Daar stond ik, op de gesloten afdeling van het verpleeghuis. Hier zaten de mensen die zichzelf aan het verliezen waren of zichzelf al hadden verloren maar niet meer zelf mochten verdwalen. Daar stond ook de man die steeds opnieuw machteloos vroeg om hem te helpen zoeken. Onbewust van het hopeloze en pijnlijk dubbelzinnige van die voortdurende vraag. Want ‘hij’ was niet meer te vinden, terwijl je hem toentertijd nooit meer hoefde te zoeken… De deuren waren gesloten. De laatste jaren heeft hij daar geleefd, begrijpelijk, maar vol van angstig onbegrip. Voortdurend op zoek naar wat er niet meer was… confronterende contrasten. Uiteindelijk bleef van hem slechts de buitenkant over. Een lieve huls. Een mooi boek zonder woorden. Vertaald in herinnering.
Ik ben opnieuw op de gesloten afdeling van het verpleeghuis. Bij de vrouw die niet meer weet dat ze de moeder is van mijn vrouw. Die kwijt is dat ze de oma is van mijn dochter. De buitenkant is er nog, maar de binnenkant raakt langzaam leeg. Zij woont tussen nog dieper demente bejaarden die –wrang maar godzijdank ook zielsgelukkig- in poppen en knuffels geborgenheid en veiligheid vinden. Van binnen zó oud, dat ze aan de buitenkant weer kind worden. Het zijn allemaal voelbare, zichtbare of hoorbare tegenstellingen. En iedere keer opnieuw zo confronterend. Als je dement wordt dan verlies je jezelf. Verlies je vandaag en morgen. En als het proces van binnen maar lang genoeg doorgaat dan verlies je gisteren ook. Dan blijft er enkel grijze dofheid over in de ogen. Dan zit er mist op de ziel…
Heel soms is die mist wat minder dicht. Trekken er flarden op en zijn er tekenen van herkenning. Het boek gaat een momentje open en een paar regels worden leesbaar. Door een aanraking, een beeld of een geluid is er even contact met de werkelijkheid. Het wordt door zonen en dochters gekoesterd als spaarzame bewijzen van bewustheid. Steeds zeldzamer wordende momenten van zielsgeluk… Even gevonden wat kwijt is. Een paar tellen vastgehouden, gekoesterd en dan noodgedwongen weer laten gaan. Het kan helaas niet anders. Je moet het loslaten… Je moet háár loslaten. Achterlaten in geslotenheid. Maar die pop, die mag ze houden. Houd ze maar stevig vast en knuffel haar… vandaag… dag mam…tot morgen. Of tot gisteren… Waar je ook bent. Dag mam…