Oranje klapstoel…

Ik heb getwijfeld of ik er opnieuw woorden aan vuil moest maken. Aan de oranje klapstoelen die een tijd terug de openbare ruimte ontsierden. Want ik had er al een keer eerder een korte reactie aan gewijd. Dat ik hoopte dat de opgeklopte berichtgeving over de ‘geheimzinnigheid’ omtrent de stoelen een goed doel zou dienen. Helaas..

Afgelopen dinsdag werd het ‘geheim’ onthuld. Imke Emons van BVNL Horst aan de Maas verklapte met een zelfvoldane glimlach dat haar partij de stoelen had laten vastketenen in de zestien dorpskernen van Horst aan de Maas. Ongevraagd legde ze uit waarom: ‘Omdat die symbool staan voor luisteren’. De orerende toon van de fractievoorzitter leek geen ruimte te bieden voor twijfel.

De ‘luisterstoelen’(?) waren vooral geplaatst omdat haar partij van naam verandert. BVNL wordt BVH. Wybren van Haga had het een jaar geleden al goed gevonden, vertelde Imke. BVH ging wel trouw blijven aan de landelijke BVNL maar wilde daar een lokaal tintje (oranje?) aan gaan geven. En ze vervolgde haar verklaring met een groot aantal algemeenheden die ze kenmerkend vond voor de nieuwbakken BVH. Dat liet ze opnieuw klinken alsof alleen BVH die geformuleerde doelen kon gaan waarmaken. Maar ze waren zo algemeen gesteld dat elke andere partij gedacht moet hebben: hè, maar dat doen wij toch ook? 

Zou Imke wat dat betreft in het verleden misschien te weinig naar die andere partijen geluisterd hebben? Enfin… Apropos ‘luisteren’. Met oranje klapstoelen? Ach, het zal er wel allemaal bijhoren. Maar een anti-climax vond ik het wel. Dan heb je in alle zestien kernen van Horst aan de Maas een klapstoel vastgeketend en dan leg je uit dat dat symbolisch is omdat je het belang van elke kern wilt vertegenwoordigen. En dan geef je vervolgens met veel bombarie je partij de nieuwe naam: ‘Belang van Horst aan de Maas’, maar dan afgekort als BVH. Met alleen de H van Horst. Of Hegelsom?  Mhm… hoe ‘zit’ het dan ineens met het belang van die andere 14 kernen? Er zijn kerkdorpen in Horst aan de Maas die voor minder hun ongenoegen hebben geuit, over de in hun ogen onterechte bevoordeling van de grootste kern. Of van Hegelsom. Ik weet het niet…

Maar om de actie niet helemaal in het water te laten vallen, stel ik voor dat BVH -als ze de komende raadsperiode zetels halen- vier jaar lang afwisselend plaats neemt op ál hun eigen oranje klapstoelen. Dan zijn ze in ieder geval nog ergens goed voor en hebben ze niet voor niets wekenlang de openbare ruimte van onze mooie gemeente ontsierd.

En HorstOnline, je mag deze column één op één overnemen. Geen probleem.

Zondagochtend

Eigen weg…

ik ga vandaag mijn eigen weg
maak foto’s van de bloemen
maar wat het is dat mij hier brengt
dat kan ik niet benoemen 

ik had het straks al bij de eik
gestopt en even stilgestaan
ik voelde rust en onrust tegelijk
en koos er voor om door te gaan

wat bleef was tegenstrijdigheid
van wit en zwart, geluk en pech
waarschijnlijk raak ik dat nooit kwijt
en zoekt mijn hart z’n eigen weg

Wandelgedicht

Speels…

in de schaduw 
van mijn ronde
krijgt hier 
elk geluid een zin
klinkt het hinniken 
van paarden 
zingt het waaien 
van de wind
weinig woorden 
voor te vinden
want ik zit er 
middenin
voel verbinding 
met de aarde
en het speelse 
van een kind

Samenloop Horst aan de Maas

Ik heb zaterdagavond 24 mei jl. tijdens de Samenloop Horst aan de Maas de kaarsenceremonie gepresenteerd. Tussen 22.00 en 23.00 uur mocht ik onder andere drie mensen kort interviewen. Zij vertelden hoe de ziekte kanker hun leven op de kop had gezet en hoe het hen daarna vergaan was. Korte ervaringsverhalen die indruk maakten. Naast muziek, mocht ik zelf een aantal van mijn gedichten voordragen.

De toeschouwers voor het podium en de wandelaars op het veld hoorden de verhalen, genoten van de muziek en luisterden naar de gedichten. Onder de toeschouwers waren mensen die al gewandeld hadden of die nacht nog gingen wandelen. Tot zondagmiddag 14.00 uur, want dan zouden er 24 wandel-uren op zitten. En elke meter leverde geld op. Geld ten behoeve van onderzoek om kanker te bestrijden.

De kaarsenceremonie begon met het ontsteken van een metalen hartconstructie. Zowel de vlammen als het hart zelf vormden krachtige metaforen voor de strijd tegen kanker. Het hart als symbool voor de emoties die met de ziekte gepaard konden gaan. Het hart dat sprongen van blijdschap kon maken wanneer de ziekte overwonnen werd. Maar ook kon overlopen van verdriet wanneer de ziekte overwon. 

Het ontsteken van de zon en daarna de maan, even later tijdens de kaarsenceremonie, accentueerde dat dubbele gevoel. Veel aanwezigen herkenden dat. En het was misschien ook wel de kern van het dialectgedicht ‘Vur iederiën’ dat ik ooit schreef. Ik las het voor aan het begin van de ceremonie.

Vur iederiën

Vur iederiën
deen ni mier is
ma aaltied
oonder ôs…

Vur iederiën
din in iën kier
inens ma
zoonder môs…

Vur iederiën
deen is gegaon
vur iederiën
di bleef bestaon:

Wet daat geej
mit iedere traon
Waat op oow wange schrieft:

Naat stripke zalt
‘ik halt vaan oow’
Daat is waat aaltied blieft…

En traon die zoë
na oonder sluit,
zörgt daat dur wer
waat moëis opbluit!

Ik zocht verder tussen de gedichten die ik eerder schreef, waarin ik het contrast tussen vreugde en verdriet verwerkt had. Ik vond het gedicht ‘De cirkel is rond’. Ooit ontstaan tijdens mijn werk als ritueelbegeleider.

Ik probeer altijd verhalen en emoties van nabestaanden te vangen in een gedicht. En hoewel die gedichten vaak heel persoonlijk zijn, merk ik dat er eigenlijk altijd ook wel een universele kant aan zit. Want iedereen krijgt ooit met afscheid te maken. En iedereen heeft dan de herinneringen aan betere tijden. Het gedicht ‘De cirkel is rond’ raakt aan dat thema. Een dochter verloor haar moeder. Eigenlijk jaren eerder al, beetje bij beetje, door dementie. Ook dit gedicht heb ik voorgedragen tijdens de kaarsenceremonie.

De cirkel is rond

jij veegde mijn tranen
ik poetste de jouwe
jij hebt me gedragen
ik kon op je bouwen

jij zag ons groeien
ik voelde je trots
jij liet ons bloeien
jij was onze rots

jij was het die troostte
jouw stem hoor ik nog
jij gaf ons de vrijheid
maar was er steeds toch

jij gaf ons je liefde
ik mocht van je houden
als dochters van moeders
ook in tijden van koude

want heel langzaam zag ik
je steeds meer verdwijnen
en zoals jouw ouders gingen
zo gaan nu de mijne

wat blijft is de band
die in liefde verbond
wat blijft zit in mij, mam
de cirkel is rond

En het laatste gedicht dat ik op het eind van de ceremonie voorlas, had ik speciaal voor de gelegenheid geschreven. De titel: Samenloop!

Samenloop

de diagnose 
wordt gesteld
en dan ineens
is het een feit
een donderslag 
die met geweld
een einde maakt 
aan zekerheid

je lichaam 
laat je in de steek
al wat er is
dat raak je kwijt
is het een jaar 
of maar een week
je leven lijkt 
beperkt in tijd

de dag verandert 
in een nacht
in elke traan 
proef je het zout
maar ondanks alles 
put je kracht 
uit iedereen 
die van je houdt

jouw weg die 
loop je niet alleen
hoe moeilijk 
elke stap ook is
je komt er samen 
wel doorheen
omdat elke stap 
er eentje is

het vuur wordt 
met elkaar beleefd 
in elke vlam 
brandt iets van hoop
dat is wat je 
de ander geeft
dat is de kracht 
van samenloop

Geluid van stilte…

Een afscheidsdienst in zijn ‘eigen’ Mèrthal. Henk Derks had het vóór zijn overlijden met zijn collega’s van de Mèrthal-bouwcommissie afgesproken. En ze hadden er werk van gemaakt, zijn collega’s. Een sfeervolle aankleding, waarvan zijn zoon Rogé een dag eerder de foto al zag, die ze hem geappt hadden. Die foto ontlokte Rogé de opmerking: ‘Het lijkt wel the Night of the Proms!

Ook daar was de Mèrthal ooit voor ingericht en de kans is groot dat Henk daar toen ook een rol in de voorbereiding heeft gehad. Henk was namelijk bij heel veel activiteiten betrokken. En niet alleen in de Mèrthal. Van zijn handigheid en technisch inzicht werd heel veel gebruik gemaakt. Henk vond het fijn om iets in die zin te kunnen bijdragen.

Het was druk. Het grote aantal stoelen bleek bij lange na niet genoeg voor het grote aantal aanwezigen. Alles was bezet en rijendik stonden ze rondom statafels om Henk de laatste eer te bewijzen. Op de trompetmuziek van ‘Il Silenzio’ begeleidde de familie Henk naar binnen. Hij kreeg een plek op het podium. Op een klein tafeltje stond zijn eigen trompet en iets verder weg zijn Puch-brommer. Links en rechts van het podium hingen twee grote schermen waar zijn foto op geprojecteerd was. Een mooie foto die zijn broer Jos nog niet zo lang geleden gemaakt had.

Op het tafeltje met zijn trompet stonden zes kaarsjes te wachten om door zijn kleinkinderen te worden aangemaakt. In leeftijd variërend van 4 tot 12. Ze vonden het best spannend, de een wat meer dan de ander, maar toen ik hen daarvoor vroeg, stonden ze er, alle zes. Met een aanmaakkaars liepen ze één voor één naar het tafeltje en ontstaken hun kaars. Voor opa. Je zag de concentratie op hun gezichten. Ik denk dat het applaus dat ik voor ze vroeg toen alle kaarsjes branden een ontlading voor hen was, maar ook wel extra indruk op hen heeft gemaakt. 

Daarna zagen ze foto’s van zichzelf voorbij komen, groot op de twee schermen, samen met opa. Het wakkerde hun emoties nog wat meer aan. Maar bij andere foto’s zag ik gelukkig toch ook zo nu en dan een lach op hun gezichtjes. De muziek onder die eerste fotoserie had Henk zelf nog mee uitgezocht. Met in gedachten zijn ziekteperiode vond hij Rollercoaster van Danny Vera wel een toepasselijk nummer.

Vlak voor aanvang van de dienst viel een van de twee beamers zo nu en dan even uit. Maar bijna meteen daarna kwam het beeld ook weer terug. Een onverklaarbaar technisch mankementje. Op een moment vlak voor aanvang dat het ook niet meer te verhelpen was. Je hoopt er dan het beste van. Maar ook tijdens de eerste fotoserie gebeurde het een paar keer.  Mijn ervaring is dat je onverwachte dingen het beste maar gewoon kunt benoemen. En misschien moest het ook wel zo zijn. Het was een mooie gedachte dat juist het telkens snel weer verschijnen van het beeld weleens aan Henk te danken zou kunnen zijn geweest..

De vrouw van Henk, Marianne, en hun twee zonen Rogé en Glenn, hadden alledrie hun herinneringen op papier gezet. Die verhalen had Henk, dagen vóór zijn overlijden, al gehoord en goed bevonden. Ook over de muziek waren ze het samen snel eens geworden. ‘The show must go on’ van Queen was een hele toepasselijke titel. En het ‘Roet zien de Roeze’ van TaaiTaai bleek op de mobiel van Marianne een gereserveerde ringtune, die alleen klonk  als Henk haar belde. Het vierde nummer waarop foto’s werden getoond heette ‘Het geluid van stilte’. Met een eigen nederlandstalige tekst bezong BenR precies de emoties van dat moment, op de muziek van ‘The sound of Silence’. In het plotselinge stille einde van het lied kwam het zachtjes snikken van de kleinkinderen nog intenser binnen…

Opa zal gemist worden. Vader zal gemist worden. Marianne zal hem gaan missen. Zijn broers en zussen zullen hem gaan missen. En heel veel organisaties en verenigingen zullen hem gaan missen. En toch… ‘the show must go on’… ondanks het geluid van de stilte. Ik denk dat Henk het ‘dóórgaan’ zijn jongens en zijn vrouw ook wel heeft meegegeven. Juist door de manier waarop hij in het leven stond. Rogé en Glenn herhaalden volgens mij allebei in hun verhalen de levensles die hun vader hen leerde: ‘Wat je voor een ander doet, komt ook weer bij je terug’. En die andere twee levenslessen mochten er ook zijn: Geen politie op de stoep en nooit vóór 02.00 uur thuiskomen, want dan maak je niks mee.

Henk is door zijn gezin na de dienst begeleid naar het informele samenzijn in ‘zijn’ Mèrthal. Zijn kleinkinderen liepen heel zorgvuldig met hun brandende kaarsjes achter opa aan. De kaarsjes kregen een plek op de kist van opa, tussen hun eigen met verf gekleurde handen die ze al eerder op de kist hadden gemaakt. De kaarsjes mochten ze houden, vertelde een medewerker van Han-Mark Arendse Uitvaartzorg me. Toen ik hen dat vertelde, terwijl ze lekker van hun broodjes genoten, waren de tranen al wat opgedroogd. De kaarsjes zullen thuis ook nog wel een keer aangaan. En dan zal er nog wel eens een traantje vloeien. Dat mag. Hoe graag je het soms ook anders zou willen, ‘the show must go on’… ondanks de stilte..

Heel veel sterkte voor iedereen die Henk gaat missen.

Met toestemming van Marianne, Rogé en Glenn, deel ik dit verhaal en hieronder het gedicht dat ik voor hen maakte en gistermiddag tijdens het afscheid heb voorgelezen.

Henk,

vol inzet, steeds gedreve
actief mit hiël veul zake 
daat ziede aalt gebleve
bijna aalles kösste make

gaer haadde oow zelf gerepareerd 
dao hedde ok hiël veul vur gedaon
ma toen ge aalles haat geprobeerd 
voongde ut tiëd um heer te gaon

vergaete, Henk, doon weej oow ni
aalle herinneringe blieve werm
hedde trouwes Tonny trug gezi?
en haaj zeej Rieny ôp dun erm?

dur ziën, vur andere en vur ôs
waat geej ôs aalt het veurgedaon
dao is ut in ‘t laeve um begôs
en zoë zulle weej ok verder gaon

Toon en Truus…

Tijdens een bezoek aan Toon en Truus geraakt door hun verhalen. Mooi om te zien hoe zij dat samen bewaren en koesteren in zelfgeschreven boeken. Indrukwekkend.

Een gedicht als dank voor het goede gevoel dat zij me gaven. Voor Toon en Truus. En voor iedereen die het herkent..

naast vreugde
jarenlang de pijn
van steeds 
een beetje minder

toch, als ze er
dan niet meer zijn
blijft liefde 
de verbinder

hun veel te korte levens
met honderdduizend woorden
zo liefdelang beschreven 
dat engelen het hoorden…

elk woord
uit liefde opgediept
houdt vast 
wat er ooit was

letter voor letter 
uitgetypt

ik voelde 
dat ik liefde las…

Evenwicht…

dag van de arbeid
bijna iedereen vrij

alles wandelt heel zonnig
aan mijn tafel voorbij

niemand problemen 
nergens een lont

en net als de wereld
is mijn tafeltje rond

het wiebelt een beetje
plus een dansende stoel

of… is het de wereld
waar ik dysbalans voel

iedereen loopt
aan de wereld voorbij

op de dag van de arbeid
is bijna iedereen vrij…

Moreel kompas…

youtu.be/R6XiY94LvrA

Gedicht op orgelmuziek, gemaakt voor de voorstelling ‘Haar naam is Hanna’ op 18 mei.

Tom…

Naar schatting zo’n 450 mensen kwamen dinsdag 15 april in Maasbree bij elkaar om afscheid te nemen van Tom van den Heuvel. Tom overleed op woensdag 9 april, plotseling, zonder enige vooraankondiging. Hij was pas 44 jaar.

Eén dag na zijn overlijden zat ik vroeg in de avond bij het gezin. Overdag waren ze al met Ron Bosmans van Uitvaartverzorging Yvonne Vos in de weer geweest om de rouwkaart op te stellen. Wat moet je opschrijven als je nog vol ongeloof de waarheid onder ogen moet zien. Maar uiteindelijk was het gelukt. Ze lieten me de rouwkaart zien. Aan tafel zaten zijn vrouw Marjolein, hun kinderen Klin en Lize, Thom, de vriend van Lize, de ouders van Tom en Tom’s jongere broer Erik. 

Verslagenheid zag ik. Maar ook troost en steun voor elkaar. En een aanpakkersmentaliteit. Ze hadden al nagedacht over het afscheid, dat zo onherroepelijk op hen afkwam. Er was muziek waar Tom vaak naar luisterde, alleen of samen met hen, thuis of in de auto. Klin had op zijn Insta-pagina op woensdag het overlijden van zijn vader al gemeld. En op de Facebookpagina van Lize las ik hoe zij 9 april duidde als ‘de dag dat alles stil stond’. Honderden reacties bij allebei.

Er werden aan de keukentafel mooie verhalen verteld over Tom. En het werd al snel duidelijk dat het gezin die verhalen tijdens het afscheid op dinsdag 15 april zelf wilde vertellen. Ook meldde Klin dat hij met zijn muziekmaat Frenk bezig was om voor zijn vader een eigen nummer te schrijven. Een nummer waar ook Lize bij betrokken was. Marjolein zou zich gaan buigen over de foto’s die men graag wilde laten zien bij het afscheid. Over en weer werden de taken verdeeld. En nog meer verhalen gingen over tafel.

‘De eerste dagen is Tom nog gewoon hier’, zei Tom’s moeder op enig moment troostend tegen Marjolein. Erik voelde Tom’s aanwezigheid ook. Sterker nog. Hij sprak zelfs nog met hem, vertelde hij. Tom had hem laten weten dat hij ‘in eerste instantie heel erg schrok, maar dat hij zich nu al wat vertrouwder voelde’. ‘Zijn oma is bij hem’, voegde Tom’s moeder er nog aan toe. Hun sensitiviteit zorgde voor een speciale sfeer. 

Het was een sfeer die Marjolein emotioneerde. Hoe graag zou zij nu nog met Tom willen spreken. Juist omdat háár laatste contact met Tom woensdagmiddag was geweest via de telefoon. Hij zei dat hij een oplossing had bedacht voor een zakelijke uitdaging. ‘Ik vertel het je later wel’ waren zijn woorden. ‘Later’ was er echter niet meer van gekomen. Klin zag de tranen bij zijn moeder, stond op en sloeg een troostende arm om haar heen. 

Thom junior begeleidde me desgevraagd naar de kamer waar Tom opgebaard lag. Daar zag ik voorbeelden van wat in de verhalen al naar voren was gekomen. Zijn liefde voor zijn werk. Foto’s van momenten met zijn gezin. Met Marjolein, Klin en Lize. Lachend en genietend. Indrukwekkend, maar vooral heel stil. We gingen terug naar de keuken. Tom’s moeder vroeg me hoe Tom op me was overgekomen. ‘Vertrouwd’ was het woord dat in me opkwam.

De dagen die volgden kreeg het afscheid steeds meer vorm. Teksten werden geschreven en foto’s werden uitgezocht. Tussen de bedrijven door, want het gezin maakte vooral tijd voor al die mensen die het bericht van zijn overlijden hadden vernomen en verdrietig en vol ongeloof hun medeleven kwamen overbrengen. Tom’s netwerk bleek wijd vertakt. Hij had bij heel veel mensen een snaar geraakt, gewoon door te zijn wie hij was.

Tijdens het afscheid op dinsdag kwam dat allemaal samen. Zijn vader vertelde over zijn jeugd en noemde het voorbeeld dat Tom als zesjarige al voor de vuilniswagen uitging, met zijn eigengemaakte vuilniswagen en zelfgefabriceerde vuilniszakjes. Aan zijn moeder vroeg hij op latere leeftijd wat ze zou zeggen als mensen haar zouden vragen wat haar zoon deed en zij dan moest zeggen dat hij vuilnisman was. Zijn moeder zei hem dat ze zou zeggen dat hij een gelukkige vuilnisman was en dat hij z’n hart moest volgen. En dat deed hij.

Lize, Klin en Marjolein hadden ieder hun eigen verhaal. Zij steunden elkaar bij het vertellen over hun liefde voor Tom. Thom junior stond erbij om Lize extra te steunen. Het muzieknummer van Klin, Lize en Frenk dat volgde, maakte grote indruk. Erik’s broer zat nog vol vragen over het waarom en tussen zijn zinnen hoorde je de verslagenheid. Het was mooi om te zien dat zijn vrouw een arm om hem heen kwam leggen. Ik mocht vervolgens een van de eerste steunbetuigingen voorlezen die het gezin had gekregen. Die was van Martijn, maar het voorlezen daarvan was niet alleen bedoeld als dank voor zijn woorden, maar in zekere zin ook als dank voor al die andere uitingen van steun die het gezin had ontvangen.

Namens zijn vrienden haalden Sjors en Funs herinneringen op. Sjors kende Tom al vanaf de kleuterschool en herinnerde zich dat Tom op woensdagen nooit tijd had om te spelen, omdat hij dan met de echte vuilnismannen mee mocht op de wagen. Funs ging verder in op de vriendengroep van Tom, die nu zonder hem er heel anders uit zou gaan zien. Tom’s plek bleef voortaan leeg en het zou een stuk stiller worden. En na die woorden kregen ook zij applaus van iedereen die aanwezig was. De vrienden hadden een paar foto’s aangeleverd die hun gezamenlijk plezier lieten zien en zelfs één foto waar dat plezier mooie ronde vormen had aangenomen.

Na alle sprekers werden er foto’s op muziek getoond. Tijdens de voorbereiding van die fotoseries was me al opgevallen dat er heel veel foto’s bij waren waar Tom gearmd stond met anderen. Met zijn kinderen, met Marjolein, met zijn ouders, zijn broer, zijn vrienden, zijn collega’s. Het liedje van Neet oet Lottum, ‘Halt mich ens vast’ was daar bijvoorbeeld helemaal passend bij. En ook het beginnummer van de afscheidsbijeenkomst, ‘Hotel California’van de Eagles, was goed gekozen. Niet alleen omdat ze dat nummer vaak samen in de auto luisterden, maar ook door de laatste zin van de tekst: ‘You can check out any time you like, but you can never leave’. Een prachtige metafoor: Je kunt het leven wel los moeten laten op je 44ste, maar je zult nooit weg kunnen gaan uit het geheugen van hen die je achterliet. 

Het was een afscheid dat indruk maakte. Bij alle aanwezigen en ook bij mij. Op het eind van de samenkomst noemde ik Thom nog, die Tom van thuis uit op een speciale vrachtwagencombinatie naar Maasbree had gebracht en die Tom ook, samen met de familie, naar het crematorium in Blerick zou rijden. Buiten stond een rij kraanwagens opgesteld van collegabedrijven die Tom met groot materieel hun laatste eer kwamen bewijzen. De takelconstructies gebogen, zoals ook veel mensen in de lange erehaag hun hoofd bogen toen Tom voor het laatst voorbijkwam.

Ik had voor dit afscheid een persoonlijk gedicht gemaakt, dat ik met toestemming van het gezin heb voorgelezen en hieronder deel. En ook dit verhaal heb ik eerst het gezin laten lezen, voordat ik het hier heb gedeeld. Het afscheidsverhaal mag worden verteld. Hoe verdrietig de aanleiding ook is, hoe donker de dagen ook zijn, er zal altijd licht te zien zijn. ‘Nu ben je naar het licht’, was niet voor niets één van de zinnen die tijdens het lied van Klin en Lize op het scherm verscheen…

Tom,

zomaar ineens ben je gegaan
heel plotseling, niet uit te leggen
je had nog graag zóveel gedaan
maar niet de tijd, ons dat te zeggen

misschien dat iemand jou toch hoorde
al was het stil en donker in die nacht
maar liefde kan ook zonder woorden
een afscheidskus kan ook heel zacht

zijn er tuinen, Tom, waar jij nu bent?
en is er grond om te verzetten?
zijn er daar mensen die je kent?
die, toen je ging, ook op je letten?

je blijft bij ons, waar je ook gaat
en samen mét jou gaan we door
het voelt alsof je naast ons staat
wie weet, ga jij straks óns wel voor…


GvdM | 110425

Gedachtenisprentje…

Ger Peeters

Ik sprak Gertie en Ger op dinsdagochtend 11 maart. Op hun verzoek hadden we afgesproken om het over het afscheid van Ger te hebben. De voortschrijdende aftakeling door de ziekte Parkinson had een stadium bereikt waar Ger voor zichzelf de grens had gelegd. De grens van een menswaardig afscheid. Of, zoals Gertie die ochtend namens Ger vertelde: Afscheid nemen op een punt dat de kleinkinderen zich opa nog kunnen herinneren als een man waarmee ze samen spelletjes deden aan tafel. Ger was daar sinds de diagnose en de prognose vanaf het begin altijd heel stellig in geweest. ‘Ik ga niet áán Parkinson overlijden, maar mét Parkinson’.

Ik kwam Ger het laatste jaar zo nu en dan tegen, als hij zijn rondje maakte door het centrum van Horst. Bij elke nieuwe ontmoeting zag je het afbrekende effect dat Parkinson op hem had. Waar het aan het begin een nauwelijks opvallende vertraging was, veranderde dat in de loop van een jaar naar een complete afhankelijkheid van een rollator en desondanks toch nog vaak vallen. En toen op het laatst het lezen van boeken en het maken van de puzzels uit de krant niet meer mogelijk bleek door de aantasting van de oogspieren, was voor Ger de maat vol.

Samen met Gertie en hun twee zoons Patrick en Paul had Ger dat scenario al voor zichzelf uitgetekend. Op 18 maart moest het gaan gebeuren. Niet op 17 maart want dan was de nationale feestdag in Ierland, St. Patricksday. Dat wilde Ger zijn Ierse schoondochter Ruth niet aandoen. Dinsdag 18 maart moest het worden. Die dag was ook met de huisarts vastgelegd. Het weekend daaraan voorafgaand werd nog helemaal volgepland met bezoeken van familie en vrienden. Sommigen wisten hoe de vlag erbij hing, anderen schrokken van Ger’s keuze om de regie op relatief korte termijn in eigen hand te nemen.

Het vergt moed om überhaupt die keuze te maken, laat staan om dan de volgende definitieve stap met zoveel zelfbewustheid en berusting te zetten. Ger was er duidelijk in. En standvastig. Op 18 maart, om 14.39 ontving ik van Gertie een appje, waarin ze meldde dat  Ger was overleden. Een dag later vertelde Gertie me dat Ger, vóór het definitieve afscheid, nog een laatste keer met het gezin een spelletje wilde doen. Zo geschiedde en deze keer won Ger niet. 

Een dag later zat ik met Gertie, Patrick en Paul en hun partners Loes en Ruth, aan tafel om de afscheidsbijeenkomst met hen vorm te geven. Dela Uitvaartzorg was al in een vroeg stadium benaderd en de nodige afspraken en voorbereidingen waren al getroffen. De dienst stond gepland op zaterdag 22 maart. Ger had zelf de muziek uitgezocht die er bij zijn afscheid mocht klinken. Foto’s uit zijn leven kreeg ik diezelfde dag nog en wat me opviel toen ik daar compilaties van maakte op Ger z’n muziek, was de trots in zijn ogen bij opnamen waarbij ook zijn familie in beeld was.

Op de rouwkaart stond een mooie volzin: ‘Je hoeft niet zo sterk te zijn om iets vast te houden, maar je moet heel sterk zijn om iets los te laten’. Gevolgd door drie woorden: ‘In liefde losgelaten’. Slechts drie woorden, die eigenlijk alles zeggen. Je zou in eerste instantie denken dat het de woorden van Gertie, Patrick en Paul zijn. Maar evengoed zouden het de woorden van Ger kunnen zijn. Hoe sterk moest hij zijn? Of zit de kracht vooral in het samenspel? Zelfs vlak voor een afscheid?

De aula van Crematorium Boschhuizen in Venray bleek op dag van het afscheid te klein om het grote aantal aanwezigen te herbergen. Een deel vond noodgedwongen een plek in de ontvangstruimte en een aantal families in het buitenland keek via de livestream mee. Het was al snel duidelijk dat het van te voren ingeschatte aantal gedachtenisprentjes niet voldoende zou zijn. Dat bleek dus ook op het eind. Ger zou zelf die situatie waarschijnlijk hebben afgedaan met de opmerking ‘het is niet anders’. 

Het In Memoriam dat Gertie had geschreven en de herinneringen die Patrick en Paul tijdens de dienst deelden,  maakten indruk. Temeer omdat Ger zelf die verhalen zondag daarvoor al had gehoord. Net als de verhalen van de buren Ben en Annie en hele goede vrienden Frank en Marlie. Ik had op die zondag ook het gedicht klaar, waarmee ik als ritueelbegeleider normaal gesproken een afscheidsbijeenkomst besluit. Ook dat heeft Ger zelf nog gehoord, toen Gertie het aan hem voorlas.

Zoals gezegd, niet iedereen kon na het persoonlijke afscheid worden voorzien van een gedachtenisprentje. Ondanks mijn verzoek vooraf of men per stel met één prentje genoegen wilde nemen. Om die reden hieronder het prentje digitaal. En op verzoek van Gertie plaats ik daarna ook het gedicht dat ik speciaal voor Ger, en voor iedereen die Ger kende, heb geschreven.

Ger,

regelmaat en ritme
bepaalden steeds jouw leven
en dat is tot het allerlaatst
steeds het geval gebleven

je ziekte streepte dingen door
en telkens leverde je wat in
maar altijd ging jij er weer voor
elk einde werd een nieuw begin

met regelmaat en ritme 
bleef jij op beter hopen
je bleef zolang het ging
gewoon je rondes lopen

maar jij bepaalde zelf je grens
je leven lang al zelfbewust
je afscheid was je eigen wens
bij ritme en regelmaat past rust

wie je liefhad stond je bij
meer was er niet te zeggen
je liet jezelf, maar hen ook vrij
door je grens zelf te verleggen

het leven zonder jou gaat door
maar als het even niet meer gaat
dan kies ik in gedachten voor
jouw ritme en jouw regelmaat


GvdM | 160325