Bert…

In een gedicht proberen te verwoorden wat de nabestaanden over de overledene vertellen. Dat is telkens een uitdaging die ik graag aanga. Bij de afscheidsdienst van Bert Verdellen, afgelopen dinsdag, is zo ook weer een gedicht ontstaan. Een samenvatting van de verhalen over Bert, die zijn vrouw Lies en zoon Rik mij hebben verteld. Uit die verhalen ontstaat een geschreven en vaak wat uitgebreidere levensloop, die vervolgens de basis vormt voor het gedicht. Het voelt goed als het gedicht resoneert bij de familie. Soms zelfs wat emoties losmaakt. Verdrietige, maar ook hoopvolle. Wanneer ik aan die emoties woorden geef, dan zijn die hopelijk ook na de afscheidsdienst van waarde. Maar mijn bescheiden mening is, dat het zelfs nog verder reikt.

Ik bewaar die gedichten op mijn blogsite, omdat ik denk dat de emoties bij een afscheid een universele component hebben. Het is weliswaar een persoonlijk gedicht -in dit geval gemaakt voor Bert en zijn familie- maar elementen daaruit kunnen volgens mij herkenbaar en mogelijk ook een troost zijn voor anderen. In die zin beschrijft elk gedicht zowel een persoonlijk alsook een universeel gevoel. Dat gevoel samen delen versterkt. Iets van ‘gedeelde smart is halve smart’…

Dus daarom nu, met toestemming van de familie, het gedicht dat ik voorgelezen heb bij de afscheidsdienst van Bert Verdellen.

Ik wens zijn vrouw Lies, hun zoon Rik en Silvia en de kleinkinderen Noa, Erin en Otis veel kracht toe. Ook sterkte voor familie, vrienden en bekenden van Bert.

Mart…

Maandag 13 september heb ik de afscheidsdienst van Mart Klaassen mogen begeleiden. Eén dag na zijn overlijden werd in hetzelfde ziekenhuis een tweeling geboren. Mart wist dat hij er twee achterkleinkinderen bij kreeg. En misschien heeft hij op de een of andere manier hun namen, Livia en Renzo, ook nog wel meegekregen. Met opa en oma verbonden voor altijd. Het gedicht, dat ik namens de kinderen en kleinkinderen schreef, verwoordt de samenloop van omstandigheden.

Voor zijn dochters Suzie en Veronique, schoonzonen Wim en Anthony, kleinkinderen Lotte, Lisan, Willem, Quinty en Maud en achterkleinkind Chloé. En voor iedereen die Mart mist.

Op de kermis…

Een gedicht op muziek van mijn buikorgel. Speciaal gemaakt ter gelegenheid van ‘Achterum is kermis’. Ik mocht daar in de tuin van Ineke Eijckmans en Kees Beurskens spelen. Zeven sets van 20 minuten. Vandaag het gedicht met muziek onder wat toepasselijke beelden gezet. Een sfeerimpressie…

De Raadselige Roos

Mijn zus Trudy had longkanker en uiteindelijk heeft alleen de dood haar daarvan kunnen bevrijden. De dood verloste haar ook van haar, bij tijd en wijle, moeizame strijd met het leven. Dingen gaan soms zoals ze gaan.

Zittend aan de houten picknick-tafel, vlakbij de plek waar zo’n drie jaar eerder de as van Trudy is uitgestrooid, schreef ik het gedicht hierboven. Dat was in juli 2019.

Toen ik kort daarna het thema ‘Bevrijd’ van de schrijfwedstrijd ‘De Raadselige Roos’ voorbij zag komen, moest ik meteen aan dit gedicht denken. Ik had al vaker willen meedoen aan deze amateurwedstrijd en besloot daarom het gedicht in te sturen.

Een aantal weken geleden kreeg ik telefoon van één van de organisatoren van de ‘Raadselige Roos’. Het gedicht bleek te zijn genomineerd en zou in de uit te geven bundel een plaats krijgen. Een eervol gegeven al, waarop een uitnodiging volgde om bij de prijsuitreiking op zondag 19 januari aanwezig te zijn. ‘Wie weet…?’ waren zo ongeveer zijn woorden.

Sinds gisteren weet ik het. Het gedicht heeft de publieksprijs gekregen! Van de 52 inzendingen uit Nederland en een deel van België, vond een publieksjury dat ‘Voorbij…’ de Rooje Roos Poëzieprijs verdiende. Het juryrapport was lovend en de voorzitter van de publieksjury fluisterde mij bij de overhandiging ervan toe ‘dat ze persoonlijk geraakt was’. Bij al het ‘formele’ eerbetoon is zo’n persoonlijke opmerking heel fijn om te horen. Ook dat het om een publieksprijs gaat, vind ik een fijne gedachte. Bij deze dus de publieksjury nog heel hartelijk dank.

Er wordt traditioneel een bundel uitgebracht ter gelegenheid van de proza- en poëziewedstrijd. Daarin -voor het eerst in kleur- beeldend werk van cursisten tekenen en schilderen. Eveneens gemaakt rondom het thema ‘Bevrijd’ en vervolgens gecombineerd met de gedichten en verhalen in de bundel. Bij het gedicht ‘Voorbij…’ is gekozen voor het werk van Diny Hoeijmakers-Keijsers uit Horst. Goed gekozen, wat mij betreft. Mooi hoe het groen terugkomt en hoe het geheel de indruk wekt van een mens in beweging. Tegelijk zou het ook iets heel anders kunnen zijn. Net zoals het leven niet altijd is wat het lijkt.

Hoe dan ook. Ik ben verguld met de prijs en de aandacht voor het gedicht. Op het gedachtenisprentje van Trudy stond destijds een zwarte roos. Die vond ze mooi. Maar ik denk dat ze een rode roos ook wel had kunnen waarderen. Ik in ieder geval wel.

Het zoete van zout…

Vanmiddag ben ik begonnen aan een gedicht. Ik wilde een onbestemd gevoel in woorden vangen. Maar ja, onbestemd hè… Dan begin je eigenlijk al heel lastig. Wat ik voelde? Een mix van voortschrijdende tijd en machteloosheid. Berusting en tevredenheid. Maar ook twijfel. Het eigenlijk voortdurend ook niet precies weten waarom en daar maar zo nu en dan echt mee zitten, lijkt het. En toch…

Terugkerende vragen over wat er om me heen en in de wereld gebeurt, houden me wel bezig. Bewondering en verwondering over wat ik lees, zie en hoor. Wat is mijn rol in dat alles, vraag ik me af. Wat wil ik precies en wat doe ik daar voor. Of wat moet ik er misschien wel voor laten? Ik probeer als een soort objectieve toeschouwer naar mezelf te kijken om te ontdekken waar mijn gedachten over gaan. Als die toeschouwer ze onder woorden kan brengen, beschrijven ze dan dat onbestemde gevoel? En als ik ze opschrijf, voor wie doe ik dat dan? Voor die toeschouwer die ik zelf ben?

Toch deel ik het op mijn blog. Waarom? Ik kies er voor mijn twijfel om te zetten in een besluit. Ik schrijf het in eerste instantie voor mezelf, maar geef toe aan de drang om het daarna te delen. Ik wil niet de enige toeschouwer zijn. Wie weet, staat er iets in, waar anderen ook een onbestemd gevoel over hebben. En wie weet, hebben ze iets aan de gevonden woorden.

Deze avond heb ik mijn hoofd gebroken over de inleiding hierboven. Het gedicht had dat nodig, vond ik. Dus opnieuw besloten om te doen wat ik dacht. En stiekem heb ik hier en daar het gedicht zonet ook nog wat opgepoetst. Maar daar zie je niks meer van…

Het zoete zout

De dingen die je denkt,
in woorden tracht te vangen,
is aandacht die je schenkt
aan onvervuld verlangen.

Het lot, dat huilt en wenkt,
van jong naar langzaam oud.
Wat nooit gebracht is, brengt
het lief naar langzaam stout.

Dat lot dat lachend zwenkt,
van fier rechtop naar hangen.
Dat trots zijn tranen plengt,
in dag-en-nacht gezangen.

Die moed, heel laf gekrenkt,
door altijd van dat bange.
De koude angst verzengt,
het niet vervuld verlangen.

Toch, welke woorden je ook kiest,
doet goed, die aandacht vangen.
Wanneer je macht of moed verliest:
Proef zoet het zout op wangen!

edi-libedinsky-700023-unsplash

Foto: Edi Libedinsky

Sfeerbeeld

Gisteren kreeg ik een mail van C.E.M. v.d. Linden. ‘Eindelijk klaar…’ stond in de onderwerpregel. Ik had niet meteen door wie het was en waar het over ging, maar na het openen van de mail werd het me heel snel duidelijk. Het was Karin van der Linden, de kunstenares waarvan ik iets meer dan een jaar geleden de opening van haar expositie in de Kantfabriek mocht verzorgen. Bij die gelegenheid had ik een gedicht op orgelmuziek voorbereid over haar en haar werk. Een vrije interpretatie naar aanleiding van een bezoek aan de ingerichte expositieruimte, een paar dagen voor de officiële opening. Ik kende Karin toen nog niet, maar haar werk raakte me. In het gedicht heb ik dat gevoel proberen te vangen.

Wat me in haar werk zo aansprak, waren de verweven herinneringen die ze zeer gedetailleerd bij, in, met en door elkaar had verwerkt. Foto’s van vroeger, kleine attributen, dagelijkse dingen, stof en draad. Garen heet dat geloof ik, in borduurtermen. Want de borduurtechniek was, voorzover ik daar verstand van heb, tot in de perfectie doorgevoerd en dienstbaar aan de boodschap die eenieder in haar werkstukken mocht lezen en zien. Háár boodschap, maar door eigen interpretatie ook de onuitgesproken boodschap en de herinnering van iedereen die het werk bewonderde.

Na de opening vroeg Karin me of ze mijn gedicht mocht gebruiken voor een nog te maken kunstwerk. Niet alleen had haar werk míj geraakt, mijn gedicht had blijkbaar hetzelfde effect op haar gehad. Ik had een snaar geraakt die haar weer inspireerde tot het maken van een vervolg daarop, vertelde ze me toen. Dat was op zondag 15 januari 2017. Na die tijd kreeg ik af en toe wat foto’s van de vorderingen van het werk, maar gisteren dus de mail. ‘Eindelijk af…’, schreef ze, en behalve een korte uitleg in de bijlage ook een eerste serie foto’s van het nieuwe werk. Heel apart en eervol om mijn eigen gedicht letterlijk en prominent verweven te zien in een prachtig nieuw werkstuk. Vanochtend heb ik haar een bedankmail gestuurd en haar gevraagd of ik de foto’s mocht gebruiken voor mijn blog.

Verweven herinneringen. Onder het hardlopen vanochtend dacht ik na over de kracht van haar werk en waarom het toen al -en gisteren weer- zoveel indruk op me had gemaakt. Een uur later thuis, zag ik een nieuwe mail van haar, met haar antwoord dat ik ‘uiteraard de foto’s mocht gebruiken’. ‘Ben op mijn beurt weer vereerd’ schreef ze, ‘dat je het op de radio en je blog vermeldt’. Verweven herinneringen. Nog een paar foto’s stuurde ze, van details van het werkstuk. Meteen zat ik weer in het gevoel van een jaar geleden. Een soortgelijk gevoel dat ik gisteren ook al had. Niet alleen vanwege het nieuwe werkstuk, maar ook vanwege het afscheid van een goede vriend tijdens een crematiedienst ’s middags, waarin op een mooie manier luchtigheid met verdriet samenkwam.

De verhalen die er werden verteld, haalden herinneringen op aan hoe hij was. Elementen uit die verhalen overlapten elkaar en lieten duidelijk de karaktertrekken zien van de persoon die vanaf dat moment vooral in de herinnering verder zou leven. Het spontane verhaal van zijn zoon over zijn vader, de indrukwekkende ode van zijn zus aan haar broer, de herinneringen van zijn collega en vriend aan hem als collega en vriend, zijn jongste schoonzus over haar schoonbroer, die na het overlijden van haar eigen vader ook een soort van vaderfiguur voor haar werd. Al die verhalen waren een optelsom van verschillende levenslijnen, verweven om hem, als een soort van middelpunt.

Lijnen, als draden verweven. Elkaar versterkend, benadrukkend en samen een geheel vormend. Gisteren ging het om hem. Morgen om iemand anders en tot die tijd zien wij wat er zich daartussen voltrekt. Als je het wil zien tenminste. Karin ziet die dingen is mijn stellige indruk. Haar herinneringen vormen sfeerbeelden, waarin mijn herinneringen naadloos passen. Het hart in haar nieuwe werk klopt in mij, de lucht in de geborduurde longen is mijn adem. Omdat haar verhaal ook mijn verhaal is en tegelijk het verhaal van iedereen die het wil zien. Verhalen zoals ze gisteren zijn verteld, morgen worden verteld en altijd verteld zullen blijven worden. Verweven herinneringen. Met dank aan Karin. En aan Lou. En met dank aan de herinneringen aan iedereen die er niet meer is. Maar vooral bedoeld voor diegenen die er nog zijn.

Deze blog ‘live’ terughoren? Dat kan hieronder. Voorafgegaan door ‘Back it up’ van Caro Emerald (tot 5:02) en afgesloten door ‘Zomaar onverwacht’ (start op 10:09) van Gerard van Maasakkers (Tekst en zang) en Egbert Derix (muziek)

Het nieuwe werk, met dank aan Karin van der Linden

Op een dag als vandaag…

Onderstaande gedicht op muziek voorgedragen tijdens café de Verbeelding. Hieronder de tekst, maar als je het horen wil kan dat ook.

Op een dag als vandaag
Stel ik hier aan mezelf de vraag
Is alles  wat er gebeurt
ook door mij ingekleurd
of houd  ik me afzijdig

ben ik ook, net als velen van ons teveel van zwijg en stem toe
denk ik te vaak, ach wat doe ik in ‘t geheel er ook toe
dus, laat maar gaan,  komt wel goed en blijf ik doen wat ik doe

tot op de dag van vandaag
heel vaak toch steeds die knagende vraag
hoe maak ik het verschil
is alleen omdat ik het wil
eigenlijk niet veel te weinig

Ja maar…

Wat moet je doen vandaag de dag
Waar wie ook maar wil alles maar mag
Iedereen alles vindt
niemand vergevingsgezind
en zovelen rechtlijnig

Op een dag als vandaag
Zijn mijn antwoorden meestal wat vaag
‘k Zeg enkel dat is niet goed
En soms hoe het wel moet
maar dat voelt tegenstrijdig

Kan ik, net als velen van ons, veel meer doen dan wat ik doe
En als dat zo is, en dat hoop ik, weet iemand dan hoe
Ik neem het graag aan, hoe het moet of wijs me de weg er naar toe

Op een dag als vandaag
Stel ik aan mezelf (en aan jullie) de vraag
Is alles  wat er gebeurt
ook door mij (en door ons) ingekleurd
of houden we ons teveel afzijdig