ik op de radio dat Barack Obama op een verkiezingsbijeenkomst voor Hillary Clinton het openlijk heeft opgenomen voor een fanatiek aanwezige Trump-aanhanger. Die werd uitgejouwd door de aanwezige Hillary-fans. Barack maande de aanwezigen kordaat tot kalmte en redelijkheid. Of dat helemaal gelukt is, weet ik niet. Blijkbaar heeft de man wel in relatieve rust de zaal kunnen verlaten, al dan niet onder lichte morele of fysieke druk van de aanwezigen. Ik vraag me wel af hoe een dergelijke situatie bij een pro-Trump-bijeenkomst was geëindigd, en hou m’n hart vast voor aanstaande dinsdag.

Dinsdag 8 november is niet alleen de laatste dag dat er middels een donatie voorinschrijving mogelijk is voor mijn boek ‘Tijd heelt alle woorden’. Het is dezelfde dag dat de nieuwe Amerikaanse president wordt gekozen. Dat is waarschijnlijk wèl toeval, maar mocht het Trump worden, dan hoop ik voor Amerika en voor de rest van de wereld dat de tijd ook zijn woorden zal helen.