Terwijl ik mijn fiets op de standaard zet, zie ik het al liggen. Een leeg sigarettendoosje. Op mijn zaterdagschrijfplek, onder de 200-jarige eik, ongeveer een meter van de houten bank. Als ik beter kijk, zie ik dat het om een buitenlands doosje gaat. In witte letters op een zwart vlak staat ‘Pusenje zacepljuje vase arterije’. De foto laat een onderbeen zien waar behoorlijk in gesneden is.
Ik rook niet maar ik weet dat er behalve ‘Roken is dodelijk’ ook andere korte waarschuwingsteksten op pakjes sigaretten staan. Waarschijnlijk één daarvan iets in de strekking van dat roken de aderen laat dichtslibben. En dan maakt het niet uit of het Poolse aderen zijn of Nederlandse. Als het waar is wat de waarschuwingstekst doet vermoeden, dan staat de roker op enig moment nog een vervelende operatie te wachten. Misschien wel in Nederland en anders mogelijk in zijn thuisland. Wie weet..
Het kan natuurlijk ook zijn dat het pakje sigaretten ooit door een niet-Pools-sprekende roker is aangeschaft. Iemand die het lezen van de angstaanjagende spreuken in zijn of haar eigen taal beu was en daarom maar een pakje kocht met een voor hem of haar onleesbare waarschuwing. Dubbel voordeel zou kunnen zijn dat je dan denkt dat de kwaal op de foto niet jou zal treffen, maar alleen buitenlanders. Als je verslaafd bent, is het makkelijk om jezelf voor de gek te houden.
Toen ik hier naar toe fietste, was mijn voornemen niet om over roken te schrijven. Maar het pakje en daarna de buitenlandse tekst intrigeerde me. Al die tijd werd er in het veld, honderd meter verderop, hard gewerkt. Het was net na de middag toen ik een aantal van die werkers bij elkaar zag gaan zitten, klaarblijkelijk om te pauzeren. Even later reden er drie witte busjes voor, die vervolgens weer heel snel vertrokken. Mét een aantal werknemers, voor zover ik kon zien. Of brachten ze juist een nieuwe lichting werkers?
Op het veld hoorde ik weer stemmen, vermengd met het geluid van een tractor. Ik zag een aantal mensen, naast elkaar zittend, stukje voor stukje vooruit getrokken worden, terwijl ze voortdurend voorover bukten om iets in de grond te stoppen. Overduidelijk iets aan het poten. Het witte busje deed me vermoeden dat de poters geen lokale jeugd was die vakantiewerk deed, maar dat het ging om via een uitzendbureau ingezette buitenlandse arbeidskrachten. In feite zorgden zij er voor dat wij in dit land gezond konden blijven eten, realiseerde ik me, terwijl ik ze hard zag werken.
Ik mijmerde nog wat door over werken, afval, gezondheid en over de mensen die dat aanging. En alsof het zo moest zijn, kwam Ton toen naar me toe gewandeld. Eigenaar van ‘Landgoed de Gortmeule’, de kampeerboerderij hier vlakbij. Na een vriendelijke begroeting bleek al snel dat hij alles wist over deze plek en het gebied er omheen. Gedreven vertelde hij over zijn passie, de natuur en hoe waardevol die was voor mensen. Over hoe trots hij was wanneer zijn campinggasten hem lieten weten dat men hier op het bankje, onder de 200-jarige eik, tot diepe gesprekken was gekomen over het leven.
Het gaf hem de energie om te doen wat hij deed, vertelde hij. Hij ruimde daarom regelmatig rommel op die op deze mooie plek terecht was gekomen. Ook vanmiddag, omdat hij wist dat er later op de dag nog bekenden langs zouden komen, die eveneens een speciale binding hadden met deze plek. Ton wist ook dat op het veld in razendsnel tempo aardbeienplanten werden gepoot. Nu aardbeien en straks weer andere planten. En inderdaad, dat werk werd meestal gedaan door Polen.
Met het lege Poolse sigarettenpakje in zijn hand, verwonderde Ton zich even over de gedachteloosheid waarmee iemand zijn afval zomaar kon weggooien. Maar hij prees zich voorál gelukkig met de constatering dat steeds meer mensen bewust werden van het belang van de natuur en er ook daadwerkelijk iets aan deden. Ton vertelde over de 200-jarige eik en hoe hij daar als kind al bij speelde. En hij vertelde me dat mijn vader vroeger bij zijn ouders ‘op de Gortmeule’ over de vloer kwam. Meer herinneringen kwamen boven. Fijn dat we die hier samen op deze mooie plek konden delen. En terwijl Ton hier en daar nog wat rommel opraapte en tot slot de kiezel bij het kruis netjes aanharkte, dacht ik na over wat mooie slotzinnen…
Op een plek waar een oude eik
in serene stilte de geschiedenis
verbindt met het nu,
valt zelfs afval in het niet
bij de zo belangrijke inzet
maar tegelijk belangeloze volharding
van hen die begrijpen
waar het echt om gaat.Om het grote te begrijpen
moet je het kleine kunnen zien
en er vooral naar handelen.Vlak voordat ik vertrok,
raapte ik het rode
plastic ijslepeltje op
dat tussen het
groene gras
bij mijn voet lag.
Hele mooie overdenking Geert. En leuke insteek mbt sigaretten kopen met een buitenlands opschrift om niet te worden geconfronteerd met de bangmakerij.
Geert je kunt het allemaal prachtig verwoorden. Nog veel schrijf plezier en succes met alles!
Prachtig Geert!Ik zie helemaal voor me Hoe jij daar met ozze Pap hebt staan buurten!!
Als ik dit lees komen de herinneringen aan onze onbezorgde jeugd van vroeger weer terug.
Mooi stukje Geert.