Je zorgen maken is de verkeerde kant op fantaseren. Het is een zin die ik tegenkom in mijn iPhone-notities. Ik zie dat ik die zin hondervierenzestig dagen geleden genoteerd heb. Op 11 mei 2011 om precies te zijn. Ik noteer dingen die me boeien en die me even aan het denken zetten. Dit was zo’n zin. Vier dagen na mijn 51e verjaardag. Ik weet niet meer of ik me toen zorgen maakte. Zou kunnen, maar heel groot kan dat niet geweest zijn. Kadaffi kwam toen nog gewoon op televisie en een heel land was bang voor hem. Nu lijkt dat land bevrijd van angst maar druipt er bloed uit de media. Ook zo’n zin om even bij stil te staan. Wim de Bie schreef het op in een van zijn twitterberichten. ‘Het bloed druipt uit de media. Hadden we maar videobeelden van de moord op Julius Caesar (15 maart, 44 v. Christus) – 23 dolksteken!’. Einde twitterbericht.
Je zorgen maken is de verkeerde kant op fantaseren. In de Volkskrant van vandaag haal ik een andere zin uit de column van Remco Campert. Of eigenlijk een paar zinnen die me raken, en ik citeer: ‘Ik wankel van interview naar interview en hoor mezelf over mezelf praten. Ik schijn er meningen op na te houden. Dat is tamelijk verontrustend voor iemand die doorgaans vrij meningloos door het leven gaat en alles maar op zich af laat komen en daarna, al schrijvende, er chocola van probeert te maken.’ Einde citaat. Mooi. Titel van zijn column: ‘Het oor drinkt’. Ook mooi. Dichterlijk bijna. En je kunt je voorstellen hoe het oor dat doet. Dorstig naar wat er allemaal te horen valt. Ook al is lang niet alles even drinkbaar. 97% van al het water op aarde is zout water en dus niet drinkbaar. Maar desondanks, het oor drinkt. Zelfs bloed, als er niets anders is. Of fantaseer ik nu weer de verkeerde kant op?
Maar wat is dan de goede kant? Is dat weg van de fantasie en terug naar de realiteit? De realiteit, waar de doodsprenten van Kadaffi vandaag in de krant het levend bewijs menen te moeten geven van zijn dood. Zijn dood, live… Het deed me wat, die eerste beelden. Een mening heb ik er niet echt over, maar ik hoor mensen over zichzelf en zijn dood praten. Experts, slachtoffers, opgeluchte landgenoten, tegenstanders. En alle oren drinken. Ieders oog eet. Hongerig of niet en al dan niet dorstig. Er is teveel en te weinig tegelijk. Dat is zorgwekkend. Voor mij althans. Dan maak ik me zorgen en dan ga ik al snel de verkeerde kant op fantaseren…
Toch maar weer een poging om de goede kant te zien. Die 3% zoet water, zal ik maar zeggen… Het zoete van het rolschaatsende kind of van het jong verliefde paartje dat samen in bad gaat. Zoet water, ook daar. Ach, het is er wel. Zo nu en dan moet je gewoon even de goede kant op fantaseren. Je een paar momenten geen zorgen maken en genieten van het goede. En terwijl ik dit allemaal opschrijf, komt er een andere zin in mijn geheugen. Een zin, die ik las bij een overlijdensadvertentie in de Volkskrant en die ik toen ook heb bewaard. Ik zoek het op en zie dat die zin honderdachtenzestig dagen geleden is opgeschreven. Vier dagen vóór de zin over de zorgen. Toen was er ook iemand dood. Stond het ook in de krant, maar verder was het onvergelijkbaar. En toch…met dank aan de krant van het volk… deze zin tot slot:
Laten we elkanders ogen ontginnen, omzien in zoet en het zout overwinnen.
Heb je zin in meer mooie zinnen? De gedichten van Ingrid Jonker!