Afgelopen donderdag mocht ik de afscheidsdienst begeleiden van Sraar van den Beuken. Op negentigjarige leeftijd overleden na een veelzijdig en productief en vooral ook muzikaal leven. De verhalen die over hem werden verteld spraken boekdelen. Muziek was zijn grote passie. Er naar luisteren en vooral zelf maken. Sraar was tot aan z’n dood lid van de Koninklijke Harmonie van Horst. In totaal meer dan 72 jaar! Een periode waarin hij ontzettend veel voor de Harmonie heeft betekend. Maar de Harmonie, op haar beurt, ook voor Sraar.
Zijn afscheidsdienst was op donderdagochtend 6 oktober. Vanaf de dag van zijn overlijden, op vrijdag 30 september, lag hij opgebaard in zijn woning aan de Kerkstraat, met zicht op het Lambertusplein. Op zijn eigen verzoek waren de gordijnen wat opengeschoven. De laatste weken van zijn leven had hij daar zijn bed staan. Zo kon hij voortdurend uitkijken over zijn geliefde Lambertusplein, de plek waar ook zijn ouderlijk huis aan lag. Er zijn die laatste weken veel herinneringen opgehaald tijdens de veelvuldige bezoeken van vrienden en kennissen en niet op de laatste plaats, van leden van zijn Harmonie.
Donderdag is een werkdag voor de meesten. Toch, toen de rouwauto Sraar thuis kwam halen, waren er veel leden van de Harmonie, die in vol ornaat een erehaag voor hem vormden. Ook dat was een stille wens van Sraar waaraan met liefde gehoor werd gegeven. Een mooi gebaar. Net als de serenade die de Harmonie aan hem bracht toen Sraar 16 juli van dit jaar negentig werd. Verrast en zeer ontroerd was hij op die memorabele verjaardag, toen hij, staande aan het raam, zijn Harmonie aan zag komen marcheren, zag stoppen voor zijn huis, en er vervolgens een prachtige serenade weerklonk .
Tijdens de afscheidsdienst was er opnieuw muziek van de Harmonie. Een ensemble speelde verschillende muziekstukken, waarvan er enkele ook op Sraar’s eigen voorkeurslijstje stonden. Die lijst had hij zijn zoon Rob gegeven om de dienst muzikaal op te luisteren. Behalve live muziek van de Harmonie was er muziek van zijn eigen hand. Carnavalsmuziek, die hij samen met zijn boezemvriend Wim Moorman in 1976 had gemaakt. ‘Wette waat ik waal woj wiëte, wurrum Wielke wazig waor. Doortje denkt daat deut daat dreenke, daat deut deen daan drie daag door’. Een legendarische tekst, die sindsdien tijdens elke carnaval wel ergens meegezongen is. En ook volgend jaar wel weer gezongen zal worden. Tijdloos.
Op zijn rouwkaart stond dat hij in plaats van bloemen liever had dat er werd bijgedragen aan muziekinstrumenten voor het jeugdorkest van de Harmonie. De president van de Harmonie, Paul Riswick, verwoordde het treffend tijdens de dienst. Misschien stimuleert Sraar daarmee, zo vertelde Paul, wel een jeugdlid dat net als Sraar vervolgens 72 jaar met veel plezier lid blijft. En dat betekent, vervolgde Paul, dat de Harmonie tot 2094 gebeiteld zit. Daarmee werd heel duidelijk hoe lang Sraar en de Harmonie een twee-eenheid vormden. Ook bijna tijdloos te noemen.
Toch was de Harmonie niet het enige in Sraar z’n leven. Op de allereerste plaats kwam toch wel zijn vrouw Liny en het was dan ook een grote schok toen zij in maart 2021 kwam te overlijden. In juni van dat jaar ontstond er een brand in zijn woning en moest Sraar noodgedwonen in een appartement op de Kranestraat gaan wonen. Hij miste zijn Lambertusplein, maar gelukkig kon hij daar 8 maanden later, in maart 2022, weer naar toe terug. Met hulp van Rob en Helmie, hun kinderen en vele vrienden heeft Sraar er de laatste maanden nog vaak voor het raam gestaan om naar buiten te kijken, over zijn geliefde plein.
Zo’n vijf weken geleden is Amee geboren, zijn achterkleinkind. Wat weken te vroeg, maar volgens kleindochter en moeder Laura moest dat misschien wel zo zijn, want anders had Sraar zijn achterkleinkind niet kunnen zien. De eigenlijke uitteldatum was daags voor Sraar’s overlijden. Mooi om te horen en op foto’s te zien hoe emotioneel en trots hij was. De emoties waarschijnlijk voor een deel ook omdat hij wist hoe graag Liny haar achterkleinkind nog zou hebben willen zien. Het leek wel alsof hij voor haar meegenoot.
De laatste weken heeft Sraar nog veel verteld over zijn leven. Aan vrienden en bekenden die op bezoek kwamen. Tijdens de dienst kwamen veel van die verhalen nog naar boven. Ger Gubbels vertelde over de tijd van de Mühltaler Musikanten. En over de carnavalstijd waarin Sraar en Wim als ‘De twië traoge’ jarenlang furore maakten. De kleindochters haalden herinneringen op aan hun opa en Rob had uit eigen herinnering en uit gesprekken met zijn vader heel veel mooie momenten paraat, die hij deelde met een volle aula. Het steeds weer klinkende applaus moet iedereen goed gedaan hebben. Het was applaus voor een leven dat gevierd mocht worden.
Als afsluiting heb ik een gedicht voorgelezen, dat ontstaan is uit de inspirerende verhalen die ik mocht horen in de voorbereiding van de afscheidsdienst. Inspirerend door de liefdevolle sfeer die ik proefde rondom Sraar. Bij zijn zoon Rob en zijn vrouw Helmie of bij hun kinderen. Onbaatzuchtige liefde, onmiskenbaar aanwezig bij de medewerkers van de buurtzorg die, vóór Sraar, ook Liny in haar laatste dagen hadden begeleid. Maar ook de liefdevolle betrokkenheid van alle mensen die hem bezochten, vóór en na zijn overlijden. Als het begrip ‘mensenmens’ een uitleg nodig zou hebben, dan zou al die liefdevolle aanwezigheid rondom Sraar daarvan een sprekend voorbeeld zijn. Mensen waarin liefde en verdriet samen één zijn geworden. Het gedicht is met name aan Sraar en Liny opgedragen, maar zeker ook aan alle mensen die dat gevoel herkennen.
de zôn die scheen
ovver ut plein
d’r veele boete blaar
weend blees ze zacht
vaan heer nao daor
en smeis ok beej elkaar
daat zaogde geej
iedere herfst
en duk vaanoet daobaove
aalwer en jaor
daat dôchte geej
gordiene aop geschaove
niggentig herfsten
zoë zeen ôntstaon
rechtôp, totdaat ut nimmer kôs
ge keekt nag steeds ovver oow plein
ok toen ge vriedaag ziet gegaon
en aan oow leste reis begôs
is zeej d’r ok
wao geej nouw ziet
stoong zeej in helder licht?
de weend, de blaar,
dicht beej elkaar
de gordiene moge dicht..
GvdM | 031022
