Paniek overviel me. Ja natuurlijk. Het was vorige week op het allerlaatste moment dat ik er op mijn werk bij betrokken werd. Dat had ik mijn collega’s toen ook duidelijk laten weten. Ik voelde me voor het blok gezet. We maakten niettemin afspraken. Men ging akkoord met mijn voorwaarden. Na het weekend zou ik dan toch die presentatie doen. Gepland voor maandagavond. Een presentatie zoals ik er al zoveel had gedaan. Niet anders dan anders…
Het was niet de presentatie zelf die voor de paniek zorgde. Het was maandagochtend de confrontatie met de agenda, direct na het opstarten van mijn laptop. Toen ik de afspraak in de avonduren zag staan en niet wist waar het om ging. Daar schrok ik enorm van. Van het gevoel de controle kwijt te zijn. Al een paar weken was er dat gevoel dat de vanzelfsprekendheid vervaagde. Simpele handelingen leek ik even kwijt te zijn. Het verkeerde kastdeurtje open doen om een handdoek te pakken. De afstandsbediening als een vreemd object ervaren, omdat ik de ontgrendelcode ineens niet meer blindelings kon intypen. Moest de mengkraan nu naar links of naar rechts om warm water te krijgen? Korte confronterende momenten, die een gevoel van onrust teweeg brachten. Wat zou die toenemende verstrooidheid kunnen veroorzaken vroeg ik me af. Het hield me bezig, maar nog niet meer dan dat.
Tot die maandagochtend. Het gevoel iets gemist te hebben en dus niet voorbereid te zijn, overviel me als een verstikkende beklemming. Ik kreeg het warm en koud tegelijk. Ik wist het niet meer. Wat overkwam me? Ik had iets soortgelijks op de middelbare school wel eens meegemaakt, en daar werd destijds het etiket hyperventilatie opgeplakt. Maar zo als nu had ik het nog nooit gehad. Zou dit het gevoel zijn, bedacht ik me in mijn ongerustheid, dat anderen als ‘burnout’ betitelen? Het paniekgevoel hield aan. Ik zat mezelf hopeloos in de weg. Ik moest iets doen. Wilde weg. De gang op. Iemand aanspreken en vertellen van mijn probleem? Mijn baas? Was in gesprek. Dus terug, richting mijn kamer. Een bekertje water misschien? Bij de koffiezetmachine trillend naar het juiste knopje gezocht. Op mijn kamer zag ik mijn directe collega’s in een groepje bijelkaar. Gezellig keuvelend over het weekend. Ik liep er naar toe. Ik moest wat doen. En ik heb het hen verteld… ‘Het gaat niet goed’…
Het verhaal kwam er eigenlijk heel gecontroleerd uit. Ik vertelde van de schrikreactie op mijn agenda en over de confrontatie met mezelf. Het hele verhaal van de afgelopen weken passeerde de revue en maakte zo nu en dan emotie bij me los. Wat was dit allemaal? De twijfel over hoe het verder moest, werd echter minder dreigend naargelang het verhaal vorderde. We spraken uiteindelijk af dat ik het even zou aanzien. De paniek zakte. Die avond heb ik gewoon de presentatie gedaan. Ging prima. Toch wilde ik het voorval van de ochtend niet als een incident zien. Het was een teken en we hebben het ook als zodanig opgepakt. De werkdruk geanalyseerd en in kaart gebracht. Mijn eigen functioneren en taakopvatting zelf eens aan een interne check onderworpen. Voorzichtige conclusies getrokken en eerste veranderingen doorgevoerd. Niet van harte, want je wil niet geconfronteerd worden met je eigen onmacht. Maar je moet iets.
Nu, een paar weken verder, is er sprake van relatieve rust. Ik vind het plezier niet zo vanzelfsprekend meer als voorheen. Dat mis ik. Ook voel ik zo nu en dan dat ik meer cynisch ben dan dat ik eigenlijk wil zijn. Niet prettig. Ik ervaar dat steeds meer mensen op de hoogte zijn van mijn ‘dip’. Ik merk dat ik hun on- en uitgesproken medeleven niet altijd plezierig vind. Ik worstel een beetje met mijn inschatting dat men zich inspant om mij minder te belasten, waardoor mijn kwetsbaarheid juist wordt onderstreept? Enfin. Het is niet anders. Een paniekaanval heb ik sindsdien niet meer gehad, maar ik ben me bewust van het wankele evenwicht. Het heeft tijd nodig en ik wil er nog verder mee aan de slag. Groeien van de ervaring. Kijken wat het doet, als ik blijf doen wat ik deed. En dan zien dat het toch iets met me doet als ik niet meer kan doen wat ik deed. Er over vertellen bijvoorbeeld. Totdat ik weer doe wat ik wil doen, doet dat goed…
Wat een sterke openhartigheid!
Dit overkomt heel veel mensen in een bepaalde fase van hun leven.
Maar meestal wordt erover gezwegen en wordt er in stilte geleden.
Jouw benadering vereist moed, maar is op termijn veel beter.
groet
Jan-Hein
Je kunt enkel groeien als je je grenzen verlegt. En soms doet iemand of iets anders dat voor je.
Het haalt je uit je comfort zone. No pain, no gain.
Voorbij je eigen grenzen gaan geeft je de kennis waar je voortaan moet ophouden. Pijnlijke maar waardevolle feedback. Dat is geen onmacht, maar de grootsheid van iemand met lef die doet wat anderen niet kunnen of durven.
Zowel positief als negatief denken zijn een keuze. Op jouw leeftijd nog groeipijnen hebben lijkt me een positieve visie.
Ik lees een goed verhaal van iemand die zijn leven niet uitzit, maar voor het maximaal haalbare gaat. You rock dude!
Cheers.
Mooi en beangstigend. Respect.
Dion
Hoe herkenbaar. En ontwapenend. Of het leeftijdsgebonden is, weet ik niet. Maar paniekgevoelens zijn nooit fijn. Heb ze vaak gehad en ben er nu klaar mee. Hoe ik dat heb opgelost? Relativeren. Wat is echt belangrijk en wat niet? Breng zaken terug tot het niveau van de keukentafel.
@Jan-Hein @Peter @Dion @Eric
Allevier bedankt voor jullie reacties. Bemoedigende woorden in een tijdelijk wat wiebelige wereld. Evenwicht vinden is makkelijker met steun. Voelt goed. Komt goed. Balansdag 😉
Zo, die lees ik nu pas. Toen zat ik er zelf middenin. We hebben het er veel later wel over gehad. Goed om te lezen.