Een beetje in dominee Gremdaat-stijl zou ik willen beginnen met ‘kènt u die uitdrukking van de bomen en het bos? Dat u door de bomen het bos niet meer ziet? Of dat u een boom bènt die het bos steeds meer ziet veranderen? Daar moest ik aan denken toen ik…’
En zo zou dominee Gremdaat een minuut of vijf kunnen door-orakelen om tenslotte bij een, op het eerste gezicht, weinig verheffende conclusie uit te komen. Bijvoorbeeld dat hij u een goede boswachter toewenst. Of dat u meer oog moet hebben voor de wortels van de bomen omdat u die juist niet ziet. Of dat u het bos kunt redden door een door u zelf te planten boom. ‘Ga plánten!’ Záái!’. En na die euforische kreten murmelt Gremdaat meestal langzaam weg. Met spekjes en zo. Bijna alsof hij geschrokken is van zijn eigen gedrevenheid en de onmacht die daar aan lijkt te grenzen.
Een Gremdaat-gevoel. Zo zou ik het willen omschrijven. Dat gevoel dat me de afgelopen dagen bezig hield, tussen alle bedrijvigheid door. Een gevoel dat vanochtend, na het lezen van de Limburger en de Volkskrant, opnieuw de kop op stak. Het beeld van de bomen en het bos. Als metafoor van een heleboel zaken.
Van de openingsceremonie gisteren in Sotsji bijvoorbeeld. Waar meteen in het begin vijf bomen in dat prachtige olympische bos moesten opengaan, maar slechts vier bomen dat deden. De kans is niet denkbeeldig dat de boswachter van die vijfde boom zal sneuvelen, moet kappen of zal worden gekapt. De wereld zag het bos niet meer door slechts die ene boom. Erben Wennemars was er blij mee. Gelukkig ging er iets fout. Aan de nederlandse perstafel in Sotsji kon worden gelachen om die Russische boswachters. En zo murmelde het vervolgens ook gisteren langzaam weg.
De bomen en het bos, vandaag weer in de kranten. Twee uitspraken daaruit die uit compleet verschillende bossen leken te komen, zeg maar het Schwarzwald en de Biesbosch. Uit de Limburger: ‘Een oorlog begint niet op het slagveld, maar in je hoofd vol van (voor)oordelen’. En uit de Volkskrant: ‘Sport is geboren uit oorlogen en veldslagen’.
De eerste uitspraak komt van de duitse oud-minister van Buitenlandse zaken Hans Dieter Genscher. Genscher is een oude eik van 84 jaar die jonge boompjes vertelt over hoe de Muur op 9 november 1989 is gevallen. De tweede uitspraak komt uit de column van Bert Wagendorp, die ‘nebenbei’ vertelt hoe Mark Rutte gisteren Gordon heeft laten weten dat hij met Poetin heeft gesproken. Ook dàt is bomen, maar dat even terzijde.
Het bos, dat sport heet, ziet toch even twee markante bomen geplaatst. Sport gekoppeld aan oorlog en daarmee aan vooroordelen in ieders hoofd. Boeiend. Rinus Michels heeft het volgens mij ook een keer nog kernachtiger geroepen: ‘Voetbal is oorlog’. Kortom, stof tot nadenken zou je zeggen. En in mijn geval is er dan opnieuw de constatering en het gevoel dat we het vooral over bomen hebben en het bos niet meer zien. Het toch mèèr over dat bos hebben, daarmee kunnen we misschien een daad stellen. Al is het maar een Gremdaat…
Herkent u dat, lieve mensen? Dat u thuis, en op uw werk, en overal, soms wel eens denkt: waar is het bos? En dat u dan ook denkt, het bos, het bos, zal ik daar eens gaan wandelen, of doorheen gaan rennen. Dat moet u doen, lekker rennen, uw hoofd leeg maken in dat bos. Leeg maken van vooroordelen. Dat is goed voor u. En voor u medemens. En voor ons allemaal. Herkent u dat, lieve mensen? Dan wens ik u nog een fijne dag, met veel zon en allemaal fluitende vogeltjes in de bomen, in het bos, en met lekkere spekjes… en voor Sven een gouden medaille!