Een peuter op het Lambertusplein heeft een gaatje gevonden, waar zij een stokje in kan steken. Vlakbij de fontein die uit staat. Haar vader kijkt er naar. Hij heeft het handvat vast van een steel die aan een plastic fietsje bevestigd is. Voor zometeen. Het stokje gaat een beetje onhandig in en uit het gaatje en elke keer als dat lukt, kijkt de peuter naar haar vader, of die ook wel getuige is van haar ontdekking en alle geslaagde pogingen.
Ik zit binnen bij Grøn, aan een tafeltje vlakbij het raam, dicht tegen de verwarming en kijk naar het aandoenlijke tafereeltje buiten. Dan stopt er een man bij de ingang van Grøn . Hij laat de riem, waaraan zijn herdershond vast zit, zonder aarzelen op de grond vallen. Een fors rubberen bot gooit hij ernaast. De man loopt naar binnen, steekt zijn hoofd door de deur en ik hoor hem een koffie verkeerd bestellen. Buiten zie ik dat de peuter een aantal wiebelige pasjes zet in de richting van de herdershond, die geduldig op zijn baasje wacht.
Ik stel me voor hoe alert haar vader op hetzelfde moment de afstand inschat tussen zijn kind en de hond. Die afstand blijft gelukkig ruim aan de veilige kant omdat het meisje de grens lijkt te hebben bereikt van de wereld die zij in haar ontdekkingsdrang aankan. Ze stopt, kijkt om naar haar vader, en ziet dat die haar nieuwe ontdekking ook heeft gespot. Zij draait zich om, loopt naar hem toe en samen verdwijnen ze uit mijn zicht.
Buiten ontdoet de man zijn hond van de riem. Met het rubberen speeltje houdt hij zichzelf en de hond bezig. Ik kijk er naar, terwijl ik op mijn thee wacht. Ik probeer me het gevoel van de vader van zojuist voor te stellen, door uit mijn herinnering te putten hoe ik er zelf liep, toen mijn dochter en zoon de leeftijd hadden van net kunnen lopen. Ik merk dat door de jaren die herinnering in beelden niet meteen paraat is. Maar wat ik voel, vertedert me. Ik neem me voor om de video-opnamen van toen weer een keer te gaan bekijken.
De jongeman van Grøn brengt me vriendelijk mijn Earl Grey-thee. Of ik er een zandloper bij wil, om de tijd van drie minuten in de gaten te houden. Prima. Terwijl de oranje zandkorreltjes langzaam van boven naar beneden vallen, denk ik aan de foute associatie die ik steeds bij Earl Grey heb, namelijk Early Gray, als in ‘vroeg grijs. Gray met een a. Ik zet het in gedachten af tegen de naam Grøn . Nog ‘groen’ zijn als vader, tegenover het ‘vroeg grijs’, waar ik mijzelf op dit moment met mijn leeftijd inschaal.
Earl Grey. De thee blijkt te zijn vernoemd naar een Brits staatsman en premier, bovendien graaf -in het engels ‘earl’- met de naam Charles Grey. Grey met een e. Hij leefde van 1764 tot 1845. Wikipedia vertelt me eveneens dat kapitein Jean-Luc Picard uit de serie ‘Startrek: The Next Generation’ er ook steeds om vroeg: ‘ Tea, Earl Grey, hot!’. Het zijn weetjes die ik opzoek, om mijn radiobijdrage voor Wört op de valreep nog wat extra inhoud te geven. ‘The next generation’. Zoals de peuter van zojuist dat is voor haar vader en zoals mijn kinderen dat zijn voor mij. Wel toevallig dat ik die subtitel ‘The Next Generation’ nú juist tegenkom. De volgende generatie…
Vóór ik bij Greun ging zitten heb ik bij Bruna twee boeken gekocht. ‘Otmars zonen’ van Peter Buwalda en ‘Alles lijkt zoals het was’ van Frits Spits. Sippend van de hete thee, constateer ik dat die boektitels mijn gedachten misschien al wat hadden ingekleurd, voordat ik besloot een kop thee te gaan drinken. Ik kijk naar buiten. Wel fijn dat er een forse overlap is tussen mijn generatie en de volgende. Een kleurrijke tijd. Van relatief groen naar vroeg grijs. Via oranje zandkorrels, die in drie minuten tijd heel veel jaren kunnen doen verstrijken…

Wat een mooie overpeinzing !