Hart

Op 11 mei 2016, nu alweer méér dan 5 jaar geleden, was mijn zus een van de eerste gasten van Hospice Doevenbos. Ze verbleef er slechts twee dagen. Op 13 mei 2016 is ze er in alle rust overleden. Die twee dagen hebben indruk gemaakt.

Een half jaar later kon ik over die ervaringen vertellen tijdens een soortgelijke herdenkingsbijeenkomst als deze. En sindsdien mag ik elk half jaar terugkomen met een verhaal over wat mijn hart me ingeeft bij het thema van dat moment. Vandaag is ’hart’ het thema, dus dat past mooi.

Het eerste dat dit thema bij me opriep was de uitdrukking ‘hart voor de zaak’. U kent misschien die zin uit de reclame: ‘het waren twee fantastische dagen’?

Het is in de context van de twee dagen van mijn zus in het hospice misschien vreemd dat ik die reclame aanhaal, maar het kwam spontaan in me op. Want toen ik wat verder nadacht over ‘hart voor de zaak’ realiseerde ik me dat ik al die keren dat ik op deze plek stond, nog nooit hardop heb uitgesproken dat ik vind dat de verpleegkundigen en de vrijwilligers van Hospice Doevenbos een enorm groot hart hebben voor hun zaak…

Dat moest mij even van het hart, vooral ook omdat ik de herinneringen van vijf jaar geleden nog steeds in mijn hart bewaar.

En dat brengt me bij de veelzijdige betekenis van ‘hart’ als thema van deze herdenkingsbijeenkomst. Lucie refereerde er in haar woorden al op verschillende manieren aan.

Als je afscheid moet nemen van iemand die je lief is, dan raakt je dat in je hart. Het is een gevoel dat je alleen maar herkent als je het daadwerkelijk hebt meegemaakt. Het ging je aan het hart om je dierbare in de laatste levensfase langzaam te moeten loslaten. Met heel je hart heb je hem of haar in die periode misschien nog wel begeleidt. Mogelijk was je er zelfs bij toen de laatste ademzucht het moment markeerde dat het hart stopte met kloppen.

Met pijn in het hart heb je misschien de laatste woorden gewisseld. En als je die woorden niet meer hebt kunnen wisselen, omdat het afscheid jou en iedereen die achterbleef heeft overvallen, dan benadrukt de gedwongen stilte de pijn in het hart nog eens extra. Met je hoofd kun je het onvermijdelijke nog wel beredeneren, maar je hart beredeneert niet. Je hart voelt.

Om die reden wordt van het hart gezegd, dat daar het gevoel huist. Bij een afscheid zijn dat gevoelens van verdriet. Woorden als ‘hartepijn’, ‘hartzeer’ of ‘hartverscheurend’ proberen dat gevoel te omschrijven maar meestal schieten die woorden te kort. Sommige emoties laten zich nu eenmaal heel moeilijk in woorden vangen.

Want tegelijk is het hart ook de plek waar gevoelens van geluk worden ervaren. Tegenover ‘pijn in het hart’ staat dat het ‘hart kan overstromen van geluk’. Een hart dat op enig moment ‘pijnlijk geraakt wordt’ is in staat om op andere momenten toch weer ‘een sprongetje van blijdschap’ te maken.

Diep in uw hart is er een plek waar de herinneringen aan uw dierbare worden bewaard. Hoe diep u ook in uw hart geraakt was bij zijn of haar afscheid: de herinneringen blijven levend.

Met de hand op mijn hart kan ik u uit eigen ervaring vertellen dat een afscheid pas echt een afscheid is, als er in het hart geen plaats meer is voor herinneringen. Mijn herinneringen aan mijn zus houden haar in leven, ze heeft een plekje in mijn hart, dicht bij mijn vader en moeder.

Ze zijn er niet meer en toch blijven ze bestaan. Elke dag na die ene dag. Bij mij is het vijf jaar en nog veel langer geleden. En ik weet nu: hoe moeilijk het gisteren ook was, vandaag wordt hoe dan ook beter. Gisteren en vandaag: twee fantastische dagen.

Boekpresentatie 10 juli!

En dan gaat het er, ondanks corona, dan toch eindelijk van komen: de boekpresentatie van ‘Waar het hart vol van is…’! Het boek is klaar! En op zaterdag 10 juli aanstaande wil ik dat feestelijk markeren.



Waar ‘t hart vol van is…
De plek van handeling wordt ‘t Gasthoês in Horst. In de Herberg om precies te zijn. Het nieuwe concept van ‘t Gasthoês maakt het, als je het mij vraagt, de ideale plek voor de boekpresentatie. Het is een plek geworden waar cross-overs zijn ontstaan. Waar cultuur en literatuur elkaar ontmoet hebben. Waar de medewerkers van ‘Gewoon doen’ samenwerken met de professionals van de Herberg en het personeel van ‘t Gasthoês. Een plek waar straks de lokale radio de stem vertolkt van wat er in de gemeenschap leeft en de muziek laat klinken die er wordt gemaakt. Een plek, kortom, waar ‘ieders hart vol van is’ door de kracht van het samengaan en het samengaan van krachten. En als je boek dan de titel heeft ‘Waar het hart vol van is…’. Tja…

Daarom. Op zaterdag 10 juli wil ik op die speciale plek mijn boekpresentatie houden met een programma waarin literatuur, muziek en (grafische) kunst bij elkaar komen. Over het programma zometeen meer.

Corona… dus aanmelden
Eerst even een organisatorisch corona-dingetje. Het is (nog) zo dat door corona het aantal aanwezige gasten beperkt is tot maximaal 50 personen. Ik heb geen idee hoe druk het gaat worden maar uit voorzorg heb ik het programma op 10 juli ‘s morgens én ‘s middags gepland, waardoor het totale aantal op die dag 100 personen kan zijn. Om overzicht te houden over het aantal bezoekers is aanmelden wel nodig. Het bezoek is gratis, kopje koffie of thee staat klaar maar aanmelden van te voren moet wel gebeuren. Hieronder heb ik daarom een aanmeldlink opgenomen.

Programma
Wat kun je verwachten op de boekpresentatie? Omdat het boek een samengaan is van tekst, gesproken woord, muziek en beeld wil ik al die facetten aan bod laten komen.

Beeld
Heel blij en trots ben ik dat 25 kunstzinnige mensen in mijn boek een gedicht van mijn hand hebben gekozen om daar een werk bij te maken. 12 van die werkstukken zijn afkomstig van de medewerkers van Gewoon Doen. Een mooi voorbeeld van een spontane cross-over die is ontstaan. Foto’s van dat en al het andere werk staan in het boek bij de gekozen gedichten, maar tijdens de boekpresentatie wordt van het originele werk een expositie samengesteld. Ik ben heel benieuwd hoe al die verschillende, tot beeld verwerkte, gedichten er bij elkaar gaan uitzien.

Muziek
Pianist en componist Egbert Derix heeft zich laten inspireren door een van de gedichten uit het boek en heeft daar een prachtige muzikale vertolking van gemaakt. Hij heeft Marion Steeghs gevraagd om de tekst van het gedicht te zingen. Het nummer komt op een cd, die binnenkort gaat verschijnen. Marion en Egbert zullen onder andere dat nummer live laten horen tijdens de boekpresentatie en op hun optreden verheug ik me enorm.

Tekst
Verder wordt uiteraard het boek ‘onthuld’ en wil ik graag het eerste exemplaar symbolisch uitreiken. Aan wie? Daar denk ik nog even over na. Ook ga ik voorlezen uit eigen werk en illustratief voor het ontstaan van crossovers gaan we het voorlezen combineren met piano-improvisaties van Egbert. Ook daar zie ik naar uit.

Na afloop kunnen we in de Herberg met elkaar nog wat napraten. Als je hebt vooringeschreven voor het boek dan ligt het op 10 juli voor je klaar. . Als je dat wil, dan zet ik er ter plekke nog een persoonlijke noot voor je in. En mocht je het boek die zaterdag willen kopen, dan kan dat uiteraard ook. Het gaat € 25,- kosten, waarbij ik van elk verkocht boek €10,- ga doneren aan Hospice Doevenbos in Horst.

Tot ziens!
Ik hoop dat ik je zaterdag 10 juli, ‘s morgens of ‘s middags, mag begroeten. Wil je er bij zijn, dan kun je je aanmelden door op de link hieronder te klikken. Hopelijk tot dan!

Klik hier als je bij de boekpresentatie aanwezig wil zijn

Vijf jaar hospice Doevenbos

Op de kop af vijf jaar geleden. Zaterdag, 1 mei 2016, opende buurtzorghuis hospice Doevenbos haar deuren. Mijn zus Trudy was op 11 mei 2016 één van de eerste gasten. Twee dagen heeft ze daar min of meer bewust beleeft. Op de eerste dag zag ze nog de groene waas van het pas ingezaaide gras en bewonderde ze de magistrale kastanjebomen. Ze zag de rode stenen van het pad wat feller opkleuren, door de regendruppels die er op vielen. Op de tweede dag waren we aanwezig bij haar overlijden. Een onvermijdelijk einde van een progressief ziekteproces.

Hoe pijnlijk en emotioneel ook, tegelijk was het een gebeurtenis die op een andere manier grote indruk op me maakte. Naast de waardige ambiance waarin ze afscheid nam, was het vooral de manier waarop het verpleegkundig personeel en de vrijwilligers haar en ons die twee dagen begeleidden. Met heel veel respect en dankbaarheid denk ik daar aan terug. Aan die twee dagen waarin ik zelf het vakmanschap en medeleven mocht ervaren, maar ook aan al die momenten dat anderen, in de afgelopen vijf jaar, ongetwijfeld dezelfde indrukken hebben opgedaan. Het waren gedachten die afgelopen zaterdag 1 mei door mijn hoofd gingen. Namens de Vrienden van Hospice Doevenbos mocht ik aanwezig zijn bij het lustrum-moment waar die middag op gepaste wijze bij werd stilgestaan.

Het pas ingezaaide gras van toen was een volwaardig grasveld geworden. De kastanjebomen wuifden net als toen in alle rust naar de wolken en de zon. José Hoebers, vijf jaar geleden een van de initiatiefnemers en betrokken vanaf het eerste moment, sprak een kort woordje van dank en trots uit naar de aanwezige verpleegkundigen en noemde daarin ook alle vrijwilligers van Hospice Doevenbos. Op het gras hadden Nienke Wijnhoven, Petri Vullings en Geert Keijsers zich opgesteld om het lustrum-moment muzikaal te onderstrepen. Sommige gasten genoten vanaf hun eigen terras mee van de muziek, anderen kregen het in hun eigen kamers mee, door de open tuindeuren.

Vijf jaar hospice Doevenbos. Boven de ingang hebben vrijwilligers in vijf grote cirkels het getal vijf versierd. Tussen een aantal bomen bij het hospice wapperen slingers van kleine kleurige vlaggetjes in de wind. Op die vlaggetjes staan mooie spreuken of speciale gedachten geschreven. Stuk voor stuk momenten van bezinning, die één voor één het speciale van deze plek benadrukken. Momenten die misschien wel situaties beschrijven van de afgelopen vijf jaar. Maar tegelijk een vooruitblik kunnen zijn naar momenten die de komende tijd onvermijdelijk nog gaan spelen.

De slinger van vlaggetjes gaat het komende jaar namelijk groeien. Op 30 april 2022 zitten we nog net in het vijfde lustrumjaar. Het idee is om het lustrum dan de aandacht te geven die het verdient. Maar tot die tijd, en zolang corona dat nog van ons vraagt, kunnen alle herinneringen en gedachten al worden opgetekend op de vlaggetjes, die daar speciaal voor klaarliggen. De slinger wordt langer door alle herinneringen en gedachten die al bestaan of nog gaan komen. En zo, groeiend met elkaar en bewogen door de wind, markeren ze steeds indrukwekkender de plek waar hospice Doevenbos vijf jaar geleden is begonnen.

Want het is dezelfde wind, die de kastanjebladeren toen liet ritselen, die zaterdagmiddag de vlaggetjes liet dansen. Dezelfde wind die de muzikale klanken naar de gasten van het hospice blies en hen liet genieten van het moment. Dezelfde zon die dat zo nu en dan warm bescheen. Net als vijf jaar geleden. Op die mooie en bijzondere  plek, waar het leven dan misschien wel eindig is, maar evengoed toch altijd ook doorgaat. 

Doevenbos, bedankt en proficiat!

Negen en één…

Eergisteren zou mijn moeder 91 jaar zijn geworden. Toen ik daar die ochtend bij stil stond, realiseerde ik me dat ze op een paar jaar na bijna net zo lang dood is als dat ze heeft geleefd. Mei 1978 is ze overleden, ongeveer een maand voor haar 49e verjaardag. Ik was toen net 18 geworden. 42 Jaar geleden, afgelopen donderdag 9 juli.

Op diezelfde dag, in de vroege avond, hebben Dion Stoop en ik bij het houten beeld ‘Infinity’ een gedicht geplaatst, uitgestanst in staal. Het beeld is gemaakt door Roel van Wylick, die (zieke) bomen omtovert tot ware kunstwerken. Het beeld ‘Infinity’ staat bij de ingang van hospice Doevenbos. Een zieke eik leende daar zijn stam voor een tweede leven.

Bij dat beeld is dus nu mijn gedicht geplaatst. Speciaal gemaakt voor het Hospice en passend bij het beeld van het oneindigheidsteken. Maar toevallig nu net geplaatst op de verjaardag van mijn moeder. Ik hou wel van de symboliek en de samenloop van omstandigheden. Er zijn weinig jaren voorbij gegaan dat ik op haar verjaardag niet even aan haar gedacht heb. Maar nog nooit zijn mijn woorden op die dag in staal gevangen en bij de oneindigheid geplaatst.

‘Er is één lettertje niet helemaal gelukt’, vertelde Dion. Hij bedoelde dat de smalle dwarsverbindingen naar de binnenrondjes van gesloten letters overal heel verfijnd waren aangebracht. Op één lettertje na. Een ‘g’ miste z’n binnenrondje. Geen probleem. Met wat fantasie zou je er zelfs een 9 in kunnen zien. Één negen, tussen al die woorden. Van één en negen kun je ook het getal 91 maken. Ja, ik hou wel van de symboliek en van de samenloop van omstandigheden. Omdat ze jarig had kunnen zijn en 91 zou zijn geworden… het gedicht ook voor haar

de eindigheid voorbij
waar tranen
kunnen drogen

daar vliegt een duif
van jou naar mij
tot achter regenbogen

daar waar de zon
de regen raakt
zal ik nog naar je kijken

oneindig ver
maar toch dichtbij
tot waar mijn ogen reiken

van her naar der
van jou naar mij
oneindig ver
en nooit voorbij

Vind je vlinder…

Mijn zus was één van de eerste gasten van Hospice Doevenbos. In mei 2016 verbleef ze er twee dagen. In november van dat jaar mocht ik in een herdenkingsbijeenkomst, net als deze, een verhaal aan haar wijden. En sindsdien heb ik de eer om tijdens elke halfjaarlijkse herdenkingsdienst een verhaal aan u te mogen voordragen, passend bij het thema. Deze keer is dat ‘Vlinders’, zoals u uit de zorgvuldig gekozen woorden en toepasselijke gedichten van Lucie al heeft kunnen opmaken.

Vlinders. Fladderend van bloem naar struik en meestal voorzien van prachtige kleuren. Een deel van hun leven doorgebracht als rups en na het verpoppen, de rest van hun leven als vlinder. Een vlinderleven. Mijn eerste associatie daarbij is, dat zo’n leven maar één dag duurt. Iedereen kent wel het begrip ‘eendagsvlinders’. Maar wat opzoekwerk leerde me dat de meeste vlinders twee á drie weken leven en er is zelfs een soort die een jaar lang op deze aarde rondfladdert: de citroenvlinder.

Misschien heeft u er ooit wel een gezien? Het is een dagvlinder die in het hele land voorkomt.

Uit de gedichten en woorden van Lucie heeft u al kunnen opmaken dat er veel symbolische gelijkenis is tussen de levenscyclus van een mens en die van een vlinder. Ontstaan uit een eitje, meestal een aantal levensfases doorgebracht als rups, waarna de voltooiing van dat leven zich ontpopt in de vorm van een mooie, kleurrijke vlinder. Een levenscyclus die zich vervolgens alsmaar herhaald. Eén dag, enkele weken tot wel een jaar. Vertaald naar een mensenleven: geboren worden, in een aantal fases volwassen worden om uiteindelijk uit te groeien tot een kleurrijk mens, meestal met een lang en gelukkig leven. Maar soms ook met een te kort en misschien zelfs wel een getekend leven.

Een ieder van u, hier aanwezig, kan zich denk ik bij dat laatste wel een voorstelling maken. Misschien waren de kleuren van het leven van uw dierbare op het laatst ook minder sprankelend. Misschien hebben de omstandigheden bepaald dat hij of zij niet alles ten volle heeft kunnen meemaken. Dat ze delen van het leven hebben moeten missen.

Vlinders denken daar niet bij na, is mijn vermoeden. Als ik ze onbezorgd rond zie fladderen, is het enkel het lot dat lijkt te beslissen hoe het met ze gaat.

Tijdens hun leven verliezen vlinders vaak een deel van hun vleugels, om door te kunnen gaan met leven. Een beschermingsmechanisme dat hen in staat stelt om toch iets van zichzelf te kunnen achterlaten, wanneer hun eigen leven uiteindelijk alsnog ophoudt. Dat deel van hen blijft bestaan, zelfs na hun dood. Ei, rups, pop, vlinder. Telkens weer. De cyclus van vlinderlevens gaat altijd door.

Ook bij verlies.

Vandaag bent u hier omdat u iemand verloren heeft. De cyclus van het leven van hem of haar is stil komen te staan. Maar dát u hier bent, nú op dit moment, is het bewijs dat hij of zij ook een deel heeft achtergelaten, dat doorgaat met leven. In een verdrietige stemming, als het afscheid nog maar kort geleden is. Mogelijk met al weer wat kleur in uw leven als het al wat langer geleden is. Maar hoe dan ook, slaat u straks uw vleugels weer uit. U gaat door met leven, verrijkt met de herinnering aan degene, die u nu herdenkt. Tijd heelt de wonden, zeggen ze…

Drie jaar geleden vloog er een citroenvlinder voor ons uit over het bospad, waarop we liepen. Op weg naar de plek waar mijn zus graag wilde dat haar as zou worden uitgestrooid. Het was precies een jaar na haar overlijden. Alsof de vlinder de weg wilde wijzen, die we moesten bewandelen. Nog steeds bezoek ik die plek en zo nu en dan zie ik daar een vlinder rondfladderen. Toeval? Misschien.

Hoe dan ook, nog steeds is elke vlinder, waar dan ook, in staat om mijn gedachten even bij haar te laten landen. Een fladderend welkom bij een afscheid.

Haar overlijden was een hap uit de vleugels van mij en mijn familie. Het kostte tijd om weer ‘heel’ te worden. Zo nu en dan voelt het nóg alsof er wat ontbreekt. Tijd héélt niet alleen, maar spéélt ook af en toe met wonden. Maar toch. Alles wordt weer heel.


Sinds het overlijden van mijn zus kijk ik anders naar vlinders dan voor die tijd. Onbezorgd fladderende vlinders, met de wind en de zon mee, vliegend van bloem naar struik. Ze laten me zien dat het goed komt, zelfs als het slecht gaat. Dankzij mijn zus. En wie weet, straks ook wel dankzij degene waarvan u nu afscheid neemt. Ik wens u allemaal een zomer toe met veel vlinders. Heel veel…

Infinity…

Soms komen dingen samen en dan moet het zo zijn. Twee weken geleden zag ik een bericht op de facebookpagina van Hospice Buurtzorghuis Doevenbos. Er bleek ter plekke een oude, zieke eik geveld. Maar niet zomaar. Wortels en een deel van de stam bleven staan, zodat  boomkunstenaar Roel van Wijlick daar een prachtig kunstobject van kon maken. Het facebookbericht heb ik meteen gedeeld op de facebookpagina van de Vrienden van Hospice Doevenbos. Dat was op zaterdag 11 april.

Een dag eerder, vrijdag 10 april, was de afscheidsdienst van Sharon. Vanwege de corona-maatregelen heb ik die dienst thuis, via een lifestream bijgewoond. Indrukwekkend. Richard, haar man, vertelde dat op een van de laatste dagen dat hij Sharon bezocht er ineens een groot houten ‘infinity-teken’ bij de ingang van het hospice stond. Het was het teken dat hij en Sharon jaren geleden op hun trouwkaart hadden gezet, als symbool van hun innige omarming. Hetzelfde teken ook, dat nu op de rouwkaart stond om de oneindigheid van hun liefde te benadrukken.  

Het kunstwerk gaat daarover. Het is ontstaan in de tijd dat in het hospice Sharon haar laatste dagen doorbracht. Roel van Wijlick heeft het gemaakt. In opdracht van de verpleegkundigen van het hospice, denk ik. Het oneindigheidsteken en de duif, met gespreide vleugels. Ik weet niet of Roel heeft beseft hoeveel troost zijn kunstwerk bij Richard heeft losgemaakt. De manier waarop Richard erover vertelde tijdens de afscheidsdienst was heel veelzeggend. Soms komen dingen samen en dan moet het gewoon zo zijn. 

Een week geleden kreeg ik een appje van Sylvia, een van de verpleegkundigen van Hospice Doevenbos. Het kunstwerk kwam opnieuw ter sprake. Ze vroeg me of ik er een gedicht bij wilde maken. En in een tweede berichtje dat er vrij snel achteraan kwam (Sylvia is ook best praktisch), of ik dan ook voor het bordje kon zorgen dat bij het kunstwerk moest komen te staan. 

Een eervol verzoek, waar ik uiteraard ja op heb gezegd. Met de woorden van Richard nog vers in mijn geheugen, ben ik een paar dagen later zelf naar het kunstwerk gaan kijken. Het infinity-teken. Wauw… Indrukwekkend! In het facebookbericht van het hospice lees ik er het volgende over: ‘Het infinity-teken (lemniscaat of 8) wat o.a. een teken van eeuwigheid is, geen begin zonder eind en verbondenheid laat zien‘.

En over de duif vermeldt het facebookbericht dat ‘die met gespreide vleugels op weg is naar…’ Drie puntjes sluiten de zin over de duif af. Veelzeggend. Vooral omdat die drie puntjes door iedereen zelf kunnen worden ingevuld. Richard had er een duidelijke associatie bij. En ik verwacht dat andere bezoekers, die vanaf nu aan het beeld voorbij komen als ze op weg zijn naar de ingang van het hospice daar ook wel hun gedachten bij hebben. De laatste zin in het facebookbericht is dan ook heel terecht: ‘Mooie symbolen passend bij deze bijzondere plek’. 

Ik heb het gedicht gemaakt. En ik heb het als eerste gedeeld met de maker van het beeld, Roel van Wijlick. Hij herkende de woorden. Ze pasten, schreef hij, bij wat hij dacht toen hij het beeld creëerde. Daarna heb ik de woorden gedeeld met Sylvia. En nu deel ik het gedicht alvast met iedereen die het wil lezen. Omdat het beeld er al staat, maar ik nog met het bordje bezig ben. Sylvia ook trouwens. Een ontwerp daarvoor (zie hieronder) is er al. Maar het moet dus nog wel worden gemaakt. Dat komt goed. Soms komen dingen samen en dan moet het zo zijn.

Henk…

Zijn motor stond naast de kist. Op twee schermen in het crematorium in Venray prijkte zijn foto. Daarop stond hij, naast een volbeladen motor. Fier de camera inkijkend. Klaar voor zijn zoveelste reis, met zijn motorvrienden of helemaal alleen. Zo doorkruiste hij duizenden kilometers door Europa, voortdurend de vrijheid voelend van de wind en de zon. En nu een reis die, volgens ritueelbegeleidster Lucie Geurts, zijn laatste maar misschien wel mooiste reis zou worden, als hij bij aankomst zijn overleden zus en moeder weer zou zien.

Henk hield van harde muziek, vertelde zijn dochter Laura bij aanvang van de dienst, ‘maar dat zullen jullie zo meteen wel horen’. Het was muziek die Henk zelf had uitgezocht, in de laatste twee weken van zijn verblijf in Hospice Doevenbos. ‘Born to be wild’ klonk er stevig door de boxen en de foto’s op de schermen pasten daar perfect bij. De motor en Henk vormden duidelijk een twee-eenheid. De motor stond voor kracht, voor beschikbaarheid, voor altijd maar doorgaan en voor betrouwbaarheid. Allemaal eigenschappen die eveneens op Henk van toepassing waren.

Aan die eigenschappen kon ik er uit eigen ervaring een toevoegen: Henk zocht en vond steeds hele eigen oplossingen voor zaken die zich voor deden. Zijn enthousiasme en vindingrijkheid daarin waren kenmerkend. Vanzelfsprekend stelde hij telkens zijn huis gastvrij ter beschikking als uitvalsbasis en commandocentrum voor de buurtbarbecue-commissie, die daar jaarlijks dankbaar gebruik van maakte. Henk was tijdens die buurtbarbecue trouwens vaak zelf de grote animator, samen met buurtgenoot en goede vriend André. Henk zorgde meestal voor de muziek. Niet alleen harde muziek, want hij hield rekening met anderen. En nu, bij zijn afscheid, was het Laura die met een bijna verontschuldigende glimlach en met dezelfde vriendelijke voorzichtigheid die Henk ook bezat, de aanwezigen voorbereidde op Henk’s muziekkeuze.. ‘Dat zullen jullie zo meteen wel horen…’

De vindingrijkheid van Henk was duidelijk een eigenschap die minstens één van zijn kinderen Arno, Laura en Eric hadden overgeërfd. Er was namelijk vanuit de aula van het crematorium een live verbinding tot stand gebracht naar de andere kant van de wereld, waar André en Mariet op bezoek waren bij hun zoon. Een telefoon in een plastic houdertje, op een kartonnen doosje, geplaatst op een houten kruk, maakte het mogelijk dat de dienst live gevolgd kon worden in Auckland, New Zealand. André en Mariet waren voor hun vertrek daar naar toe, nog bij Henk op bezoek geweest in het Hospice. Toen meende hij nog zeker wel een half jaar te hebben, dus hij zou ze na hun reis wel weer zien… Dat bleek wat te optimistisch. Maar de live-verbinding was er en wie weet, misschien zag Henk hen in Nieuw Zeeland op datzelfde moment ook wel…

‘Geen bloemen, maar een bijdrage voor Hospice Doevenbos’ stond er in zijn overlijdensbericht. In de twee weken dat hij in het hospice verbleef had hij er blijkbaar veel warmte ontvangen. Henk kennende heeft hij daar zeker zelf ook warmte verspreid. Hij heeft er oplossingen gevonden voor wat nog voor en bij elkaar gebracht moest worden. Op zijn eigen manier. ‘Een Ummenthun-trekje’ noemde Laura dat aan het begin van de dienst. En alle aanwezigen herkenden dat beeld. ‘You can go your own way’ zong Fleetwood Mac.

Het grote aantal aanwezigen in het crematorium, waaronder veel collega-motorrijders, sprak boekdelen. Zij hadden Henk op zijn laatste reis begeleid naar het crematorium, zoals ze elkaar bij elke reis daarvóór ook hadden begeleid. Een indrukwekkende aanblik.

Een laatste reis met Henk, door een op dat moment wat somber en mistig landschap. En toch… Diezelfde omgeving gaat er straks weer heel anders uit zien. Zonder Henk maar tegelijk ook mét hem. Omdat hij in gedachten voortaan met iedereen mee op reis kan. Nóg dichter bij de vrijheid van zon en wind…

Voor Arno, Kayleigh, Laura, Eric en Daphne
en iedereen die Henk gekend heeft.

Zoek de zonnezij!

foto zoek de zon zij1‘Zoek de zon zij’. Vier woorden die de moeder van mijn vrouw in de vorige eeuw op een schaal geschreven heeft. Vlakbij schilderde haar vader een zon om die woorden kracht bij te zetten. Onder de zon schilderden haar beide ouders samen nog een landelijk tafereeltje. Toen ze daarmee klaar waren, tekenden ze op een tweede schaal foto zoek de zon zij2nog een andere situatie uit hun gezamenlijke herinnering. Beide schalen zijn daarna afgebakken door een keramiste, niet geheel toevallig ook de zus van mijn vrouw. De schalen waren namelijk bedoeld als huwelijkscadeau van hun ouders voor ons.

We kregen de schalen op onze trouwdag in 1991. Ik herinner me de ontroering van mijn vrouw toen de eerste schaal uit de verpakking kwam en ze de tekeningen van haar ouders daar op herkende. Die ontroering mondde uit in tranen toen op de tweede schaal heel prominent de spreuk ‘Zoek de zon zij’ te zien was. De gele zon en daaronder het leven, getekend in al zijn pracht en eenvoud. Haar moeder, die bescheiden het uitpak-ritueel had gevolgd, herkende de ontroering en in de omhelzing vermengden zich hun tranen.

foto zoek de zon zij328 jaar geleden is dat nu. De schalen zijn er nog steeds. Dat de spreuk toen zoveel losmaakte, kwam ook omdat die jaren eerder al onderdeel uitmaakte van het poezieversje dat haar moeder in mijn vrouw’s eerste poeziealbum had geschreven. Dat was in haar vroege kindertijd. Het versje eindigde met de regel: ‘Kindlief, zoek de zonnezij’.
In de schalen waren die jaren van ouder en kind liefdevol ingebakken. ‘Zoek de zon zij’. Het waren de woorden die haar ouders ons meegaven op onze levensreis. Misschien wel omdat hún ouders, een generatie eerder, dat ook hadden gedaan.

En nu sta ik hier. Een paar dagen geleden heb ik de schalen weer eens opgepoetst. ‘Zon’ foto zoek de zon zij4is het thema van deze herdenkingsdienst en in de voorbereiding van dit verhaal, dacht ik aan de schalen en aan de spreuk die ons als levenswijsheid cadeau was gedaan. De moeder van mijn vrouw heeft die zonnezij op haar eigen manier al opgezocht en gevonden. De tekening van haar leven was in 2011 helemaal voltooid. Vijf jaar later dan haar man, die in 2006 zijn reis naar de zon en de sterren al was begonnen. Mijn ouders hebben hen daar bij aankomst misschien wel welkom geheten, omdat zij al in 1979 en 1994 afscheid namen. En nog helemaal niet zo lang geleden, in 2016, vertrok mijn zus voor haar laatste reis, nadat ze kort daarvoor in Hospice Doevenbos te gast was.

U allen bent hier, omdat u in het afgelopen half jaar soortgelijke ervaringen heeft gehad. Uw ouders, uw broer of zus of een ander familielid of kennis heeft afscheid genomen. Op weg naar een plek, waar wij nog geen weet van hebben. In ieder geval een plek in uw hart en, wie weet, ook een plek dichtbij de zon. Als het verdriet over hun vertrek langzaam plaats maakt voor het besef dat uiteindelijk iedereen zijn of haar bestemming zal vinden, dan worden regendagen vanzelf weer zonnig. Geef het tijd.

foto zoek de zon zij5Want na regen komt weer zonneschijn. Iedereen weet het, maar we staan er misschien niet altijd bij stil. Op de schaal is de zon tussen de wolken getekend. Soms drijven de wolken voor de zon. Toch ligt het er maar net aan vanuit welke kant je er naar kijkt. Vanaf beneden bedekken grijze wolken vaak de zon. Maar bezie je het van boven, dan staat de zon onmiskenbaar vooraan. De diepere zin van de spreuk ‘Zoek de zon zij’ ligt dan ook in de dubbele betekenis ervan. Ten eerste omdat die refereert aan een plek, waar de mensen waarvan we afscheid moesten nemen, misschien wel hun warme hemel hebben gevonden. En in praktische zin is het een houvast voor ons, om na alle verdrietige gebeurtenissen en donkere wolken, toch telkens weer op zoek te gaan naar de zonnezij van het leven.

Dat wens ik u allemaal toe. Indachtig de spreuk op de schaal, 28 jaar geleden opgeschreven en jaren daarvoor al in een poezieversje verwoord. Met die éne zin wil ik dit verhaal dan ook besluiten. Voor hén, én voor u: Kindlief, zoek de zonnezij!

Sterrenstof

In de krant las ik dat de eerste vlucht van een Amerikaanse ruimtesonde langs de zon goed is verlopen. Hij doorstond de extreme hitte en de straling, toen hij maandag 5 november op 24 miljoen kilometer afstand met grote snelheid, historisch dicht langs onze grootste ster scheerde. De sonde doet onderzoek naar de zonnewind, las ik. Onderzoek naar de constante stroom van deeltjes die de zon afvuurt.

Het woord ‘zonnewind’ sprak me aan. Net zoiets als ‘sterrenstof’, maar dan overdag. Zo klein, dat je het niet ziet. Maar toch zó belangrijk, dat er ruimtesondes voor worden gebouwd om het te ontdekken. Waarschijnlijk om wetenschappelijke redenen, maar ik vind het symbolisch belang ervan minstens zo interessant. Ik ben niet erg bijbelvast en ik schrik een beetje van mijn geheugen, maar ik moet ineens denken aan de zin ‘van stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren’. Google vertelt mij dat het uit het oude testament komt. Uit Genesis 3:19.

Sterrenstof. Zonnewind. Op de een of andere manier zijn het hele mooie woorden, die troost in zich herbergen. Stof tot nadenken. Bij het afscheid van een dierbare geeft licht ons troost. We hoorden het  Lucie net vertellen. In de vlam van een kaars schuilt warmte. Ze geeft licht, net als de sterren en de zon. En het is daarom niet vreemd dat het licht van de sterren en de warmte van de zon ook troost geven. Onze dierbaren, hoe ver weg ook, hebben die ruimtesonde misschien wel glimlachend voorbij zien scheren.

Sterrenstof. Zonnewind. Misschien moet je je fantasie gebruiken om te geloven dat het er is. Of eigenlijk, om te geloven wat het met je kan doen. Met ons, zoals we hier nu zitten. Maar ook met hen, die we hier nu gedenken. In mijn fantasie zie ik het kleine elfje bij Peter Pan, dat met sterrenstof strooit om de zwaartekracht te overwinnen. Zou sterrenstof mijn dierbaren, mijn vader en moeder, mijn zus, ook lichter hebben gemaakt, zodat ze vervolgens met de zonnewind mee konden waaien, naar plekken, miljoenen kilometers hier vandaan?

Lichtjaren verwijderd en tegelijk zo dichtbij. Zonnewind en sterrenstof. Soms, als de zomerzon op stille zaterdag-ochtenden door de kieren van de gordijnen schijnt, dan zie je het zweven. Sterrenstof, dwarrelend op de zonnewind. Als op een doordeweekse winteravond de volle maan miljoenen sterren bijlicht, dan lijken die te zweven, als stof door de lucht. Is het misschien daarom dat we, kijkend naar de sterren, vaak aan onze dierbaren denken? Omdat de zonnewind van overdag  ons ook ‘s avonds in het sterrenstof laat zweven. Ook al zien we het niet.

Want ook als je het niet ziet, is het er altijd. Net als onze dierbaren. Soms zichtbaar, in het sterrenstof dat is meegenomen door de zonnewind. Dan weer onzichtbaar maar vanaf de dag dat we ze moesten missen, altijd aanwezig. In onze gedachten. In zonnewind en in sterrenstof. Altijd om ons heen. Meegedragen op de wind van de zon, even rustend op de maan en dan via de sterren neerdwarrelend op aarde, op een ieder van ons. En in elk sterrenstofje ligt een herinnering verborgen. Een herinnering aan hen die er niet meer zijn. Maar tegelijk overal aanwezig. Hier bij ons, op de plek waar we zijn. En misschien wel in een ruimtesonde, op 24 miljoen kilometer afstand van de zon.

zon

parkersolarprobe

Tulp

Bij ons in huis staan elk jaar tulpen uit eigen tuin. Thea teelt ze zelf. In allerlei soorten en kleuren volgen ze elkaar op in de vazen die her en der op tafels staan. 01Wekenlang een komen en gaan van kleurige pracht. Mooi in alle fases van ontwikkeling. Van stevig piepend en nog groen, 02tot fragiel, bijna vervallen maar des te feller gekleurd. 03Steeds als er weer een bloemblad wordt losgelaten, lijkt het alsof de tulp tegelijk iets verder doorbuigt, als wilde ze de grond kussen waar alles begon. 04Met zorg en aandacht heeft Thea de tulpenbollen vóór de winter in de tuinaarde gepoot. Er is een koudeperiode nodig om de bollen onder de grond te laten ontkiemen. Eerst kou om in een latere fase de warmte op te kunnen zoeken. In de zomer, rond deze tijd, verlaten ze een voor een voorzichtig de duisternis van de aarde en gaan gericht op zoek naar de warmte van het licht. En daar zijn ze mooi, in elke fase van hun groei. 05Ik schreef ooit dat wanneer mensen komen te overlijden, ik me kan voorstellen dat ze een nieuwe fase ingaan. Wat ik dan een troostrijke gedachte vind, is dat je als nabestaande de ziel van je dierbare in de dingen om je heen kunt zien. In een fladderende vlinder bijvoorbeeld, of een golvend voorbijvliegende groene specht in een schaduwrijk bos. Waarom zou een voltooid mensenleven dan niet geprojecteerd kunnen worden in de prachtige kleuren van een tulp. 06De thema’s van deze herdenkingsdienst zijn niet voor niets ‘tulp’ en ‘nieuw leven’. Lucie heeft u daarover al verteld. En nu ik naar de vaas op tafel kijk, 07zie ik het nog duidelijker. Elk felgekleurd vallend blad, elke buigende bloem, heeft woorden van troost in zich verborgen. Een hele tuin van tulpen is zo elk seizoen weer een stille symfonie van medeleven. 08Elke tulp, eerst vriendelijk wuivend in de wind, wil straks gehoord worden als u ze in de vaas zet.

Twee jaar geleden vertelde ik hier, vanaf deze plek, over mijn zus, een van de eerste gasten van het Hospice. Twee dagen slechts duurde haar verblijf. Als een mooie tulp in haar laatste fase, verloor ze in korte tijd blad voor blad. 09Terwijl haar leven zich naar het einde toe boog, gaf haar ziel nog meer kleur aan de dingen om ons heen.

Natuurlijk, eerst was er de kou van het verdriet. Maar misschien wel dankzij die kou, werd het ook weer zomer, en liet ze ons zien dat er niets verloren gaat. Net zoals een tulp haar gevallen bladeren gul teruggeeft aan de aarde, diezelfde aarde van waaruit alles ooit begon, 10zo gaf zij ons de levende herinnering aan wat altijd zal duren en overal kan zijn. In een fladderende gele vlinder. Of in een vliegende groene specht.11Maar zeker ook in een vallend tulpenblad. Want als een tulp al haar bloembladeren heeft laten vallen, dan zie je pas goed hoe mooi de kern eigenlijk is. 12De kern waar toch weer leven in zit.