Het leven gaat voorbij terwijl je plannen maakt voor de toekomst. Een uitspraak van een dergelijke strekking kwam een tijd geleden voorbij via internet. Facebook, Twitter of LinkedIn, dat weet ik niet meer. Evenmin herinner ik me de context waarin, of de bedoeling waarmee mijn Facebookvriend, Twittervolger of zakelijke LinkedIn-contact deze wijsheid met mij heeft willen delen. Maakt ook niet zoveel uit. Wat me nu bezighoudt is de diepere betekenis van de uitspraak.
Er zit iets fatalistisch in. Het kan ook zijn dat ik er iets onontkoombaars in lees. Terwijl Martin Luther King 50 jaar geleden -ik was toen 3- blijkbaar heel bevlogen ‘I have a dream’ riep, leef ik nu in een tijd waarin mijn omgeving zich opmaakt voor een gas-oorlog (schalie- of gif-, u mag kiezen) en tegelijkertijd massaal een mening heeft over een schelddiscussie. U weet wel, die tussen Geer en Goor aan de ene kant en een intelligent Playboy-model aan de andere. Humberto Tan zat ertussen (of ernaast, u mag het zeggen) en het ging over privacy (huh?). Zomaar wat indrukken van gisteren en vandaag die aan mijn leven voorbij trokken. Terwijl ik plannen maakte.
Nou ja, plannen. Ik dacht wat na en werkte. Aan de toekomst van mijzelf en van onze gemeente. En dan met name aan de voorbereiding van veranderingen wanneer er in 2015 taken over gaan van de rijksoverheid naar de gemeente. Een complexe kanteling. Ondermeer omdat we heel anders tegen zorg en verantwoordelijkheid aan moeten gaan kijken. Ook hier worden mooie, gedreven visies afgewisseld -en soms kansloos afgeserveerd- door ongenuanceerde botheden en plattitudes. De arrogantie van ambtenaren die menen in zes dagen de rol van jeugdpsychiater te kunnen spelen en het schandelijke onrecht van het niet verwisselen van luiers op latere leeftijd. Misselijkmakend.
Als dat inderdaad de toekomst is, dan is eigenlijk het leven nu al voorbij. Laat staan dat je er uberhaubt nog plannen voor zou willen maken. En dat weiger ik nou juist te geloven. Ik wil me niet neerleggen bij de negativiteit, die er onmiskenbaar is. Ik wil niet meegezogen worden met het doemdenken dat steeds vaker de kop op steekt. In plaats van de beschuldigende vingers, priemend wijzend naar de ander, probeer ik tegenwicht te vinden door mijn eigen duim omhoog te steken. Telkens weer. Daar waar het maar kan. De rest van mijn leven. Een toekomst lang. Om in balans te blijven. Yin en Yang. Geer en Goor. Whatever.