Mijn draai…

Ooit was er een schrijversclubje, dat publiceerde op de website schrijfbloq.nl. In 2011 werd ik daar lid van en heb toen elke twee weken een verhaal voor de site geschreven. Het clubje bestaat niet meer, maar de verhalen zijn er nog steeds..

Onder de titel ‘De draai van Geert’ waren dat 15 verhalen. Hieronder nog te lezen.

Draai 09 jan 2011
Draai 15 jan 2011
Draai 30 jan 2011
Draai 14 feb 2011
Draai 19 feb 2011
Draai 03 mrt 2011
Draai 31 mrt 2011
Draai 20 apr 2011
Draai 22 apr 2011
Draai 30 apr 2011
Draai 08 mei 2011
Draai 22 mei 2011
Draai 02 jun 2011
Draai 11 jun 2011
Draai 25 jun 2011

Onder vrienden

Onder vrienden

Hele tijd geleden (in 2005) mee mogen doen aan een project, waarbij journalisten één jaar lang maatje waren van iemand met een achtergrond in de geestelijke gezondheidszorg. Ron en ik waren een jaar lang ‘maatjes. Over mijn ervaringen mocht ik een verhaal schrijven. Dit verhaal en nog negen verhalen van andere journalisten in den lande zijn uiteindelijk gebundeld in een boekwerk: ‘Onder Vrienden’ – Verhalen van vriendendiensten (ISBN 9052534918). Het boek is uitgegeven door het Trimbos-instituut.

Mijn verhaal kun je hieronder lezen. Je moet er wel even de tijd voor nemen. Toch zo’n 3000 woorden, als ik me goed herinner. Het beschrijft een heel waardevol jaar met veel nieuwe inzichten. Onder andere dat ervaringen niet op zichzelf staan. De gebeurtenissen in een mensenleven kleuren elkaar in. Mijn verhaal heb ik de titel ‘Een plastic tas met ondergoed en druiven’ meegegeven. Nieuwsgierig? Klik dan hieronder.

Onder vrienden | verhalen van vriendendiensten

Bang

‘Maar als het tóch waar is?’ Angstig kijkt hij me aan. Onze zoon van elf heeft van een vriendje de onheilstijding gekregen dat een komeet de aarde en al het leven daarop zal gaan vernietigen. Huilend heeft hij me deelgenoot gemaakt van zijn angst. Samen zitten we nu voor de computer en tellen het grote aantal Google-hits, waarin de naam van de komeet automatisch gerelateerd wordt aan de term ‘broodje aap’. Het stelt hem voor dat moment gerust, en ik ben blij dat me dat gelukt is. Een kind hoort niet bang te zijn voor de dood…

Een paar dagen later komt hij met een trillende onderlip van de trap af. De angst blijkt hardnekkig en heeft opnieuw de kop op gestoken. Met name dat gegeven zet me aan het denken. Waar is hij zo bang voor? Nog steeds de komeet? Het onvermijdelijke einde? Of zijn het de gedachten over het verlies van datgene dat hij niet wil verliezen? Wat is er over als iedereen in je omgeving sterft? Dan blijf je alleen achter en wat heb je dan nog? Maakt hij zich ongerust over zijn eigen sterfelijkheid of denkt hij aan de onze? De komeet is ongetwijfeld de aanleiding, maar zit de angst niet veel dieper? Zelf kijk je ook wel eens hoe laat het is op je biologische klok. En dan overtuig je jezelf dat half twaalf nog een heel eind af is van vijf voor twaalf, maar toch. Dingen zijn eindig en onze Mees lijkt dat te voelen. Of vul ik dan teveel in, vraag ik mezelf af. Zit hij er misschien veel aardser in en denkt hij aan de fysieke pijn van zo’n enorme inslag? Wat het ook is, je wil als ouder je kind niet bang zien. Dus probeer ik hem opnieuw gerust te stellen. ‘Je hoeft niet bang te zijn, Mees’… de woorden worden gevolgd door de zakelijke uitleg van het broodje-aap gehalte van de gewraakte komeet. De angst verdwijnt echter niet uit zijn ogen. Ik sla mijn armen om hem heen en ik voel meteen dat in de geborgenheid van die omarming de spanning uit zijn lijf stroomt. ‘Je bent bang hé?’ Mees laat zijn tranen de vrije loop terwijl ik hem vasthoud en stevig tegen me aandruk. Even niks meer zeggen, schiet het als een komeet door mijn hoofd. Kille uitleg maakt plaats voor warm gevoel en dat blijkt veel beter te werken. Het huilen stopt na verloop van tijd en lijkt een bevrijdende werking te hebben gehad. We praten nog wat na en hij gaat weer naar bed. ’s Morgens vertelt hij lekker geslapen te hebben. Gelukkig.

Voor nu. Want hij is een denker. Filosoofje in de dop. Dus zal het zeker een keer opnieuw ter sprake komen. Dat had bijvoorbeeld al gekund bij het onlangs gevonden dode spitsmuisje, dat hij samen met een ander vriendje in onze tuin heeft begraven. We hebben het toen niet over de dood gehad. Misschien omdat mijn opmerking dat ze ‘blij waren met een dode muis’ wat verkeerd getimed was, maar goed. Soms kan je ook met humor een tegen-emotie oproepen is mijn ervaring. Mees en zijn vriendje zullen best wat woorden hebben gewisseld tijdens de ‘begrafenis’. Maar hebben vooral ook gehandeld. Een houten kruisje gemaakt. Een bedje van bloemen gelegd. Emoties gedeeld. Mooi om te zien. En goed om van te leren. Ratio versus emotie. Mannen die van Mars komen en vrouwen van Venus en dat soort dingen. De waardevolle kracht van contrasten. Zonder dood geen leven. Zonder zwart geen wit en zonder geluid geen stilte. Ik word er stil van. Zo stil dat je een muis kunt horen vallen…Op school hebben ze verdraaide spreekwoorden gehad vandaag. ‘Om je dood te lachen, pap’…Hij geniet weer. Lief ventje. Echt waar.

Dodenherdenking…

De vierde mei. De dag van dodenherdenking. Vandaag een paar minuten stilte om te herdenken dat ‘we’ in ’45 zijn bevrijd. Zelf ben ik van ’60, dus van die bevrijding weet ik heel weinig. Maar ik besef dat het terugdenken aan mensen die je dierbaar zijn sowieso een goede zaak is. Daarom loop ik zo nu en dan over het kerkhof om vervolgens altijd even stil te staan bij het graf van mijn vader en moeder. Gisteren ook weer. In gedachten verzonken werd ik daar ineens getroffen door het beeld van dat moment. Ik heb dat vastgelegd in deze foto.

Bij het graf van mijn ouders
Bij het graf van mijn ouders

De schaduw, die over het graf valt, is van mij. Wat me intrigeerde was de zon die mij ‘projecteerde’ op de aarde. Dat ‘voelde’ goed… Het is waarschijnlijk totaal niet vergelijkbaar met het gevoel van ’45. Niettemin, heel even had ik daar mijn eigen vrijheidsmomentje. Niet de meest voor de hand liggende plek om blij te worden, maar toch. Even werd ik daar ‘geraakt’. Of moet ik zeggen, mocht ik ze daar een momentje ‘aanraken’? Ik hoefde daar niks voor te doen. Het was een cadeautje, van de zon die me met de aarde verbond. Vlak naast hen. En heel even waren we allemaal samen…

‘Het is een beetje eentonig…’

Het is 1.14 uur en ik hoor Rowwen Hèze met flarden naar binnen waaien. Dat is vijf kilometer geluidsoverbrugging en volgens mij moet je dan kunnen uitrekenen hoe hard het op de plek des onheils gaat. Benieuwd of Pip morgen suizende oren heeft. Begin van de avond heb ik georgeld in Elzenhorst. Eerst voor een tweekoppig publiek. Zij is met vlagen niet zo gecharmeerd van de muziek. ‘Het klinkt wat eentonig’ vertrouwt ze me toe met een blik in de ogen die het midden houdt tussen boos medelijden en lieve compassie. Hij daarentegen is zoals altijd laaiend enthousiast. Maakt grappen. ‘Stil hè, als het niet waait…?’ Hij lacht alsof we elkaar snappen. ‘Wil je een pilsje?’ vraagt hij dan. Als hij aanstalten maakt om dat te gaan pakken merkt hij bijna meteen dat hij zijn rolstoel niet uitkan. Op dat moment kijkt hij me aan met matte, berustende ogen. Maar bij de Amsterdamse medley zingen ze gelukkig allebei weer mee. Over de ‘Klok van Arnemuiden’. Over de zee, die vol ligt met mijnen. Even later over ‘het lief’ ‘daar bij die molen’. In de korte stilte tussen twee liedjes hoor ik van haar opnieuw dat het ‘wel wat eentonig is’. Hem valt op ‘dat het stil is als het niet waait’. En dan zingen ze weer. Even weg uit hun windstille, eentonige bestaan. En ze hebben gelijk. Om stil van te worden…

Het waaide in New Orleans…

‘Yes – we – can’ orakelde Obama vorige week op zijn danig opgeklopte partijconventie. Vanavond is McCain aan de beurt, maar uit piëteit met de inwoners van New Orleans heeft hij zijn feestje voorlopig uitgesteld. Tot de wind gaat liggen. Dan zal ook op zijn partijconventie de andere halve waarheid worden verkondigd. En op het ‘moment suprème’ vallen ook daar duizenden ballonnen naar beneden, barstensvol met gebakken lucht. Zijn aanhangers zullen naar boven kijken en juichen…
In Zuidwest-Pakistan zijn vijf vrouwen, waaronder drie tieners, eerst beschoten, en daarna ‘traditiegetrouw’ levend begraven. Dit eeuwenoud gebruik in Islamabad wordt door een plaatselijke parlementariër verdedigd. ‘Vrouwen die zelf hun toekomstige echtgenoot willen uitzoeken moeten gestraft worden’, is zijn stellige overtuiging. En daar kan hij anderen ook van overtuigen… ‘Yes, we can…’. Daar hebben ze weliswaar naar de grond gekeken maar waarschijnlijk ook gejuicht…
Heel stil wordt je daarvan. Schreeuwend stil door de onmacht die met orkaankracht over je heen raast. Dan waait het in New Orleans. Heel erg. Maar toch… zand erover?

Lekker puh!

‘That’s not my name’ zingt de zangeres van de Tingtings. Kort maar krachtig en maximaal versterkt door het strakke ritme van de muziek. Een keer zappend bij uit gekomen en meteen verkocht. Interessant hoe zoiets werkt. Eenmaal ontdekt zie je een dag later dat de Tingtings op Lowlands hebben gestaan. Dat zou me normaal niet zijn opgevallen, maar nu eenmaal de hersenschors geprikkeld is lijken er een paar neuronen speciaal daarop te zijn ingesteld. De naam van de band doet ook wel een duit in het zakje. ‘Tingting’. Alsof er ineens een belletje gaat rinkelen er er een lampje aangaat. Het leuke aan de tekst van het liedje vind ik de eigenwijzigheid die er van uit gaat. ‘Ze noemen me zus’, ‘ze noemen me zo’, ‘ze noemen me dit’, ‘ze noemen me dat’. Met een sfeer van ‘dat kunnen ze wel denken’ maar -met heel veel nadruk- ‘that’s not my name’. Lekker puh. Geweldig… Verder geen pretenties of hele verhalen hoe het dan wel zit. Niks daarvan. Het is gewoon niet zo. Met overtuiging neergezet. Klaar.

Geboortenissen

Het is wat! En het gebeurt gewoon. Je kunt er niets aan doen. Dat wil zeggen, je hebt er samen uiteraard wel naar toegeleefd. En nogal enthousiast mee bezig geweest, naar alle waarschijnlijkheid. Maar je hebt er niets over te zeggen. Niks ‘nemen’. ‘Krijgen’ is het. Een cadeau dat je met z’n tweeën aan elkaar wil geven, maar waarvan je niet weet of je het straks ook uit kunt pakken. Nou is het cadeautje samen maken al niet onplezierig, maar uiteindelijk hoop je toch dat je het ook krijgt. Je kunt tenslotte niet bezig blijven. Hoewel…
Hoe het ook zij. Het zijn gebeurtenissen in een mensenleven, die de wereld veranderen. In het klein, maar wel groots. Twee wordt drie, misschien zelfs vier of nog meer. Dát zijn geboortenissen… ’t Zal je maar gebeuren. Alvast proficiat!

Mijn ring, zijn ring, herinne-ring

Gerard van Maasakkers op de oren. ‘tis al wir lang geleden…eigeluk te lang’ zingt ie. Met zijn melancholische stem haalt hij herinneringen boven. Gebeurtenissen uit het verleden. ‘…da raak ik nooit mir kwijt’ hoor ik. En ook dat is waar. Niet dat je er voortdurend aan denkt, maar het is er wel steeds. Op de meest vreemde en onverwachte momenten overvalt het je. In de mis van Va de Mulder onlangs. Ik voel de ring van mijn eigen vader die ik meestal achteloos ronddraai om mijn middelvinger. Is het de wierook in de kerk waardoor mijn ring -zijn ring- ineens even heel anders aanvoelt? Ik zie hem weer zitten in zijn stoel, in het laatste jaar van zijn leven. Onze Pip van een goed half jaar aaide hem over zijn bestraalde huid. Ze zat op zijn stoelleuning en hij hield haar vast. ‘Pak ze ma gauw, daat ze ni velt’ zei je bezorgd, omdat je arm moe werd. Ik pakte haar over en jij keek naar ons.. ‘Da raak ik nooit mir kwijt’… hoop ik.

Een gedicht, destijds over het bovenstaande gemaakt

Inhoud of emotie?

Stel dat je ‘tranen met tuiten’ zou opvangen in een glazen potje. Is het dan interessant om te weten hoeveel kubieke centimeter er in het potje terecht komen? Is een halfvol potje tranen minder erg dan een vol potje? Of doet de inhoud er helemaal niet toe. Moet het juist alleen maar gaan over waarom je huilt? Over het gevoel dus. Maar is emotionele inhoud anders dan gevoelige argumenten? Ik weet het niet. Want wat moet je als de emotie van de één, het argument van de ander is? Of als je eigen gevoel je laat twijfelen over de inhoud van de ander? Op jouw argumenten emotioneel wordt gereageerd. Jouw emotie wordt ontkent door nog meer argumenten? Nog meer emotie? Ik weet het soms even niet meer. Maar ik heb toch het gevoel dat kinderen met gasmaskers niet schommelen. Kinderen met gasmaskers spelen ruimtevaartspelletjes. Weet ik bijna zeker. Dat zijn van die momenten dat ik wel zou kunnen janken. Tranen met tuiten…

20131020-173239.jpg