Ik probeer te accepteren wat er is. Me niet druk te maken over dingen waar ik niks aan kan doen. Me te onthouden van het hebben van een mening over zaken waar ik te weinig van af weet. Tegelijk zie ik steeds vaker om me heen dat veel mensen daar anders mee omgaan.
Het lijkt alsof steeds meer mensen niet meer accepteren wat er is. Zich druk maken over dingen waarvan ze denken dat ze er op die manier iets aan kunnen doen. Ze hebben een mening over zaken waar ze klaarblijkelijk voldoende over menen te weten. Het vreemde is dat mensen met een tegengestelde mening er net zo zelfverzekerd instaan.
Ik merk dat ik daar steeds meer moeite mee heb. Niet zozeer met die tegengestelde meningen maar met mijn positie tussen die extremen. Hun ‘strijd’ voelt als touwtrekken met een bungee-jump-koord. Ik ben het vlaggetje in het midden van het koord. Links en rechts zie ik dat de hakken in het zand zijn gezet. Verbeten gezichten met maar één doel: bij het eerste signaal de tegenpartij met kracht omver trekken. Niemand beseft echter dat dit koord volkomen elastisch is.
Het signaal klinkt. Een fluitje, een virus, een functie elders. Alles is een startsein. Meteen wordt er aan beide kanten fanatiek getrokken. Beide partijen voelen duidelijk dat ze terrein winnen en worden alsmaar zekerder van zichzelf. Jutten elkaar op om vol te houden, want het kan niet anders of ze zijn er bijna. Toch? Maar het vlaggetje blijft in het midden hangen. Nog wel…
Want als het elastiek maximaal gespannen is, als aan beide kanten niemand ook nog maar één pas in zijn eigen richting kan verzetten, dan ontstaat de meest gevaarlijke situatie. Een situatie die onoplosbaar lijkt. Er is geen partij die los wil laten, want men is ervan overtuigd dat het de overwinning betekent voor de tegenstander. Dat kan niet. Tegelijk wordt men zich bewust van de striemende pijn wanneer de anderen het elastieken koord zouden loslaten. Het vlaggetje boven het midden kan niets doen dan gespannen afwachten…
De enige manier om dit tot een goed einde te brengen, is om van beide kanten in gelijke tred stap voor stap weer naar elkaar toe te lopen. Langzaam nader tot elkaar te komen. Met begrip en respect vóór elkaar weer náár elkaar. Alleen zo gaat die laatste anderhalve meter ook nog wel lukken. Als het ooit zover komt kan de vlag uit.

Mooi geschreven Geert