Op een maandagavond, het kan ook vrijdagavond zijn geweest, met Egbert het onderwerp ‘Hellend vlak’ eens nader onder de loep genomen. Ik meende de betekenis wel te kennen. Mezelf op een hellend vlak begeven, betekende in mijn beleving zoiets als ‘in een mogelijk gevaarlijke situatie terecht komen’. Niet fysiek gevaarlijk, maar in de figuurlijke betekenis, in de zin van potentieel nadeelbrengend.
Voor de duidelijkheid toch maar even gegoogled. Drie betekenissen kwam ik tegen. Uit de retoriek, uit de scheepvaart en uit de mechanica. Omdat ik niks met scheepvaart en mechanica heb, komt mijn invulling van hellend vlak dus uit de retorica. Interessant. Ik wist dat niet. Een hellend vlak, of glijdende schaal, blijkt een argument te zijn waarmee je beweert dat een bepaalde actie een reeks opeenvolgende gebeurtenissen zal veroorzaken die uiteindelijk tot een (meestal ongewenst) einde zullen leiden. Soms is een hellend vlak een terecht argument, maar vaak gaat het ook om een drogreden. Of, zoals de retorica uitlegt, als B niet onherroepelijk uit A volgt is er geen redengevend verband, en dan is het argument een drogreden. Waar het in de kern dus om gaat is het causale verband tussen A en B. Dat bepaalt of een hellend vlak een drogreden is of niet.
Interessant toch? Ik wist dat echt niet. Die maandagavond, het kan ook vrijdagavond zijn geweest, begaven Egbert en ik ons op het hellende vlak van de logica. Want wat de encyclopedie me ook leerde was dat er nog een heleboel andere argumenten te benoemen zijn. 44 om precies te zijn. Uit die lange, veelal latijnse, opsomming een paar aardige voorbeelden. Het argument van de onwetendheid bijvoorbeeld: Argumentum ad ignorantiam. Of het argument van het stilzwijgen, het argumentum ex silentio. Of neem de overhaaste generalisatie, ook wel het secundum quid genoemd.
Drogredenen op basis van onjuiste vooronderstellingen zijn er ook. De Ad Hominem (op de man spelen) en de Ad Populum (met het oog op het volk). Ad Verecundiam staat voor het autoriteitsargument en de Ad Chartam is een drogreden die een beroep denkt te moeten doen op documenten of papier. Leuk hè? Een opvallende die een beetje op zichzelf staat was de Reductio ad Hitlerum. Daar kom ik zo nog even op terug. Weer andere argumenten liggen in de sfeer van de emoties. Meerdere Ad Passiones zogezegd. De Ad Metum in Terrorem bijvoorbeeld of de Ad Baculum, die beiden een beroep op de angst doen. Of neem de Ad Odium, die een beroep doet op wrokgevoelens. De Ad Misericordiam heeft betrekking op medelijden dat kan worden opgewekt. Terecht of onterecht.
Nog een andere categorie van argumenten heeft een semantische achtergrond. De Ad Nauseam staat voor de nodeloze en misleidende herhaling. De Ignoratio Elenchi is een manier om argumenten niet inhoudelijk te weerleggen maar de argumenten zelf weer als reden op te voeren van de weerlegging. Volgen jullie het nog? Dan snappen jullie deze ook nog wel. De Petitio Principii oftewel de cirkelredenering. Die valt in dezelfde categorie als de Ad Consequentiam, wat zoveel betekent als een beroep doen op de gevolgen. In consequentiam zit consequentie. Dat vind ik dan weer interessant.
En nog één om het af te leren. Wel een toepasselijke: De Reductio ad Absurdum. Het bewijs halen uit het ongerijmde, het absurde. Daarmee weerleg je een stelling door een absurdisme. Logisch toch? Waar een maandag- of een vrijdagavond toch niet allemaal toe kan leiden hè? En dat brengt me ook bij het argument waar ik nog even op zou terugkomen: Een woordspeling op de Reductio ad Absurdum: de Reductio ad Hitlerum. Deze drogreden is een specifieke Ad Hominem. Dat is op de man spelen, weet je nog? Als iemands argument of mening overeenkomt met iets dat Adolf Hitler en/of de nazi’s ook vonden, is het automatisch verwerpelijk en/of fout. Een paar voorbeelden:
- “Hitler was ook vegetariër.”
- “Meer snelwegen? Dat vond Hitler ook.”
Waarom deze hele opsomming uit de retoriek? Omdat ik bij elk argument steeds opnieuw een associatie meen te kunnen leggen met de uitlatingen van Geert Wilders. Opmerkingen en vragen, veelal in niet meer dan140 tekens. Een selectie van de maand maart.
1 maart: ‘In wat voor land leven we? Miljarden voor het buitenland en hier ouderen op straat schoppen? Schaam je kabinet en CDA!
2 maart: ‘Ellende in Oekraïne is resultaat van EU buitenlands beleid!’
4 maart: PVV: Nu belastingverlaging, stop afbraak zorg!’
5 maart: ‘Totaal gestoord: EU geeft 11 miljard aan de Oekraïne. Ook ons geld. En in NL is geen geld voor belastingverlaging?
12 maart: ‘PVV-kiezers stemmen voor een stad met minder lasten en als het even kan wat minder Marokkanen’
14 maart: ‘Sidali teruggefloten door Spekman, neemt woorden terug. Verstandig. Vertrek naar Marokko zou nog verstandiger zijn.
19 maart: ’Willen jullie meer of minder Marokkanen?
27 maart: ‘Walgelijk dat Rutte politiek bedrijft over de rug van kinderen’
29 maart: ’Mark, ga je vandaag de kinderen van juweliers troosten?’
Wat was ook alweer een drogreden? Als B niet onherroepelijk uit A volgt, en er geen redengevend verband is tussen A en B. De uitlatingen van Wilders zijn retorisch sterk, maar in mijn beleving stuk voor stuk voorbeelden van hellende vlakken. Argumenten die gebaseerd zijn op onwetendheid, stilzwijgen en overhaaste generalisatie. Vaak op de man gespeeld, ja zelfs volksmennend. Hij maakt daarbij verkeerd gebruik van autoriteit en van documenten. Speelt in op emoties zoals angst, wrokgevoelens en opgewekt medelijden. Hij maakt gebruik van nodeloze en misleidende herhaling. Van cirkelredenaties, oorzaak-gevolg omkeringen en maakt inhoud ondergeschikt aan effect. Hij doet een oneigenlijk beroep op gevolgen en hij ridiculiseert andermans argumenten. Die laatste was in het latijn Reductio ad Absurdum. En een speciale vorm daarvan was de Reductio ad Hitlerum. Dat is retorica. Dat is logica. Van een maandagavond. Het kan ook een vrijdagavond zijn geweest. I rest my case.