‘Loslaten’ staat opvallend groot op de cover van het maandblad ‘Filosofie’. Niet alleen qua lettertype groot en opvallend. Ook omdat het meteen de kern raakt van de situatie waarin ik me bevind. Waarin we ons met een aantal mensen bevinden. Waarin we ons, nu ik er zo over nadenk, eigenlijk allemaal bevinden. Het maakt dat ik het woord met meer dan toevallige interesse in me op neem.
De mei-uitgave zit nog in de plastic. Een paar uur geleden op de deurmat gevallen. ‘Loslaten’ zie ik staan. En in kleinere letters daarboven de toevoeging ‘de kunst van het’. Iets daarboven in een ander lettertype en kleur het zinnetje ‘weg met to-do-lijstjes en zelfhulpboeken’. Ik weet niet of het een met het ander te maken heeft -dat zal ik straks wel lezen- maar de toon is gezet.
‘Loslaten’ dus. Iets dat ik de laatste tijd heel bewust doe, in de letterlijke zin. Als ik merk dat gespannenheid in mijn lichaam ontspannenheid in de weg zit, is het vooral op momenten loslaten van spierspanning en meteen daarna bewust genieten van de ontspanning die dat tot gevolg heeft. Kortstondig, want juist in het dicht op elkaar zittende contrast schuilt de voldoening, is mijn ervaring.
Dat lichamelijke ‘loslaten’ is overzichtelijk. Complexer wordt het wanneer het over gevoelens gaat. Verdriet over een op handen zijnd afscheid. De confrontatie met de groeiende onmacht. De moeilijk benoembare angst voor de pijn. Vage vrees voor het onbekende. Het onvermijdelijke ervan. De onzekere pogingen dat tegen beter weten in zo goed mogelijk te willen begrijpen om er naar eer en geweten naar te handelen.
Dat laat me niet los. Maar kan dat eigenlijk wel? Hoe kun je iets loslaten, als het je zo tot op het bot raakt en je tot in je vezels bezig houdt? En dan ben ik nog maar een relatieve ‘buitenstaander’. Die er probeert te zijn, samen met anderen, voor iemand waarvoor het woord ‘loslaten’ binnen niet al te lange tijd haar meest extreme betekenis gaat krijgen. Het loslaten van het leven.
Hoe eenvoudig is het om een ongemakkelijk liggende hand onder mijn hoofd vandaan te halen, om die vervolgens ontspannen naast mijn hoofdkussen neer te leggen, en te genieten van dat korte moment. De eenvoud van ‘loslaten’? Nu ik daar zo over nadenk: er zit een vreemd soort van troost in de gedachte dat op het moment dat je het leven los moet laten, je ook de dood kunt laten varen. Dat gevoel van troost langer vast houden is misschien wel het devies. En er ondertussen -gelukkig, of zo gelukkig mogelijk- voor haar (en voor elkaar) te zijn.
Zou dat ‘de kunst van het’ zijn? Ik zal de plastic er eens vanaf halen.