Van harte…

Haar naam staat op de kalender. Vandaag zou mijn zus 63 jaar zijn geworden. Op 13 mei van dit jaar is het precies drie jaar geleden, dat we afscheid van haar moesten nemen. 13 mei 2016. Toen blies ze haar laatste adem uit. Ik zat naast haar bed, maar of ze dat heeft meegekregen, waag ik te betwijfelen. Doet er ook niet zo veel toe. Haar naam op de kalender maakt herinneringen los. Bij haar crematie heb ik een verhaal voorgelezen, dat haar en onze situatie -haar broers en zussen- beschrijft in het licht van dat moment. Dat verhaal maakt opnieuw de emoties voelbaar van die dagen in mei en van al die jaren die er aan vooraf gingen.

Twee zinnen, die voor Trudy zó wezenlijk waren dat ze die jarenlang bewaard heeft, staan wat mij betreft nog steeds bol van de symboliek in haar en ons leven. Het was een citaat van Maria Montessori uit 1929:

‘Het verheven wezen van het kind heeft ons geholpen om een der waarheden van het evangelie, die ons duister was gebleven, te begrijpen. Wie groot wil zijn in het koninkrijk der hemelen, die worde gelijk aan de kinderen.’

Omdat ze vandaag jarig zou zijn geweest, deel ik dit verhaal (klik hier) uit als een uitgesteld cadeautje van haar aan ons allemaal. Van harte. Pak maar, er is genoeg…

drie kaartjes3

Vluchtig en luchtig…

Even de tijd nemen om op te schrijven wat ik kwijt wil. Maar wat wil ik kwijt? Misschien dat ik me zaterdag opnieuw van een karaktertrek bewust ben geworden, die ik als kind vaker bij mijn vader heb gezien. Wanneer er een finale gespeeld was en de emoties van winnaar of verliezer werden in beeld gebracht, dan pinkte mijn vader steevast een traantje weg. Zaterdag won Simone Halep haar eerste grandslamfinale van de Amerikaanse Sloan Stephens. Blijdschap en teleurstelling waren te zien en te horen tijdens het interview meteen na de wedstrijd. Ik voelde hun emotie, mijn eigen ontroering en herinnerde me die van hem jaren geleden.

Of wil ik wat kwijt over de jongste zus van mijn vader die onlangs in een verzorgingstehuis is komen te wonen. Jarenlange zelfstandigheid verliest het uiteindelijk van lichaam en tijd. Zaterdagochtend fietste ik langs haar nieuwe verblijf aan de Gebroeders van Doornelaan. Ik nam me voor om daar binnenkort eens op bezoek te gaan. Misschien dat ik er op gezette tijden een uurtje muziek kan gaan maken, voor haar en haar medebewoners. Onlangs nog een uurtje gespeeld en gezongen op een van de gesloten verzorgingsappartementen van Hof te Berkel. Een van de bewoners aldaar kende ik nog van zijn tijd in het Melderslose vrijwilligersleven. ‘Het gaat goed met me, maar ik heb geen idee hoe ik hier gekomen ben..’.

Hij zat op een gemakkelijk ogende drie-zitsbank. Naast hem zat een medebewoonster, ietwat onderuitgezakt, te slapen. Het antwoord op mijn vraag hoe het met hem ging, klonk allervriendelijkst. We praatten nog wat. Hij bleef vriendelijk en toch meende ik iets van wanhoop in zijn ogen te zien. Een blik die ik vaker zie wanneer ik bij bewoners in soortgelijke omstandigheden ben. Een uurtje muziek leidt hen hopelijk even af van het kille gegeven dat je je voortdurend moet afvragen waar je eigenlijk bent. Ik kan die gedachte maar moeilijk van me afzetten. En tegelijk wil ik er ook niet te lang bij stilstaan. Respect en bewondering voor de verpleging en vrijwilligers die deze mensen begeleiden in hun dagelijkse verloren zijn.

Misschien is het juist dat wat ik kwijt wil. Dat het deze emoties, deze gedachten zijn, die me zo nu en dan wat somber stemmen. In die stemming is een etentje met je medebestuursleden van de stichting ‘Vrienden van hospice Doevenbos’ maar een hele kleine pleister op de wonde. Zeker wanneer je daar te horen krijgt met welke ellende anderen weer geconfronteerd worden. Ziekte, aftakeling, pijnlijke herinneringen en daarmee gepaard gaande emoties. ‘Het gaat goed met me, maar ik heb geen idee hoe het allemaal gekomen is’… Zoiets.

Soms weegt het allemaal net even te zwaar en moet je zoeken naar positieve tegenhangers om de balans te herstellen. Bijvoorbeeld door die zaken even van je af te schrijven. Op ‘papier’ zetten, ook al is dat slechts digitaal. En dus vluchtig, net als het leven zelf. Maar evengoed ook luchtig, omdat je weer even kunt doorademen. Toch wel een essentiële bezigheid. Dat wil ik vooral even kwijt, denk ik. Adem in. Adem uit. Yoga met toetsenbord en vingers. En opgedragen aan iedereen die zich hierdoor ook maar enigszins aangesproken of gesteund voelt.

 

 

 

Een mooie dag in juni

Het is de eerste zonnige dag deze week die niet eindigt met onweer. Zondag doet deze keer zijn naam eer aan. Het is net 20.00 uur geweest. Ik denk met plezier terug aan twee orgeloptredens van afgelopen vrijdag.

Het eerste was ’s middags in Hof te Berkel. Het was fijn om te merken dat de bewoners van de groepswoning genoten van de muziek en de liedjes. Er werd zelfs een walsje gedanst. Het was warm, maar ik had een strategisch plekje bij de deur naar de gezamenlijke tuin. Af en toe waaide er een verkoelend briesje naar binnen. In de tuinstoelen buiten schoof spontaan nog wat luisterpubliek aan. Al met al een plezierige set van ongeveer een uur. De toegift (het lied ’Heimweh’ van Freddy Quinn – wie kent hem niet..) viel in goede aarde bij een mevrouw die vanwege haar Duitse roots, maar vooral door haar dementie, voornamelijk nog Duitstalig sprak.

Dergelijke optredens geven me altijd een dubbel gevoel. Wat overheerst is de tevredenheid dat ik op die momenten voor deze mensen even een muzikaal verschil mag maken. Maar zo nu en dan bekruipt me ook een gevoel van vervangende eenzaamheid en uitzichtloosheid. Een man vraagt me of ik zometeen weer terug naar Horst ga. Op mijn bevestigende antwoord vraagt hij of ik hem dan niet mee wil nemen, want hij moet daar ook zijn..

Ik probeer hem te overtuigen dat hij al in Horst is en dat hij dus niet weg hoeft. Maar de dementie is sterker. Hij voelt dat hij niet is waar hij zou willen zijn. Het wrange is dat hij waarschijnlijk ook niet meer weet waar dat wèl was. De ontheemde blik in zijn ogen, de rusteloosheid, grenzend aan hulpeloosheid. ’Nou, tot ziens’, zegt hij, en hij vertrekt door de tuindeur. Vijf minuten later is hij weer terug. Ook de tuin is een plek die alleen maar uitkomt waar je al was. Evengoed heerlijk dat de tuin er is, en dat deze mensen op een mooie plek kunnen wonen en begeleid worden op een warme en huiselijke manier. Maar toch..

Op het eind van deze vrijdagmiddag mijn tweede optreden. Op muziek van mijn orgeltje een tekst voorgedragen op een gouden bruiloftsfeest. De dochter van het jubileumpaar had me een paar dagen eerder hun levensloop in min of meer chronologische volgorde toegezonden. Een leuke uitdaging om dat verhaal op te knippen en op rijm te zetten. Uiteindelijk werden het negentien vier-regelige coupletjes. De muziek van ’Macky Messer’ voegde op de juiste momenten nog net wat extra accenten toe. Ik had het idee dat de muzikale boodschap goed binnenkwam bij de gasten van de gouden bruiloft. Het gouden paar leek zelfs wat ontroerd. En zonder twijfel was dat het geval bij een van de kleindochters, die vervolgens op een aandoenlijke manier getroost werd door oma.

Kortom, ook hier overheerste het goede gevoel. De emoties van zo’n vrijdagmiddag zijn voelbaar en zichtbaar. Het komt binnen en maakt wat los. Bij een zoekende man in Hof te Berkel. Bij een kleindochter van een jubilerend paar. Bij hun twee dochters. Bij een spontaan aanschuivend publiek in een gezamenlijke tuin of op een idyllische plek in de Kasteelse bossen. Bij een Duitssprekende mevrouw die voorheen blijkbaar enkel Nederlands sprak. En bij mij komen die emoties binnen. Omdat ik midden tussen al deze mooie mensen in mag staan. Met woorden en met muziek. Op speciale plekken. Genieten van het moment. En (daarom) nu nog even naar Cambrinus. Het is 21.09 uur.

Himmelhoch jauchzend…

Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt. Een zin die me te binnen schiet, nu ik mijn gedachten laat gaan over de tegenstrijdigheid in het leven. Momenten van geluk, die alleen maar lijken te bestaan, bij de gratie van momenten van ellende. Of, omgedraaid, ellende en wanhoop die je alleen maar kunt verdragen, wanneer je ook oog houdt voor de mooie en waardevolle dingen die je overkomen. Maar dat is niet altijd even makkelijk. Zeker wanneer de optelsom van negatieve gebeurtenissen steeds verder van het positieve lijkt af te drijven.

De laatste weken beleef ik zo’n periode. Niet zozeer met mezelf als middelpunt, maar de aanleiding is iemand uit mijn directe omgeving. Hoop en vrees hebben elkaar herhaaldelijk afgewisseld. Om uiteindelijk te belanden in het nu, met bange vermoedens voor de toekomst. Die vrees zorgt bij direct betrokkenen om heel verschillende en meestal onbenoemde redenen voor een scala aan emoties. Boosheid, zorgzaamheid, verdriet, gelatenheid enzovoorts. Soms zo vanzelfsprekend, die gevoelens, maar niet altijd voor de hand liggend. Ja, zelfs soms onbedoeld, ongemakkelijk of onbegrepen confronterend.

Vervangende emoties heb ik ze pasgeleden genoemd, toen we het er over hadden in kleine kring. Vervangend, omdat de echte emoties zo dicht tegen de kern van het bestaan aan liggen, dat ze bijna niet bespreekbaar zijn. Je staat er niet bij stil dat elke dag een beetje sterven is. Die ene zekerheid in het leven benoem je alleen als je er direct of indirect mee in aanraking komt. Of denkt te komen. En dan nog maar met de grootste terughoudendheid. En dus vaak grenzend aan stilte. Ook omdat we liever ‘jauchzend’ zijn dan ‘betrübt’.

Zondagmorgen heb ik vijf tabletjes gehaald bij de dienstapotheek in Venlo. Vijf tabletjes, waarvoor gisteren, op zaterdag, veel mensen zijn benaderd, die er ieder op hun eigen manier bij betrokken raakten. Vijf tabletjes waarmee de komende vijf dagen het midden gewaarborgd lijkt tussen ‘himmelhoch jauchzend’ en ‘zum Tode betrübt’. Zodat op de zesde dag alles volgens de eerder afgesproken schijnzekerheid kan gaan verlopen en de zevende dag weer rust brengt. Hopelijk.

‘Is dit nou later?’ hoor ik Stef Bos indringend zingen door mijn koptelefoon. ‘Is dit nou later? Een diploma vol met leugens, waarop staat dat je de waarheid kent? Ik snap geen donder van het leven, ik weet nog steeds niet wie ik ben. Is dit nou later?’. Muziek. Die direct toegang heeft tot welke emotie dan ook. Ik laat het liedje binnenkomen. Krijg een beeld bij de zin ‘Mama, mag het licht aan op de gang’ en ben daarna even stil.

Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt. Daar begon het mee. En daar wil ik ook mee afsluiten. Verrast lees ik de context van deze regels, die in 1787 al door Johan Wolfgang von Goethe zijn opgeschreven. Tweehonderdachtentwintig jaar geleden al! Daar vallen vijf tabletjes en één vrije zaterdag compleet bij in het niet. Zeker als ik ‘in gedachten verzonken’ en ‘liefhebbend’ er in teruglees. Fijne zondag nog.

Freudvoll
Und leidvoll,
Gedankenvoll sein,
Hangen
Und bangen
in schwebender Pein,
Himmelhoch jauchzend,
zum Tode betrübt –
Glücklich allein
Ist die Seele, die liebt.

Johann Wolfgang von Goethe