Het verhaal gevisualiseerd en verteld in ‘De tijd tikt alles eindig’.
Dat het nu half drie is, is straks om drie uur niet meer zo belangrijk. De tijd doden, is de uitdrukking die bij me opkomt. De afgelopen twee uur heb ik de zaterdagkranten doorgelezen. Daarin de wereld weer voorbij zien komen in al haar heftigheid en hopeloosheid.
En toch weer netjes gestructureerd in de vaste rubrieken die de zaterdagkranten kenmerken, realiseer ik me. Want er kan gebeuren wat wil, het past áltijd binnen het tabloidformaat, in een vast aantal kolommen. En áls er wat gebeurt, dan gebeurt dat vóór de deadline want anders gebeurt het pas morgen. Zo krijgen de gebeurtenissen nog wat structuur en weet je een beetje waar je aan en af bent. Dat is prettig. Het verzacht de chaos. Het laat het gifgas weglekken naar pagina vijf, waar de G20 er iets van vindt. Of niets van vindt. Ook zij doden de tijd.
Vaste rubrieken. Buitenland. Binnenland. Cultuur. Het is het nieuws van 20.00 uur en de herhaling om middernacht. Voorspelbaarheid van de voors en tegens, in van te voren gedefinieerde rubrieken, volgens vaste protocollen. Het maakt me gelaten en het werkt wat verdovend.
Ik blader en lees wat anderen vinden. Alles lijkt bepaald volgens vaste regels waar niemand wat aan kan doen. Als de G20 het al niet eens kan worden over Syrië, wie ben ik dan om iets over gas te roepen? En als wèl of géén strafexcercitie gekoppeld wordt aan de olieprijzen, is Esso daarmee belangrijker dan Assad?
Het is al half vier. Ik heb een extra half uur van mijn tijd gedood, zie ik. Daarin nog een boterham met kaas opgegeten en mijn zoon heeft me zojuist een gebakken frikandel gebracht. Er waren er nog drie over van het barbecuen eergisteren. Die moesten op en dat zijn ze nu ook. Hij twee, ik een. Duidelijk verdeeld. Hij heeft ze gebakken. Op ons gasfornuis. Ik neem een laatste slok van mijn jus d’orange. Ook op. Niet alleen tijd is onverbiddelijk, stel ik vast. Voorraden zijn dat ook. Eindig. Net als de tijd tikt alles weg.
En ik? Ik tik de tijd weg op mijn toetsenbord. Tegelijk met zoveel anderen. Woorden, zinnen, verhalen. Elke dag weer. Kranten vol als het moet. Maar wat in het ochtendblad staat lijkt in de avondkrant al niet meer zo belangrijk. Ik tik ’s ochtends ’g – i – f – g – a – s’, zucht en haal ’s avonds gewoon nog adem.
Terwijl de tijd wegsterft is de onmacht die ons doet zwijgen veelzeggend. Tegelijkertijd is de macht die ons het zwijgen oplegt nietszeggend. Dat is in heel veel landen wel anders. In Syrië bijvoorbeeld. Het is hier nu vier uur maar dáár doodt niet alleen de tijd…
Leuk boek over de formats waar je het over hebt:
http://www.bol.com/nl/p/de-nieuwsfabriek/9200000010081119/