‘Stay hungry. Stay foolish’

En nou moet het er dan maar gewoon van komen. Het is kwart voor twaalf. Ik heb de zaterdagkranten uitgelezen. Voor inspirerende onderwerpen, terwijl die er eigenlijk afgelopen weken en dagen al volop waren. Steve Jobs met zijn credo ‘Stay hungry, stay foolish’. Woorden uit zijn Stanford-speech die ik afgelopen woensdag, in de middagpauze, thuis op mijn iPhone via YouTube heb gezien en beluisterd. Indrukwekkende woorden, als conclusie op drie richtinggevende gebeurtenissen uit zijn leven. Mocht je de speech nog niet bekeken hebben, dan is het een aanrader. Mag ook gewoon op een Windows-computer, trouwens…

Woensdag dus al geïnspireerd geraakt. Door de woorden van een man die ze zelf na woensdag nooit meer in levende lijve zal uitspreken. President Obama herdacht Jobs als een van de eersten. Jobs maakte de informatie-revolutie niet alleen toegankelijk, maar ook nog intuïtief en leuk, aldus de president. Niet geheel onbedoeld denk ik, vertolkte de president, of één van zijn tekstschrijvers, daarmee het ‘stay hungry, stay foolish’-gevoel uit de Stanford speech van Steve Jobs. ‘Jobs was moedig genoeg om anders te denken, onverschrokken genoeg om te geloven dat hij de wereld kon veranderen en getalenteerd genoeg om dat ook te doen’. Als de president van America dat van je vertelt, wanneer je net dood bent, dan kunnen heel veel mensen daar nog iets aan hebben. Dus nog een keer en dan internationaal: ‘Brave enough to think differently, bold enough to believe he could change the world, and talented enough to do it’…

Het inspireert enorm. Kernachtige uitspraken die je iets meegeven. Die je even stil laten zijn van besef en van herkenning. Waar je ook best even op mag kauwen, om de ware impact ervan te doorgronden voor jezelf. Een week eerder overkwam me dat. ‘Fun, fight and focus’ waren de kernwoorden in de verhalen van twee vrienden. De een, ploegleider van de Rabobank Wielerploeg en de ander Echte warme bakker in Horst. Ze zaten naast elkaar op barkrukken en ik mocht hen wat vragen stellen. Frans Maassen en Marc Derix. Fun, fight en focus waren door hen beiden op geheel eigen wijze vertaald. Plezier houden, er voor gaan en gericht blijven op wat je wil bereiken. Met doorzettingsvermogen, gedrevenheid en passie. En of je dan een wereldkampioen in Engeland aflevert, of een prijswinnend broodje bakt, maakt vervolgens totaal niks uit.
Zó mooi.

Weer een andere situatie en nog langer geleden. Mijn afsluitend jaar van de logopedie-opleiding in Eindhoven. Het jaar van de verplichte scriptie terwijl ik daar maar steeds geen goed onderzoeksonderwerp voor kon vinden. Alsmaar knaagde het gevoel dat ik de kern van wat ik wilde beschrijven niet kon bereiken. Ondertussen was ik onderzoeksmatig al wel bezig met het filmen van de interactie van spelende peuters. Sommige met taalproblemen, andere niet. Ik voelde dat het materiaal dat ik zo verzamelde de kern bevatte van wat er in mijn scriptie moest komen. Pas na een gesprek met mijn scriptiebegeleidster van destijds, Dieneke Gärtner-Grijpma (hoe zou het met haar zijn…), zag ik die kern in één keer heel scherp.

Er was al fun, bijvoorbeeld bij het opnemen van een pianospelende peuter. Het manneke speelde zichzelf even letterlijk van deze wereld omdat hij zó in zijn muzikale spel opging dat hij mij en mijn videocamera totaal niet meer zag staan. Het ventje deed me het ‘gevecht’ met mijn scriptie even helemaal vergeten. En na het gesprek met mijn begeleidster was er plotseling de focus. In een keer was het plezier waarmee peuters speelden en leerden ook mijn plezier en leerproces in het maken van een videofilm. Mijn leerproces om tot een scriptie te komen bleek zo vergelijkbaar met en ook net zo afhankelijk van dezelfde basisvoorwaarden als het leerproces van peuters. De faciliteiten en ervaringen die ik een periodelang had om mijn doel te bereiken waren zo uitwisselbaar met de mogelijkheden en belevenissen van peuters. Figuurlijk sowieso maar zelfs soms letterlijk,  in de praktijksituatie van wat we destijds het ‘Peuterpracticum’ noemden.
Hoe? De kern lag in het plezier en de speelse aandacht voor de praktijk. De kracht van het dagelijkse doen lag in de nieuwsgierigheid en in de ervaringen zelf. Zoals een kind dat niet anders kan dan spelenderwijs ‘onderzoeken’ en leren, zo kon ik mijn verhaal in een keer vorm geven. Mijn scriptie kreeg een inhoud die paste bij het gebruik. Door samenspel. Van vorm, inhoud en gebruik. Door dat samen te doen. ‘Joint action, joint attention’ oftewel gezamenlijke actie en gezamenlijke aandacht. Ook zo’n oneliner die me sindsdien niet meer heeft losgelaten. Jerome Bruner sprak die uit, als elementaire samenvatting van zijn leer- en ontwikkelingstheorie. Zó herkenbaar waar.

Tot zover de geschiedenis. Mijn geschiedenis. Terug naar de dag van vandaag. Naar het moment van nu. En de ogen richten naar de toekomst. Geïnspireerd blijven door anderen. Gretig blijven naar kennis. Stay hungry. Plezier houden in wat je doet en, gek genoeg, genieten van je ervaringen. Stay foolish. Weten dat niet altijd alles zonder slag of stoot zal verlopen en dan toch je koers proberen vast te houden. Met plezier.  Fun, fight and focus. Samen met anderen. Joint action. Joint attention.

Dan kan de regen van vanochtend nog zo indrukwekkend de herfst onderstrepen, ondertussen laat de zon heel even zien dat die herfst niet méér is dan een onduidelijke voorbode van de lente. Heerlijk. Het is kwart voor twee.

Gepubliceerd door

Geert van den Munckhof

Gedachten digitaal delen en vastleggen in verhalen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s