Merel…

nog een klein uurtje in de zon
voor dat de avond gaat beginnen
en dus nog net heel even tijd
om een gedichtje te verzinnen

over begin en eind gedacht
maar vrij snel ook, wat maakt het uit
of het nu dag wordt of snel nacht
omdat juist nu een merel fluit

zijn zang begon zonder een eind
en eindigt straks zonder begin
en licht of donker, vroeg of laat
hij zit er áltijd middenin

Meningen…

Twijfel

Ik twijfel of ik er iets van moet zeggen. Maar iets in mij zet me aan om het wel te doen. Iets te zeggen, namelijk, over meningen die mensen kenbaar maken. Vooral sociale media, zoals Twitter en Facebook, staan er vol mee. In mijn geval is het vooral Facebook (Twitter gebruik ik alleen maar passief), waarin mij regelmatig meningen worden voorgeschoteld, die afkomstig zijn van mijn Facebookvrienden. Dat is niet zo vreemd. Het is inherent aan dat platform en ik maak er tenslotte vrijwillig deel van uit. Vrijheid van meningsuiting en zo. Daar kun je toch niet op tegen zijn…

Klopt. En toch. Ik vraag me steeds vaker af wat iemand er mee opschiet, met het delen van zijn of haar mening. Maar vooral, wat de diepere motivatie of onbedwingbare drang is van iemand om zijn expliciete mening over wat dan ook via Facebook kenbaar te maken. En wat me ook bezighoudt, gaat over de manier waarop de meningen vaak geformuleerd zijn. Wát is het dat mij raakt, in een uitgebreid verhaal over de visie van vriend x of de tegenovergestelde visie van vriend y, of wat stoot me daarin juist af? En misschien nog wel belangrijker: Wat zegt dat over mij? Want het dilemma van dit alles: Is wat ik hierover opschrijf eigenlijk ook niet slechts een mening? Dus vandaar mijn twijfel. En toch de stap om hier iets over te zeggen.

Associaties

Als ik er over nadenk, dan komen er een aantal woorden bovendrijven. ‘Twijfel’, ‘vooringenomenheid’, ‘invoelingsvermogen’, ‘acceptatie’, ‘verzet’, ‘zekerheid’ en ‘begrip’. En vóór al die woorden zou ik ‘te weinig’ of ‘te veel’ willen zetten, om aan te geven wat me raakt in veel meningen die ik langs zie komen. Te weinig twijfel bij te veel vooringenomenheid. Te weinig invoelingsvermogen voor andere meningen, of te weinig acceptatie dat die andere opvatting er ook mag zijn. Te veel verzet en te weinig begrip. Of teveel begrip bij te weinig zekerheid. Want ónder veel meningen staan weer meelevende reacties waarvan ik niet altijd de indruk heb dat ze gebaseerd zijn op gedegen zelfonderzoek of gefundeerde eensgezindheid met de vertolker van de mening. 

Maar ja, wat moet ik er verder mee? Maakt het uit wat ik er van vind? Is tenslotte ook maar een mening. Nou wil het toeval (…) dat ik net twee boeken van Eckhart Tolle (*) gelezen heb, die daarin spreekt over de waarde van het Nu en het zijn in het moment. Hij heeft het over het ego, dat leven in het Nu juist wil voorkomen en het Nu daarom vooral gebruikt als springplank naar de toekomst, al dan niet gebruikmakend van het verleden. Sinds dat ik het tweede boek bijna uit heb, gaat er steeds vaker een zinnetje door mijn hoofd, waar ik nog een keer iets mee wil doen: ‘Eckhart Tolle, ik begrijp hem nog niet ten volle..’. Maar ik herken en constateer wel dat veel meningen hun oorsprong vinden in het verleden of gericht zijn op de toekomst. 

Besef

Verstand, gevoel en argumenten vechten vervolgens om het gelijk. Het lijkt een zich alsmaar herhalende en verhardende strijd over oorzaken in het verleden en gevolgen voor de toekomst. Maar wat ik steeds meer besef, is dat hoe uitgesprokener meningen zijn, hoe minder ze bijdragen aan oplossingen. Omdat die het vooral moeten hebben van samenwerking en harmonie. En nog meer ligt die oplossing mogelijk vooral in jezelf. Kwalificaties als ‘complotgekkies’ of zinnen als ‘wie dat niet snapt, spoort niet’, werken polariserend en verharden de standpunten. Wat minder expliciet, maar juist daardoor misschien nog wel meer misleidend zijn de verfijnd in de tekst verweven kwalificaties van de ander of de andere mening en de verstopte retorische vragen, die geen ruimte laten voor alternatieve antwoorden.

Er is meer dan slechts één mening. Als je toch vasthoudt aan die éne mening en je voelt de drang om die vervolgens met mij te delen, weet dan dat ik er niet per definitie op reageer met eens of oneens. Ik kijk wel naar het moment. En waarschijnlijk twijfel ik dan of ik er iets van moet zeggen. Maar wacht even, misschien is het dat wel! Dat vrijheid van meningsuiting te weinig wordt gezien als het gewoon even niet uiten van je mening? Of -zonder dubbele ontkenning- en niet als een retorische vraag verhuld, geponeerd als slotstelling: Vrijheid van meningsuiting wordt teveel gezien als het móeten uiten van je mening… Het is een drang waar ik in ieder geval niet aan zou willen toegeven. Dat laatste is een doel, geen mening. We leren elke dag bij. Maar dat is wel weer een mening. Denk ik…

Foto van Unspash.com | Michelle Bonkosky

(*)
1.Eckhart Tolle: Een nieuwe aarde (de uitdaging van deze tijd)
2. Eckhart Tolle: De kracht van het Nu (Gids voor een bewust en gelukkig leven)

Tijdlijnen…

Vanochtend een wandeling gemaakt. Even bij het kerkhof geweest en stil gestaan bij het graf van mijn ouders. Opnieuw hun namen en vooral de jaartallen op me in laten werken. Het stenen kruis is voor het eerst in 1978 van tekst voorzien. Dat was het jaar dat mijn moeder is begraven. In 1994 is er uit het stenen kruis zorgvuldig nog meer steen weg gebeiteld en kwam de naam van mijn vader tevoorschijn.

Bij mijn moeder staat er een sterretje voor het jaartal 1929. Bij mijn vader voor 1928. De kruisjes die er staan voor 1978  en 1994 zetten me altijd even aan het rekenen. Zij werd 49 en hij 66. Mijn leeftijd ligt daar nu zo’n beetje tussenin. 10 jaar ouder dan dat zij werd en volgend jaar 6 jaar jonger dan mijn vader, toen hij stierf. Allebei veel te jong. Jaartallen. Tijd in het algemeen. Voortdurend doortikkend. Nietsontziend en allesomvattend.

Vanochtend, verder wandelend door Horst, heb ik me afgevraagd hoe ik zelf om ga met de tijd waarin ik leef. En met de tijd die ik leef. Laat ik me vooral passief meevoeren op de golven ervan, of roei ik -misschien wel tegen beter weten in- zo nu en dan ook actief tegen de stroom in? Misschien doe ik wel allebei? En is het eerste eigenlijk wel zo passief? Of het tweede wel zo actief? Je denkt wat af als je loopt.

Het mooie is dat je kunt denken en wandelen tegelijk. Sterker nog, als je dat allebei maar lang genoeg doet, krijg je er ook nog honger van. Omdat de ochtend al middag was geworden heb ik tegenover de Lambertuskerk bij Greun een thee besteld en een broodplankje laten maken. Mijn gedachten over tijd kregen een hele concrete vertaling in de vorm van een ‘drie-in-een-zandloper’ die bij mijn thee werd gezet. Drie kleuren zand die respectievelijk in 3, 4 en 5 minuten de tijd wegtikten. Mijn Earl Grey thee hoorde in de oranje 3-minuten categorie.

Terwijl ik daar zat, filosofeerde ik verder. Hoe zat dat nu met de tijd. En met het verschil tussen de tijd die je leeft en waarín je leeft. Bij het stenen kruis van mijn vader en moeder rekende ik de tijd uit die ze hadden geleefd en vergeleek dat met de tijd die ik al had geleefd. Maar tegelijk dacht ik aan de tijd waarin zij hadden geleefd en vergeleek die met de tijd waarin ik nu leefde. Bij Greun zittend met thee en een broodplankje, tegenover de Lambertuskerk, meende ik zeker te weten dat in dat opzicht hun leven toen compleet anders was dan mijn leven nu.

Maar hoewel compleet verschillend, realiseerde ik me ineens dat hun en mijn tijd elkaar belangrijke tijdsperiodes hadden overlapt. Achttien jaar lang samen met mijn vader én moeder en nadat zij stierf, nog een tijdsperiode van 16 jaar met mijn vader. En toen pas, nu alweer 25 jaar geleden, stopten definitief hun tijdlijnen, terwijl mijn tijd gewoon door tikte. 

Bovendien, waar er twee tijdlijnen wegvielen, kwamen er twee nieuwe voor in de plaats. Twee tijdlijnen die in de afgelopen 25 jaar met die van mij zijn gaan oplopen. Die van Pip en Mees. In zekere zin vergelijkbaar met de tijdlijnen die ik met mijn ouders had. Sterker nog, de tijdlijn van Pip liep zelfs nog een half jaar synchroon met de tijdlijn van mijn vader.

Als ik al die gedachten van zaterdagmiddag op een rij zet, kom ik voorzichtig tot een soort van conclusie. De tijd die we leven is niet méér dan een rekensom, waarvan eigenlijk de uitkomst volkomen onbelangrijk is, zolang je de tijd waarin je leeft maar ten volle gebruikt óm te leven. Leven op de overgang tussen verleden en toekomst. Een overgang die je koestert in het nú. 

Je zou kunnen zeggen, léven, precies in het midden van een zandloper. Op die plek maakt het namelijk niet uit of het 3, 4 of 5 minuten is. Het gaat erom wat je op dat moment doet. Bijvoorbeeld Earl Grey thee drinken, een broodplankje bestellen en daar tijdloos van genieten…