Boekpresentatie…

Zijn derde kinderboek is uit! Afgelopen zaterdag in een afgeladen volle Herberg van ‘t Gasthoês was het zo ver. De vleegende pannekook en de à-gebrande kroket, nr. 3. Opnieuw een toonbeeld van zijn rijke fantasie en een eerbetoon aan het Horster dialekt.

Het begon met deel 1, voor zijn eerste kleinkind.  Voortgekomen uit een soort van belofte aan zijn eigen zoon. Die de belofte van zijn vader (‘aas di iën wuurt, da kriegt di en dôr meej geschreve kienderbook’) durfde te beantwoorden met ‘jao, geej waal..’. En dat moet je nooit zeggen tegen Chris..

Ik ken Chris al van de middelbare school. Volgens mij was het tijdens een biologieles, buiten bij de vijver van Jerusalem. Iemand had een regenworm gevonden en er ontstond een weddenschap over het opeten van die worm. Ook daar werd hardop twijfel geuit of iemand dat wel durfde. Laat ik niet teveel in detail treden, maar volstaan met te zeggen dat Chris die weddenschap toen niet verloren heeft..

Dus zeg nooit tegen Chris dat hij iets niet zal doen. Want ook de belofte aan de ouders van zijn tweede kleinkind maakte hij waar: ‘De vleegende pannekook en de à-gebrande kroket’, deel 2! En toen het derde kleinkind er aan kwam, kon hij eigenlijk niet anders, vond hij zelf, om daar een derde deel voor te maken. Maar dat was zeker niet voor de hand liggend, omdat Chris ondertussen een oogziekte had opgelopen. waardoor werken aan de computer eigenlijk niet meer kon.

Maar met hulp van zijn directe omgeving thuis en van de tekenaar Sjors Driessen is ook het derde deel nu verkrijgbaar. Derde kleinkind ook blij en alle kleinkinderen die daarna nog komen ook, want een vierde deel komt er niet. Zegt Chris. Gaat niet meer, zegt Chris. En ik geloof hem wel, want bij Chris is een woord een woord. Maar toch… als er ooit iemand tegen hem zou zeggen dat hij echt geen nieuw boek meer kan uitbrengen, dan weet ik het zo net nog niet..

Hoe dan ook, deel 3 is er nu! Dikke shoutout naar Chris en Sjors!. En deze keer ook naar alle stemacteurs die hun stem gegeven hebben aan de personages uit het boek. Want elk verhaal kan via een QR-code in het boek hoorbaar worden gemaakt. Het Horster dialect, leesbaar én hoorbaar. Een goed initiatief, die boekpresentatie. Voor de derde keer, waar deze keer zelfs twéé wethouders bij aanwezig waren. Geen idee of die hun bewondering op verzoek van Chris niet publiekelijk voor de aanwezigen geuit hebben, maar hoe dan ook, ondanks het ontbreken daarvan, was het een terechte, hele drukbezochte en mooie happening.

Dat Dan Karaty binnenkort het Horster dialect machtig zal zijn, kan ook op het conto van Chris worden geschreven. Iemand heeft waarschijnlijk tegen Chris gezegd: ‘dat durf je Dan Karaty niet te vragen’…Nee, dat zal niet… Maar hoe dan ook, Chris, alle respect voor deze derde uitgave. Ik voelde bewondering hangen in de Herberg. Bewondering voor een creatieve doorzetter met principes en een stevig kloppend Horster hart. Wel jammer dat koning Willem-Alexander voor de derde keer verstek heeft laten gaan. Heeft hij je wel weer schriftelijk succes gewenst?

Nog één ding: ik weet zeker dat je dat vierde boek echt niet meer gaat schrijven… 

PS Het boek ‘De vleegende pannekook en de à-gebrande kroket’ deel 3 is te verkrijgen bij Bruna in Horst. Ook de eerste twee delen liggen daar nog. Niet twijfelen en meteen gaan kopen! En als je de boeken via de website vliegendepannenkoek.nl bestelt, en je woont in Horst, dan komt Chris ze volgens mij hoogstpersoonlijk bij je afleveren. Zegt het voort! Of beter: Gaef ut door!

 

Mocht je ooit een vierde boekpresentatie hebben (je weet maar nooit..) dan kun je ook elk kleinkind een eerste exemplaar geven..

Voor de wet…

Vandaag, 33 jaar geleden, zijn Thea en ik voor de wet getrouwd. Een mooi getal, toen al: 19-9-91. En 33 is ook niet verkeerd. Ondertussen is er veel veranderd.  Twee mooie kinderen, Pip en Mees, opgevoed, die ondertussen twee mooie mensen, Joris en Ili, aan ons gezin hebben toegevoegd. En sinds vorig jaar november is daar een prachtige aanwinst bijgekomen. Kleinzoon Tos, zoon van Pip en Joris. Voor al deze lieve mensen en voor de gelegenheid (je bent tenslotte niet iedere dag 33 jaar getrouwd) heb ik dit geschreven, zittend op een bankje, wind op de rug en de zon op m’n gezicht.

We vieren onze trouwdag verder niet. Thea is gewoon aan het werk en ik twijfel of ze er vandaag überhaupt bij stil staat en dat is verder ook prima. Toendertijd zijn we een dag later voor de kerk getrouwd (conform de wens van die tijd) en hadden we onze bruiloft. Ook daar is een heleboel over te vertellen, maar ik wil eigenlijk nu alleen maar even dit moment vieren. Voor Thea, voor Pip, Joris en Tos en voor Mees en Ili. Met een fietsgedichtje.

wind 
op de rug 
en de zon 
op de neus
veel is er dan 
niet meer 
nodig

zoveel 
te kiezen 
maar even 
geen keus
hier zíjn
maakt de rest 
overbodig

GvdM | 190924

Lies…

‘Lies nam zelfs afscheid met een glimlach’. Uit de verhalen van haar vier kinderen begreep ik dat die glimlach eigenlijk haar hele leven wel gekenmerkt had. Zaterdag 14 september was haar afscheidsdienst in het Peelmuseum in America. Ik mocht die dienst begeleiden en was bij de voorbereiding ervan betrokken. 

Die voorbereiding begon vier dagen daarvoor. Aan tafel in het huis waar Lies tot en met haar 92e jaar zelfstandig had gewoond. De laatste jaren weliswaar met hulp van haar kinderen, van haar buren en verschillende thuiszorginstanties, maar toch. Het was het huis dat haar man Noud destijds steen voor steen voor haar en hun gezin had gebouwd. Het huis waar ze vervolgens lang lief en leed hadden gedeeld. Het huis waar Lies, als een vanzelfsprekendheid, in haar eigen bed lag opgebaard.

Noud was dertien jaar eerder overleden. Een slag voor het gezin, maar Lies had met een bewonderenswaardige kracht haar leven weer opgepakt. En al snel was ook haar glimlach terug. Een lach die haar vier kinderen vanaf nu moesten gaan missen. Maar tegelijk een lach die na haar overlijden duidelijk een steun voor hen was. 

Het was mooi hoe aan die tafel de kinderen hun verhaal over hun moeder vertelden. Er klonk liefde doorheen. Liefde waarvan de diepte soms ook zichtbaar werd wanneer een herinnering hen tot tranen toe roerde. Ze vertelden over hoe Lies tot het laatst nog zelf blaadjes en afgewaaide takjes van het gazon plukte en naar de tuinkorf bracht. Over de toerritjes die ze met Lies maakten omdat ze daar zo van genoot, telkens weer. Vertrekkend vanaf de oprit liet ze al overduidelijk blijken hoe fijn ze het vond. ‘Ik geniet nou al’, zei ze dan.

Met de pakweg 100 foto’s die ik van haar kreeg, heb ik voor de afscheidsdienst vijf fotopresentaties gemaakt op muziek die Lies mooi vond. Foto’s van haar jongste jeugd tot aan foto’s die nog maar pas geleden waren gemaakt. Ik heb niet al die foto’s nog op het netvlies, maar op bijna alle foto’s was de glimlach van Lies te zien. 

Allevier haar kinderen deelden tijdens de dienst op een eigen manier hun herinneringen. Ook haar kleinzoon liet op een indrukwekkende manier horen wat Lies voor hem betekend had. Hij kreeg een spontaan applaus van het grote aantal aanwezigen. Men leefde mee met het verdriet en herkende de liefde. De broer van Lies had zijn bijdrage een titel meegegeven: Een goed mens is van ons heengegaan.

Het was een indrukwekkend afscheid. Losse, onverpakte bloemen sierden de kist van Lies. Het leek alsof ze in een tuin lag. Vóór en na de dienst zorgden de vrijwilligers van het Peelmuseum met veel inzet voor al het randgebeuren. Alles viel op z’n plek. Het was goed zoals het was. 


Een dag na de dienst fietste ik een grote ronde door de  regio. Ter hoogte van America fietste mij verrassend, maar alsof het zo moest zijn, de oudste zoon van Lies tegemoet. Hij vertelde dat hij een geïmproviseerd kruis had gemaakt dat hij zojuist geplaatst had bij het graf van Noud, waar Lies sinds gisteren ook bij lag. Opnieuw voelde ik de liefde van die actie. Hij had er zelfs twee ringen voor aan elkaar verbonden, vertelde hij trots. 

Ik besloot om ter plekke te gaan kijken. Duizend bloemen dekten het duograf toe. Ik zag het houten kruis en de verbonden ringen. Straks zou de grafsteen, waar al dertien jaar lang ook Lies haar naam in gegraveerd stond, het houten kruis gaan vervangen. Tot die tijd zou dit houten kruis ervoor zorgen dat iedereen kon zien dat Noud en Lies weer samen waren. Terwijl ik terugdacht aan een dag eerder, verscheen er een glimlach om mijn mond…

Lies,

oog voor al het mooie om je heen
gezien, gezin, gezongen en gezaaid
zijn wij nu zonder jou alleen
jouw blad is van de boom gewaaid

al dertien jaar je man gemist
toch plukte jij nog steeds je dag
en ook toen je wat minder wist
was er nog altijd steeds je lach

je hebt je leven vol geleefd
liefde gedeeld met al je kinderen
en hoeveel tranen het nu ook geeft
die liefde zal dus nooit verminderen

heb jij jouw Noud weer terug gezien?
toen jouw gezin dicht bij je stond?
met hem de hemel ingedanst misschien?
vandaar die glimlach om je mond?

elk blad dat van de bomen valt
elk takje op het gras
is vanaf nu herinnering
aan wie jij voor ons was

Luisterend schrijven..

Komende zaterdag, 7 september, rijd ik naar Brunssum om als ‘luisterend schrijver’ kennis te maken met een gezin dat gedupeerd is door de toeslagenaffaire. Ik ga horen wat hen overkomen is en samen met hen hun verhaal optekenen voor de stichting Gelijk(waardig) Herstel. De stichting waarvan prinses Laurentien onlangs aftrad als voorzitter en waarover op dit moment zich weer heel veel mensen druk maken in de media. Daarover zo meer.

Waarom ik meedoe als ‘luisterend schrijver’? Aan de ene kant omdat ik benieuwd ben naar de consequenties van (te) star overheidsbeleid en het krampachtig toepassen van regels. En aan de andere kant omdat het voelt als een juiste stap om zelf iets te kunnen bijdragen aan een verbetering van de ontstane situatie. Op de eerste plaats hopelijk een verbetering op gezinsniveau, maar in bredere zin ook een aanzet tot een ‘oplossing’ voor wat ondertussen toch wel een maatschappelijk probleem is: het afnemende vertrouwen, het groeiende wantrouwen en de daaruit voortvloeiende polarisatie in de samenleving.

Toen in de media de eerste berichten verschenen over de toeslagenaffaire, stond ik zelf min of meer aan de zijlijn. Ik las over de ellende en de willekeur die gezinnen trof. Over de vooroordelen die ten grondslag lagen aan de maatregelen en boetes die door ambtenaren werden opgelegd. Ik las het en kon me er nauwelijks een voorstelling van maken. Toen nog zelf communicatieadviseur bij een gemeente, en dus ook ambtenaar, voelde ik soms zelfs plaatsvervangende schaamte. Maar ik wist er voor mijn gevoel te weinig van om er echt over te oordelen.

Nu is er in de media opnieuw volop aandacht voor de stichting en met name voor het vermeende ‘grensoverschrijdende gedrag’ van prinses Laurentien. Aangezwengeld door -blijkbaar anonieme- beschuldigingen, afkomstig van ambtenaren,  over de manier waarop Laurentien hen bejegend zou hebben. Weer lees ik de berichten daarover en de reacties daarop. In het beste geval elkaar nuancerende maar vaak ook corrigerende, en in de kern dus tegengestelde meningen. Ik proef op dat niveau dan hetzelfde ‘ik weet het en jij weet het niet’-sfeertje, waarvan ik me zomaar kan voorstellen dat het ook aan de wieg stond van de toeslagenaffaire. 

Ondertussen is volgens mij wel duidelijk geworden dat er destijds fouten zijn gemaakt, die moeten worden rechtgezet. De hersteloperatie die de overheid in gang zette, ging vervolgens met eenzelfde regeldrift gepaard, die destijds juist onderdeel werd van het probleem. Albert Einstein schijnt ooit te hebben gezegd: “We kunnen een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt.” Dat heeft de overheid ook erkend en daarom heeft ze de werkwijze van ‘Gelijk(waardig) Herstel uiteindelijk toch nog omarmd. 

Helaas stopt daarmee niet alle berichtgeving via de pers en social media. Het zij zo. Holland op z’n smalst. Maar hoe mooi zou het zijn als al die journalisten en toetsenborddeskundigen hun schrijfkwaliteiten niet op elkaar zouden botvieren maar ze in plaats daarvan zouden inzetten als ‘luisterend schrijver’? Van één van hen weet ik zeker dat hij dat al gedaan heeft. Via hem (dankjewel Twan) werd ik geattendeerd op de zoektocht naar ‘luisterend schrijvers’. 

Op de website www.gelijkwaardigherstel.nl las ik er vervolgens meer over. En na wat voorbereidende tussenstappen is het komende zaterdag dus zover. Ik weet nog steeds veel te weinig over de ins en outs en wil me daarom ook niet mengen in de openbare discussie over goed of fout. Maar ik weet dat ik goed ben in het optekenen van een verhaal over hoe fout dingen kunnen gaan. Hopelijk gaat dat verhaal hen helpen.. dus Brunssum, tot zaterdag!

Vrij…

Er zitten kauwen op de kerk. Ik zie ze omdat ik ze hoor. Om de een of andere reden krasten ze ineens in gezamenlijkheid. Ik maak een foto van de kauwen en zie op de foto dan een opvallend rood plekje. Omdat ik omhoog keek, zie ik nu ook de bloembak die op zo’n drieeneenhalve meter hoogte aan een lantaarnpaal bevestigd is. Op een na, allemaal witte bloemen. Een eigenwijze bloem wilde blijkbaar rood zijn in plaats van wit. Lange slierten groen hangen uit de plantenbak. Ze waaien wat heen en weer, langs een sticker, die op ooghoogte geplakt is. ‘Born to be free’ staat er op. 

Ik realiseer me dat wat ik beschrijf slechts een deel is van wat er zich tegelijkertijd allemaal op het Lambertusplein afspeelt. Links van mij klatert voortdurend de fontein en rechts van mij staan de schaakstukken zwart-wit te wachten totdat ze worden verzet. Dendron leerlingen fietsen in colonne voorbij, nagekeken vanaf een houten bankje door drie meiden van dezelfde leeftijd, waarvan ik het vermoeden heb dat ze eigenlijk ook op school zouden moeten zijn. Born to be free?

Een gezin -vader, moeder, kleuter en oma?- zet spontaan alle schaakstukken op de juiste plek. Alles lijkt in beweging. Het enige dat in dat voortdurend veranderende panorama heel stil staat is de kerk zelf. En het monument van Guus, waar me tussen alle bloemen twee rode bloemen opvallen. 

De sticker met ‘Born to be free’, de rode bloemen, de kerk, het monument, het leven op het plein, het lijkt even allemaal met elkaar verbonden. En tegelijkertijd staat alles los van elkaar. Vier jongens op de fiets passeren de schaakstukken. De eerste zet de koningin in het voorbij fietsen buiten het speelveld en roept ‘schaakmat’. De laatste van de vier schopt die koningin vervolgens omver. Straks zal iemand haar ongetwijfeld weer rechtop zetten. Denk ik. 

De kauwen zitten niet meer op de kerk. Samen ongemerkt weggevlogen. Geboren om vrij te zijn. Er loopt een man voorbij die zijn grijze baard in een vlechtje gedraaid heeft. Een beginnende papa bestuurt zijn kinderwagen met één hand. Hoe vrij kun je zijn? Kun je überhaupt vrij zijn? Een rode bloem zijn tussen witte?