Driekoningen. Zes januari. Een associatie die er zó ingeramd zit, dat het waarschijnlijk de enige woorden zullen zijn die ik straks als honderdjarige nog zal kunnen zeggen. En als 6 januari nou mijn verjaardag was, dan zou dat best nog slim klinken op die leeftijd, maar helaas. Dat is 7 mei. Zes januari is elk nieuwjaar de dag dat je nog nèt mensen het allerbeste voor het nieuwe jaar mag wensen. Dus dat wil ik bij deze als eerste dan nog snel even doen: iedereen de beste wensen.
6 januari 2018. Driekoningen, zoals gezegd. Ik zie ze in gedachten nog bij de zelfgemaakte kerststal van vroeger staan, op een plat stuk van met rotspapier verpakte, gestapelde dozen. In mijn beleving kwamen ze altijd van links, als je voor het kribje stond. En nu ik er zo over nadenk, over de hoek waar de kerstboom stond en de richting van de kerststal, dan wees dat ook wel richting Duitsland, dus het oosten. Geografisch dus geen slechte keus van mijn moeder om de drie wijzen daar neer te zetten.
Ik heb me dat eigelijk nog nooit gerealiseerd, tot zojuist, toen ik deze regels opschreef en de beelden van destijds in mijn herinnering kwamen. Ik merk dat naarmate de jaren vorderen, ik dat wel vaker doe. Beelden van nu, in gedachten, over herinneringen van vroeger leggen. En me dan verbazen over zowel de overeenkomsten als ook de verschillen. In allerlei opzichten. Hoe anders mensen met elkaar omgaan, onder andere door de voortschrijding van de techniek. Maar ook hoe hetzèlfde mensen van toen en nu zijn, als het gaat om karaktereigenschappen en eigenaardigheden.
Vanochtend heb ik gezocht naar een opname uit 2001, van de Rabobankproms. Iemand had mij verteld dat die hele uitzending onlangs op tv was geweest. Men had mij gezien, als presentator van die prachtige show, toen, 17 jaar geleden. Ik heb mezelf nog niet ontdekt, maar wel een aantal losse opnames van de Proms. Onder andere van Roy Verbeek, die daarin op een fenomenale manier het nummer Gethsemane vertolkt. Twee dagen geleden zag ik Roy nog. Hij maakt deel uit van de band Dear Mrs. Miller, die op de nieuwjaarsreceptie van de gemeente Horst aan de Maas speelde. Ook daar mocht ik de presentatie doen.
Via YouTube, luisterend naar een 17 jaar jongere Roy, raakte zijn vertolking me weer. En toen YouTube me na Roy nog een andere opname van Gethsemane aanbood, luisterde ik die ook. Vervolgens werd ik geboeid door een indrukwekkende liveversie van Ted Neeley tijdens een ‘Farewell tour’ in 2006 in New York. En daarna was ik eigenlijk heel benieuwd naar de uitvoering uit de film Jesus Christ Superstar. Die heb ik ook nog beluisterd. Destijds eveneens gezongen door Ted Neeley, maar dan 33 jaar eerder. Verschillen, maar ook veel overeenkomsten.
Ik kan me de film nog heel goed herinneren. Het lied Gethsemane maakte toen al indruk op me. De versie van Roy vanochtend haalde dat gevoel van ontroering weer naar boven. De twee versies van Ted Neeley voegden daar nog iets aan toe. Het besef dat over de jaren misschien wel heel veel verandert, maar dat de meest elementaire dingen toch hetzelfde blijven. Van de performance van Ted Neeley uit 2006 werd destijds geschreven dat hij niet meer goed bij stem zou zijn. Maar de beelden laten ook zijn medespelers in de coulissen zien, die ontroerd, met tranen in de ogen en vol bewondering naar zijn vertolking luisteren en kijken.
Twee dagen geleden, tijdens de receptie, zong Dear Mrs. Miller onder andere het nummer ‘In the eye’. Indrukwekkend. Marion Steeghs, Roy Verbeek, Joep Vullings, John Minten en Huub Dijckmans, samen als Dear Mrs. Miller, brachten een muzikaal hoogstandje en zongen in een prachtige harmonie en samenklank.
Eén dag later kreeg de receptie kritiek op social media. ‘ Te weinig opkomst’ las ik en zelfs ‘Stop het oeverloos geklets’. Zó jammer dat ik nergens teruglas hoe mooi de muziek was, of hoe waardevol wellicht de ontmoetingen waren, vóór, tijdens en na afloop van het reguliere programma… ‘In the eye’. Donderdagavond voelde ik op die plek wat prikken, zo mooi was het.
En vanochtend, bij het zien en horen van de verschillende versies van Gethsemane, was ik weer ontroerd. Juist door de elementaire dingen die door de jaren heen niet veranderen. De passie van een zanger. De trots van de ouders van een zangeres. De ontroering van de mensen die in de coulissen 33 levensjaren terughoren in een stem en daar de tranen van in de ogen krijgen. De waardering, juist voor die zaken die het verdienen om benoemd te worden. Misschien wel als tegenhanger van alles dat er te bedenken valt dat niet goed is.
Ik heb afgelopen donderdag in ieder geval genoten. En nu ter afsluiting, op de dag van Driekoningen, 6 januari 2018, wens ik dat iedereen toe. Ik hoop dat er zo nu en dan een traan in uw oog verschijnt. Van ontroering bij het aanschouwen van iets moois of bij een herinnering die opgeroepen wordt door een juist dáárom al waardevolle gebeurtenis in het nu. Dat wens ik u. Op 6 januari kan het nog. Met dank aan Marion, Roy, Dear Mrs. Miller, Ted Neeley én mijn vader, die ook snel ontroerd was…
Als luisterbestand voor de liefhebber: Gethsemane (Ted Neeley, 1973) – (Op 5:35) Mijn voorgelezen column – (Op 11.10) Pretty Amazing Grace (Neil Diamond, 2008)
Dank je Geert voor het schrijven van dit stuk. Het roept veel herinneringen bij mij op en dat is toch mooi.
Ted Neeley met Gethsemane heeft voor mij “eeuwigheidswaarde.”
En de tijd van de Matthäus Passion komt er weer aan, dus met die traan zit het bij mij wel goed.
Graag gedaan, Harme. Fijn dat het herinneringen oproept. En wat toevallig dat Gethsemane ook voor jou een speciale betekenis heeft. Fijne dag nog.