Onder de indruk van twee momenten, gisteravond op tv. Allereerst de 83-jarige Paul van Vliet bij De Wereld Draait Door. Wat een wijsheid. Later op de avond het tweede moment. Wat een triestheid. De genante vertoning bij RTL Late Night. Nog niet eens door het welles-nietes gehalte van al dan niet gemaakte afspraken. Ook niet door de onbeholpen maar waarschijnlijk goedbedoelde poging van Twan Huijs om van ‘pijnlijk gitzwart’ en ‘compromisloos spierwit’ ‘eensgezind grijs’ te maken. Wat me vooral trof was de eenzijdige onwil van mensen om nog met de ander in gesprek te gaan.
Vandaag, de laatste warme dag van 2018, aan beide momenten terug moeten denken. Vanmiddag heb ik het boek van Paul van Vliet gekocht: ‘Brieven aan God en andere mensen’. Gisteravond bij Mathijs las hij er een gedicht uit voor. Een prachtige afsluiter van het hoofdstuk ‘Japie Groen’. Een liedtekst die Paul vlak voor de millenniumwissel in 1999 had geschreven. Het ging over Japie Groen, een joodse jongen en Pauls klasgenootje van toen. Opgepakt in de oorlog en vergast in Sobibòr.
Toen Paul van Vliet het gisteren voorlas moest ik denken aan het gedicht ‘Ben Ali Libi’ van Willem Wilmink, dat ooit zo prachtig vertolkt is door Joost Prinsen. Zojuist weer even teruggekeken en geluisterd en opnieuw tranen in mijn ogen. Het gedicht over ‘Japie Groen’ gaat over hetzelfde thema. De machteloosheid bij onrecht en de diepgewortelde wil om dingen ten goede te laten keren. Het couplet dat me gisteren vooral raakte:
…
Want ik denk nog vaak aan Japie Groen,
mijn joodse klasgenoot van toen,
die nauwelijks mocht leven,
die mij, voor hij werd opgepakt
en in die wagen werd gesmakt,
zijn speelgoed heeft gegeven.
…
‘Groen’. ‘Speelgoed geven’. ‘Sinterklaas’. ‘Zwart’. ‘Wit’. Het brengt me bij de uitzending van RTL Late Night gisteravond. Het niet samen aan tafel willen zitten en het geharrewar daarover (met advocaten!) kreeg een geladenheid die pijnlijk duidelijk maakte hoe eigenschappen als kleur of afkomst weer langzaam in de buurt lijken te komen van datgene wat Paul van Vliet, Willem Wilmink en Joost Prinsen zo indrukwekkend onder woorden hebben gebracht. Als standpunten zo verharden dat ze niet meer bespreekbaar zijn, dan wordt het eng.
Principieel ‘een lijn trekken’ en vinden dat je dan recht hebt van ‘niet spreken’ is een teken aan de wand. Als je vindt dat jouw mening de enig juiste is en je weigert vervolgens om daarover in discussie te gaan, dan zijn andersdenkenden op dat moment daarmee veroordeeld. De onredelijkheid daarvan stuit me tegen de borst en tegelijk maakt het me bang. Want dat leidt tot een wederzijdse veroordeling die -zonder uitwisseling van argumenten- iedereen schuldig maakt.
Misschien is dat het grootste probleem wel. Je zelf onschuldig wanen en er dan niks meer over willen zeggen. Of alleen maar kleur willen bekennen aan diegenen met dezelfde voorkeur. Elkaar daarin versterken en in de escalatie vervolgens andere kleuren uitsluiten. Of nog erger: uitgummen. Wit, zwart, groen… en bruin? Nee, laat ik daarom duidelijk zijn. Van mij mogen Pieten alle kleuren hebben. Juist uit respect voor Japie Groen en Ben Ali Libi. En voor iedereen die hen op wat voor manier dan ook woorden geeft. Ook Twan Huijs.
Fotografie: Ricardo Mancía
Het fragment uit DWDD met Paul van Vliet. Op 11:50 het prachtige gedicht in z’n geheel.
Mooie overdenking weer Geert (al heb ik niets van de programma’s waar hjij het over hebt gezien. Ik kan niet goed tegen Twan van Nieuwkerk 😉