GvdM | 231121
Tag: wijsheid
Geen wedstrijd…
Ik weet het niet. Niet wat ik er over zou willen schrijven en niet wat ik er over zou willen zeggen. Die laatste situatie komt met regelmaat voor als er gesproken wordt over wat er zich in de wereld afspeelt. Obamacare al dan niet, Trump al dan niet, Poetin al dan niet, Van der Staay al dan niet, ISIS-terugkeerders al dan niet, een Nederlandse regering al dan niet. Vrouwen, mannen en voetbal al dan niet. Vrouwen en mannen überhaupt al dan niet. En zo zijn er nogal wat topics.
Gooi al deze zaken in een potje, schud er goed mee en laat alles er maar weer uitlopen. Je zult zien dat er een heleboel nieuwe combinaties uitkomen, uit dat potje nat. Van der Staay als fundamentalist, al dan niet (column van Leon Verdonschot), Nederlanderschap voor ISIS-spijtoptanten, al dan niet (vlog #19 van Ebru Umar). Trump er dankzij Poetin wel of niet (tegenstrijdige berichten in diverse media). Vrijwillige levensbeëindiging bij ondraaglijk lijden al dan niet. Is dementie ondraaglijk? Is Trump dement? Allemaal nieuwe combinaties waarvan ik ook dan nog steeds niet goed weet wat ik er over zou willen of kunnen zeggen.
Er over schrijven gaat meestal beter. Want dan heb je even de tijd om na te denken over je mening. Of niet. Want is het wel zo vanzelfsprekend om steeds iets te ‘vinden’? Soms lijkt het in deze meer en meer gepolariseerde wereld dat je moét kiezen. Een mening moét hebben. Over mannen. Over vrouwen. Over voetbal. Over politiek of internationale handelsverdragen. Bio-industrie. Eigenlijk over alles wordt je geacht wat te vinden. Want als jij er geen mening over hebt, dan vinden al die anderen er wel wat van. En dan sta jij, voor dat je het weet, met 1-0 achter en heb je het toch weer over voetbal.
Zoveel meningen. Zoveel tegenstellingen. Telkens weer vooral pijnlijk confronterend hoe elk onderwerp tot strijd wordt verheven. In discussieprogramma’s op tv, op Facebook en andere social media. In de krant. Argumenten worden soms zóver omgebogen dat wat waarheid leek, ineens leugen is. En andersom. ‘Fake-news’ als het je niet bevalt en ‘the truth’ als het jezelf aanstaat. Geen plek voor ‘agree to disagree’. Want bij 1-1 is er geen winnaar. Dus…
Je zou kunnen zeggen dat ik op dit moment een wat cynische toon aansla. Maar ach, mijn eerste week van de vakantie zit er bijna op en ik heb wat meer tijd besteed aan de kranten en aan social media. Ik heb wat reacties gelezen en soms reacties op reacties opengeklikt. Op de column van Leon Verdonschot bijvoorbeeld. Of de vlog van Ebru Umar. Nuance is vaak ver te zoeken zeg ik even eufemistisch. En dan lopen de scores snel op, kan ik vertellen. Van zoveel onbegrip, haat en onnozelheid valt niet te winnen. Misschien wel omdat begrip, liefde en wijsheid geen wedstrijd is.
Trudy
Het is al meer dan tien jaar geleden. Trudy had een, wat wij broers en zussen, ‘mindere periode’ noemden. Ze zag dan de dingen anders dan dat wij die zagen. En daar was ze op die momenten bijna niet van af te brengen.
Drie kaartjes had ze stevig in haar hand, toen ik haar thuis bezocht. ‘Daar draait het allemaal om’, zei ze en ze gaf me één van de kaartjes. Ze had er zelf iets op geschreven. Een citaat van Maria Montessori. Ik las het en herinner me, dat terwijl ik het las, ik in mijn hoofd bezig was hoe ik haar zelfbedachte ‘drie-eenheid’ weer naar ‘onze wereld’ terug kon redeneren.
Maar toen ik opkeek van het kaartje, zag ik de tranen in haar ogen. Tranen die ik al jaren niet meer had gezien. Haar wereld raakte ineens met enorme kracht mijn wereld. Haar moeder was ook mijn moeder. Trudy en ik waren kinderen met dezelfde geschiedenis. Tegelijk deelde zij verleden en toekomst met haar eigen kind. Haar pijn werd even ook mijn pijn. Diep en snijdend. Moeilijk onder woorden te brengen.
Op dat moment pastte alleen maar huilen. Onze tranen weerspiegelden hetzelfde leed. Niet lang, want al snel was het weer alleen haar pijn. En bleef ik zitten met een diep gevoel van herkenning.
Ik was er door van slag. Zonder woorden had ik slechts een fractie van haar pijn ervaren. En dat raakte me zó diep. Hoe krachtig moet een mens zijn om de volle omvang van die pijn te verdragen, vroeg ik me af. Trudy bezat die kracht. Telkens weer. Haar moeder -onze moeder- ook. Ik wil geloven dat ook zij die kracht had. Zo sterk zelfs dat haar lichaamskracht er uiteindelijk niet tegenop kon, toen ze een longbloeding kreeg, terwijl ze geestelijk aan het opknappen was.
Jaren later, 2015, lijkt de geschiedenis zich te herhalen. Het beeld van enorme kracht wordt opnieuw bevestigd. In dat jaar wordt Trudy namelijk ook lichamelijk op de proef gesteld. Ze doorstaat het met verve. Met driekwart long neemt ze de fatale diagnose in 2016 met een stoicijnse berusting: ‘Mensen gaan dood aan kanker. Ik waarschijnlijk ook, maar daar ben ik niet bang voor. Dan zie ik mijn vader en moeder weer’, zegt ze op de terugweg van het ziekenhuis naar Horst.
Op haar ziekbed, ongeveer een maand geleden, vraagt ze me om het fotolijstje van haar dochter open te maken, om te controleren of het kaartje er nog inzit.
Hetzelfde kaartje van tien jaar geleden komt inderdaad tevoorschijn. ‘Oké’, zegt ze, alsof die wetenschap haar gerust stelt. Een paar weken verder gaat haar toestand in een paar dagen snel achteruit. Mijn zus Mariet en ik zitten wakend aan haar bed in het pas geopende hospice ‘D’n Doevenbos’.
Terwijl Trudy slaapt, vertel ik Mariet over het kaartje achter de foto. Ik pak het er uit en reik over Trudy heen om het Mariet te geven. Terwijl die naar het kaartje kijkt, gebeurt dat wat onvermijdelijk is. Trudy stopt met ademen terwijl Mariet het kaartje in haar hand houdt.
Het is alsof op datzelfde moment het kind in Trudy zich verheft. Het begrijpt ineens de waarheid, die voor ons allemaal nog duister is. Wie groot wil zijn in het koninkrijk der hemelen, die worde gelijk aan de kinderen. Trudy heeft die tekst van Maria Montessori jarenlang bewaard. Ik vanaf nu ook.
Wijsheid is vooruitgeschoven twijfel
De afgelopen dagen heb ik opnieuw een paar keer de opmerking ‘wat is wijsheid’ gehoord. Niet uitgesproken met een vraagteken, maar wel een beetje zo bedoeld. Een vraag waarin het antwoord lijkt te zijn inbegrepen. ‘Retorisch’ heet dat volgens mij. Omdat ik niet meteen op het woord ‘retorisch’ kon komen, heb ik dat via Google opgezocht. Poeh, dan schrik je wel even. Ik wil alleen ‘retorisch’ vinden, maar ik word geconfronteerd met nog veel meer vraagsoorten. Komen ze: Open, gesloten en keuzevraag; directe en indirecte vraag; gerichte of lineaire vraag; strategische vraag; reflectieve vraag; retournerende vraag; doorvraag; relationele en circulaire vraag; negatieve vraag; suggestieve vraag; retorische vraag -die zocht ik- en, om het lijstje af te ronden, de hypothetische vraag.
Boven die indrukwekkende lijst staat dat een vraag een zin is die bedoeld is om informatie in te winnen, een verzoek te uiten of tot denken aan te zetten. Nou, dat laatste aspekt, dat werkt… Was ‘wat is wijsheid’ al die keren wel retorisch bedoeld, vraag ik me af. Of zou de opmerking misschien met een suggestieve danwel hypothetische bedoeling zijn gemaakt? En misschien zit er daarom wel verschil tussen wat de één met ‘wat is wijsheid’ bedoelt en wat de ander met zo’n opmerking voor ogen heeft. Wat is wijsheid, vraag ik me nu eigenlijk -nóg meer dan daarnet- af…
Ik stoei wat met bedenksels als ‘wijsheid is uitgestelde angst’ en ‘wijsheid is vooruitgeschoven twijfel’. Om de reden daarvan duidelijk te maken moet ik even de situatie schetsen waarin de opmerking werd gemaakt. We zaten met z’n tweeën te praten over een confronterend en emotioneel onderwerp. Het onderwerp maakte bij ons allebei wat los, maar of het ook dezelfde gedachten of vragen opriep, dat werd me niet duidelijk. Niet, wat de emotie aanging en niet wat de confrontatie betrof. Het op het eind uitgesproken ‘tja, wat is wijsheid…’ maakte dat we er in ieder geval over eens waren, dat de tijd het ons misschien wel zou leren. We verwachtten van elkaar op dat moment geen antwoord. We wisten immers niet wat ‘wijsheid’ was. Wel was er twijfel. En misschien zelfs angst?
Dus ‘wat is wijsheid’? Goed omgaan met die twijfel? Niet laten leiden door angst? Tijd het werk laten doen? Van allemaal een beetje? Ik denk het. Maar wijsheid is vooral dóen. Niet alleen tijd het werk, maar ondertussen ook zelf aan de slag! Want je kunt je zóveel afvragen. Direct of indirect, strategisch of hypothetisch. Je kunt alsmaar blijven reflecteren op van alles en nog wat en onophoudelijke suggesties doen hoe het misschien ook zou kunnen. Je kunt over en weer blijven doorvragen, relationeel, circulair ja zelfs lineair. Maar, hoe goed bedoeld ook, dat schiet allemaal niet op. Schuif dus maar even vooruit, die twijfel. Stel de angst gewoon een tijdje uit. En dóe vooral. Dat is wijsheid. Uitgestelde angst. Vooruitgeschoven twijfel. En vooral dóen! Ik weet het zeker.
PS Voor degene die zich bij het bovenstaande toch nog van alles afvragen. Hieronder een wijze link…
“>http://nl.wikipedia.org/wiki/Vraag_(taal)#Retorische_vraag