Morgen is het de 11de van de 11de. Traditioneel een datum dat de gekte los mag barsten. Het begin van een periode die uitmondt in drie dagen anders mogen zijn. Drie dagen iemand zijn, die je 362 dagen niet bent. Dat zou louterend werken is de algemeen erkende zienswijze in het zuiden. Rare gedachte eigenlijk. En begrijpelijk dat er vanuit de noordelijke provincies zo nu en dan met een gezonde portie scepsis naar gekeken wordt.
Zoals zo vaak zal de waarheid wel ergens in het midden liggen. Daar waar de meningen ver uit elkaar liggen is het goed om er eerst even tussenin te bivakkeren, voordat je een kant kiest. Áls je dat al zou willen, dat kiezen. Soms is gewoon even stil zijn en niets doen ook heel bevrijdend. Alleen, in deze tijd dat iedereen gehoord wil en vooral ook kán worden, is stilte heel zeldzaam. Afgelopen week weer voorbeelden te over.
Obama wordt herkozen en reikt in zijn krachtige overwinningsspeech symbolisch de hand aan Romney. Waar eerst de campagnes miljoenenverslindend gericht waren op het keihard onderuit halen van elkaar, is er na het optrekken van de verkiezingsrook, blijkbaar in één keer plaats voor verzoening. Vreemd. Waren het dan maandenlang boze maskers die men ophad? Een soort omgekeerde carnaval? Was het niet beter geweest om gewoon even stil te zijn en te luisteren, inplaats van elkaar tijdens de campagnes boven de enkels af te zagen en van alles wat verderfelijk is, te betichten?
Een twintigjarige jongen pleegt zelfmoord nadat hij zijn ouders in een brief uitlegt waarom. Een hele diepe stilte zou op zijn plaats zijn, maar het verdriet is zo groot dat de ouders besluiten een daad te stellen. Het overlijdensbericht wordt een stille aanklacht tegen de mogelijke oorzaak van de dood van hun zoon. Een droevige boodschap, die laatste ongehoorde woorden van Tim. Media nemen de stille aanklacht over maar vergroten die binnen no-time uit tot een lawaaierige kakafonie van medeleven en morele verontwaardiging. Een paar dagen lang zijn we allemaal tegen pesten. Natuurlijk. Niemand uitgezonderd. Iedereen doet mee. Totdat de maskers weer af gaan en bij deze en gene bewust of onbewust de ware aard weer boven komt. En opniéuw doen we allemaal mee. 362 dagen lang. Waarom? Om ons weer op te laden voor ‘drie dagen anders zijn’.
Sommigen slaan door in dat anders zijn, vinden we. Een Metro-columnist is daar een voorbeeld van. Hij schrijft ongevraagd in naam van een hoofdredactrice van een katholiek nieuwsblad een column en gebruikt Tim en diens familie als lijdende voorwerpen. Grote verontwaardiging bij alles en iedereen. Voors zowel als tegens. De rechtvaardiging van de columnist om zijn mening als die van haar te verkondigen is in feite een totale ontkenning van de ander. Het ultieme pesten. Daarmee doet hij precies hetzelfde als wat hij haar verwijt. En houdt hij tegelijk ons allemaal een spiegel voor.
Want ook wij hebben onze meningen meteen klaar. Vinden niet kunnen wat hij doet, over de rug van zelfvermoorde onschuld, maar vinden ook niet goed wat zij doet, onder het mom van katholieke onfeilbaarheid. Een paar dagen lang bestoken we elkaar dan met onze meningen. Op álle manieren die in deze tijd maar denkbaar zijn. Geen moment is het stil.
Of toch wel? Jawel. Want terwijl wij nog naar elkaar roeptoeteren wat we van alles en iedereen vinden, wordt ergens in besloten kring Tim in stilte begraven. Loopt een stoet Citaverde-leerlingen ingetogen langs hetzelfde spoor, waar een week eerder één van hen op is gaan staan. Een stilzwijgend afscheid en niemand weet waarom.
Om stil van te worden, een dag voor de elfde van de elfde…