Ik heb getwijfeld of ik er opnieuw woorden aan vuil moest maken. Aan de oranje klapstoelen die een tijd terug de openbare ruimte ontsierden. Want ik had er al een keer eerder een korte reactie aan gewijd. Dat ik hoopte dat de opgeklopte berichtgeving over de ‘geheimzinnigheid’ omtrent de stoelen een goed doel zou dienen. Helaas..
Afgelopen dinsdag werd het ‘geheim’ onthuld. Imke Emons van BVNL Horst aan de Maas verklapte met een zelfvoldane glimlach dat haar partij de stoelen had laten vastketenen in de zestien dorpskernen van Horst aan de Maas. Ongevraagd legde ze uit waarom: ‘Omdat die symbool staan voor luisteren’. De orerende toon van de fractievoorzitter leek geen ruimte te bieden voor twijfel.
De ‘luisterstoelen’(?) waren vooral geplaatst omdat haar partij van naam verandert. BVNL wordt BVH. Wybren van Haga had het een jaar geleden al goed gevonden, vertelde Imke. BVH ging wel trouw blijven aan de landelijke BVNL maar wilde daar een lokaal tintje (oranje?) aan gaan geven. En ze vervolgde haar verklaring met een groot aantal algemeenheden die ze kenmerkend vond voor de nieuwbakken BVH. Dat liet ze opnieuw klinken alsof alleen BVH die geformuleerde doelen kon gaan waarmaken. Maar ze waren zo algemeen gesteld dat elke andere partij gedacht moet hebben: hè, maar dat doen wij toch ook?
Zou Imke wat dat betreft in het verleden misschien te weinig naar die andere partijen geluisterd hebben? Enfin… Apropos ‘luisteren’. Met oranje klapstoelen? Ach, het zal er wel allemaal bijhoren. Maar een anti-climax vond ik het wel. Dan heb je in alle zestien kernen van Horst aan de Maas een klapstoel vastgeketend en dan leg je uit dat dat symbolisch is omdat je het belang van elke kern wilt vertegenwoordigen. En dan geef je vervolgens met veel bombarie je partij de nieuwe naam: ‘Belang van Horst aan de Maas’, maar dan afgekort als BVH. Met alleen de H van Horst. Of Hegelsom? Mhm… hoe ‘zit’ het dan ineens met het belang van die andere 14 kernen? Er zijn kerkdorpen in Horst aan de Maas die voor minder hun ongenoegen hebben geuit, over de in hun ogen onterechte bevoordeling van de grootste kern. Of van Hegelsom. Ik weet het niet…
Maar om de actie niet helemaal in het water te laten vallen, stel ik voor dat BVH -als ze de komende raadsperiode zetels halen- vier jaar lang afwisselend plaats neemt op ál hun eigen oranje klapstoelen. Dan zijn ze in ieder geval nog ergens goed voor en hebben ze niet voor niets wekenlang de openbare ruimte van onze mooie gemeente ontsierd.
Compliment. Groot compliment aan de mensen van Openbare Werken van de gemeente Horst aan de Maas die de ‘zooi’ van de vorige keer hebben opgeruimd. In mijn herinnering (en ik heb de foto’s nog)
…indruk van de vorige keer
zie ik nog de stapel ellende die mensen hadden achtergelaten. Nu zit ik weer op hetzelfde plekje en is duidelijk dat er opgeruimd is. Bewonderenswaardig. En daarom bij deze de welgemeende complimenten voor de mensen die dat doen!
Dat het beroepsmatig is, dat ze dat doen, zegt veel over over hoe wij met z’n allen in elkaar steken. Mijn vorige verhaal over ‘zooi’ werd opgepikt door de afvalcoach van de gemeente Horst aan de Maas. In een reactie gaf ze aan dat ik het zwerfvuil ook kon melden. Dat heb ik toen gedaan via de gemeentelijke meldapp en jawel, op dezelfde dag ontving ik een mail dat er werk van was gemaakt.
Om precies te zijn: afgelopen donderdag om 12:01 kreeg ik een mailtje dat mijn melding geregistreerd was. Het bleek melding 3830 te zijn, maar daarover zometeen meer. Precies een uur later weer een mailtje. Ik citeer: ‘Deze melding is door onze collega’s van Openbare Werken afgehandeld’. Binnen een uur! Dus complimenten en respect.
Het is nu zaterdag, twee dagen later. Ik was benieuwd hoe ‘afgehandeld’ er in de praktijk uit zou zien en ben dus weer op dezelfde plek aan het schrijven als de vorige keer. De rotzooi van toen is weg. In de tussentijd heeft iemand, of meerdere iemanden, toch weer kans gezien om een beginnetje te maken aan een nieuw vuilnisbeltje, maar dat doet aan de prestatie van Openbare Werken niks af.
Het was melding 3830… Ik weet niet wat melding nr. 1 was en wanneer die gedaan is, maar bijna vierduizend meldingen zegt iets over ons. Als al die meldingen op een net zo snelle manier zijn afgehandeld als mijn melding, dan zegt dat vooral ook iets over de mensen van Openbare Werken. Dus nogmaals, niets dan lof voor deze club.
Op mijn verhaal van de vorige keer reageerde iemand die schreef dat ik een groter statement zou hebben gemaakt, als ik de rommel toen zelf had opgeruimd. Over die opmerking heb ik wel een paar dagen nagedacht. Was dat zo? Maar ik ben er uit. Nee, dat is niet zo. Want daar ging het niet om. Het ging om rotzooi die andere mensen zomaar achterlaten. En niet om rotzooi die wordt opgeruimd. Daar gaat dìt verhaal over.
Nog een kleine plus op het eind. Mocht er op deze pauzeplek in de toekomst een afvalbak worden geplaatst, dan beloof ik bij deze, als ik hier dan weer ga schrijven, dat ik een paar blikken, een weggegooide aansteker en een paar flessen -nu het begin van mogelijk weer groter afvalleed straks- wèl op zal ruimen.
Het blijft een fijne plek. Vooral door de mensen van Openbare Werken. En ik laat het aan hun deskundigheid en inzicht om af te wegen of een afvalbak een oplossing is. Mogelijk wel sneller opgeruimd, maar dan vergeet ik misschien die 3829 andere meldingen…
PS Ik heb niet gecontroleerd of de aansteker het nog doet, maar ik vermoed dat die leeg is.
Nooit een tweede kans voor een eerste indruk. De titel en eventueel de eerste zin moet meteen binnenkomen om je als lezer te bewegen om verder te lezen. Of dat gelukt is kan ik nu nog niet beoordelen. In ieder geval ben je al tot hier gekomen. Dus wat let je om gewoon door te lezen. Het gaat over sfeer en over inzet. En over trots.
Aanleiding is de ontmoeting zaterdagochtend van gedecoreerden in multifunctioneel centrum de Torrekoel in Kronenberg. De ooit eerder gedecoreerden, plus de nieuw-gedecoreerden van een dag eerder en het voorafgaande jaar krijgen traditioneel een uitnodiging om samen met de burgemeester te toosten op de Koning en op elkaar. Liefst driehonderd hadden er gehoor gegeven aan de uitnodiging.
Ervaring leert dat de eerste genodigden vaak meer dan een uur voor aanvang aanwezig zijn. Zaterdag 27 april in de Torrekoel was dat niet anders. Maar opmerkelijk was dat een twintigtal vrijwilligers uit Kronenberg nóg eerder aanwezig waren en al druk in de weer waren geweest om die eerste bezoekers meteen een gevoel van welkom te geven. Tot in de puntjes waren ze voorbereid op de komst van de driehonderd gasten.
Het was duidelijk dat men trots was op het werk dat men vrijwillig in de Torrekoel verrichtte. En aan alles was zichtbaar dat men een goede indruk wilde maken op de gasten. Met bijna militaire precisie waren de tafels schematisch ingedeeld en waren de taken verdeeld, volgens een toepasselijke kleurcodering van rood, wit, blauw en oranje. Keurig ingedekt stond voor elke gedecoreerde al een oranje gebakje klaar. Het snoepvlaggetje op de slagroomtoef was op 312 plekken bewust naar voren gedraaid, zodat het meteen goed opviel.
Genodigden bleven binnen stromen. Koffie en thee werd voortdurend in- en bijgeschonken omdat iedere vrijwilliger zijn eigen kleur tafel met vriendelijke discipline goed in de gaten hield. Toen ik om elf uur de bijeenkomst wilde gaan openen om aandacht te vragen voor de toespraak van de burgemeester, zag je dat alle vrijwilligers geïnstrueerd waren om niet meer tussen de aanwezigen door te lopen. Volop aandacht creërend voor het programma dat volgde.
De officiële toespraak van burgemeester Ryan Palmen, de muzikale aubade van de plaatselijke fanfare Monte Corona, een gezamenlijke toost met oranjebitter of jus d’orange en na de pauze een muzikaal intermezzo van Onjeklonje. Alles droeg die ochtend bij aan een speciale sfeer. Maar wat er zeker aan bijdroeg was de inzet en vriendelijkheid van de vrijwilligers. Er was een gevoel van verbondenheid. Je voelde dat men bij elkaar hoorde.
En het was niet alleen de ridderorde op revers of mantelpak die de aanwezigen aan elkaar bond. Het was vooral de inzet en trots die tot de onderscheidingen had geleid. Diezelfde inzet en trots zag je bij de vrijwilligers van de Torrekoel. Het was de manier hoe zij de genodigden zaterdag in de watten legden. Voelbaar en merkbaar. Het was het speciale ingrediënt, te proeven aan de zelfgemaakte tomatensoep en je zag het aan de met liefde vers gesmeerde luxe broodjes, die niet op leken te raken.
Driekoningen. Zes januari. Een associatie die er zó ingeramd zit, dat het waarschijnlijk de enige woorden zullen zijn die ik straks als honderdjarige nog zal kunnen zeggen. En als 6 januari nou mijn verjaardag was, dan zou dat best nog slim klinken op die leeftijd, maar helaas. Dat is 7 mei. Zes januari is elk nieuwjaar de dag dat je nog nèt mensen het allerbeste voor het nieuwe jaar mag wensen. Dus dat wil ik bij deze als eerste dan nog snel even doen: iedereen de beste wensen.
6 januari 2018. Driekoningen, zoals gezegd. Ik zie ze in gedachten nog bij de zelfgemaakte kerststal van vroeger staan, op een plat stuk van met rotspapier verpakte, gestapelde dozen. In mijn beleving kwamen ze altijd van links, als je voor het kribje stond. En nu ik er zo over nadenk, over de hoek waar de kerstboom stond en de richting van de kerststal, dan wees dat ook wel richting Duitsland, dus het oosten. Geografisch dus geen slechte keus van mijn moeder om de drie wijzen daar neer te zetten.
Ik heb me dat eigelijk nog nooit gerealiseerd, tot zojuist, toen ik deze regels opschreef en de beelden van destijds in mijn herinnering kwamen. Ik merk dat naarmate de jaren vorderen, ik dat wel vaker doe. Beelden van nu, in gedachten, over herinneringen van vroeger leggen. En me dan verbazen over zowel de overeenkomsten als ook de verschillen. In allerlei opzichten. Hoe anders mensen met elkaar omgaan, onder andere door de voortschrijding van de techniek. Maar ook hoe hetzèlfde mensen van toen en nu zijn, als het gaat om karaktereigenschappen en eigenaardigheden.
Vanochtend heb ik gezocht naar een opname uit 2001, van de Rabobankproms. Iemand had mij verteld dat die hele uitzending onlangs op tv was geweest. Men had mij gezien, als presentator van die prachtige show, toen, 17 jaar geleden. Ik heb mezelf nog niet ontdekt, maar wel een aantal losse opnames van de Proms. Onder andere van Roy Verbeek, die daarin op een fenomenale manier het nummer Gethsemane vertolkt. Twee dagen geleden zag ik Roy nog. Hij maakt deel uit van de band Dear Mrs. Miller, die op de nieuwjaarsreceptie van de gemeente Horst aan de Maas speelde. Ook daar mocht ik de presentatie doen.
Via YouTube, luisterend naar een 17 jaar jongere Roy, raakte zijn vertolking me weer. En toen YouTube me na Roy nog een andere opname van Gethsemane aanbood, luisterde ik die ook. Vervolgens werd ik geboeid door een indrukwekkende liveversie van Ted Neeley tijdens een ‘Farewell tour’ in 2006 in New York. En daarna was ik eigenlijk heel benieuwd naar de uitvoering uit de film Jesus Christ Superstar. Die heb ik ook nog beluisterd. Destijds eveneens gezongen door Ted Neeley, maar dan 33 jaar eerder. Verschillen, maar ook veel overeenkomsten.
Ik kan me de film nog heel goed herinneren. Het lied Gethsemane maakte toen al indruk op me. De versie van Roy vanochtend haalde dat gevoel van ontroering weer naar boven. De twee versies van Ted Neeley voegden daar nog iets aan toe. Het besef dat over de jaren misschien wel heel veel verandert, maar dat de meest elementaire dingen toch hetzelfde blijven. Van de performance van Ted Neeley uit 2006 werd destijds geschreven dat hij niet meer goed bij stem zou zijn. Maar de beelden laten ook zijn medespelers in de coulissen zien, die ontroerd, met tranen in de ogen en vol bewondering naar zijn vertolking luisteren en kijken.
Twee dagen geleden, tijdens de receptie, zong Dear Mrs. Miller onder andere het nummer ‘In the eye’. Indrukwekkend. Marion Steeghs, Roy Verbeek, Joep Vullings, John Minten en Huub Dijckmans, samen als Dear Mrs. Miller, brachten een muzikaal hoogstandje en zongen in een prachtige harmonie en samenklank.
En vanochtend, bij het zien en horen van de verschillende versies van Gethsemane, was ik weer ontroerd. Juist door de elementaire dingen die door de jaren heen niet veranderen. De passie van een zanger. De trots van de ouders van een zangeres. De ontroering van de mensen die in de coulissen 33 levensjaren terughoren in een stem en daar de tranen van in de ogen krijgen. De waardering, juist voor die zaken die het verdienen om benoemd te worden. Misschien wel als tegenhanger van alles dat er te bedenken valt dat niet goed is.