Argumenten uitwisselen met de intentie om de ander te overtuigen van je gelijk. En daarmee tegelijk van zijn of haar ongelijk. En dat visa versa. Boeiend. Zeker als het onderwerp tegengestelde meningen kent, dan levert dat mooie en leerzame momenten op. ’Agree to disagree’ kan na een enerverend gesprek een mooie conclusie zijn. Zo ook gisteravond.
Ik weet nog dat ik me op enig moment mengde in de discussie. De vragen van een van de gesprekspartners waren terecht. Helder, via een goed onderbouwde inleiding, nieuwsgierig dwingend gesteld. Ik had er geen antwoord op. Wel een mening, die zich al even in mijn hoofd aan het vormen was: ’Niet over antwoorden discussiëren op vragen die niet de mijne zijn’.
Maar wat in je hoofd als zo’n elementaire waarheid voelt, komt dan ongeveer als volgt naar buiten: ’Je vraagt me dit maar ik wil en kan niet over het antwoord discussiëren, als het over een onderwerp gaat waarover ik mezelf geen vragen wil of kan stellen’. Het klonk ineens veel minder stellig dan het een moment eerder in mijn hoofd had geklonken. Maar het was gezegd. Ik had mijn punt gemaakt. Vond ik.
Het werd even stil. En het zijn altijd die stilte-momenten dat ik me in een split-second afvraag of ik misschien zojuist iets heel vreemds heb gezegd. Een dooddoener heb gebruikt misschien, waarvan alleen ik me op dat moment niet bewust ben. Van de andere kant voelde mijn argument toch heel reëel. Een interessant contrast, zeker een dag later als ik er weer aan terugdenk.
Hoe dan ook. Het mooie van zo’n discussie is, dat je er door aan het denken wordt gezet. Ook een dag later nog. Ik hoefde slechts zijn argumenten te beamen. Maar ik kon het niet. Omdat ik het niet wist. Het was kennis, die niet de mijne was. Of de mijne werd. En bovendien had ik zojuist verkondigd dat het om antwoorden ging op vragen die ik mezelf niet stelde.
Of zoiets.
Volgende keer weer eens een boompje over opzetten. Over het gelijk van het ongelijk. Over de waarde van waarheid of de levenskracht van een dooddoener. Over inhoud en wat dáár nog onder ligt. Als dat laatste de vraag is, dan is ’een lekker biertje en een viltje’ één goed antwoord…
Ik vind het leuk.