Engel in het zand…

Zo nu en dan ga ik er naar toe. De plek waar mijn ouders begraven liggen. Ik heb er al ooit eerder over geschreven. Onlangs was ik er weer. Meteen viel me op dat de buxushaagjes, links en rechts van het kruis, vervangen waren door twee rijen heideplantjes. Mooi, en heel begrijpelijk, want hoewel er weer een heel klein beetje leven in de haagjes zat, was het toch vooral een dode boel. Excusez le mot…

Het kleine stenen clowntje dat eerst jarenlang links onder bij het kruisbeeld van mijn ouders heeft gestaan, was met de heideplantjes mee verhuist naar rechts. Het waaide nogal flink die dag en waarschijnlijk was het beeldje door de wind omver geblazen. Terwijl ik in gedachten de jaartallen op het kruis in me opnam, dwaalde mijn blik wat verder af naar rechts.

Op het kerkhof ontstaan zo hier en daar wat lege plekken. Graven worden geruimd, wanneer er na lange tijd geen nabestaanden meer zijn die voor de plekken betalen. Zo is er rechts van het kruis van mijn vader en moeder waarschijnlijk een plekje vrij gekomen. Netjes aangeharkt viel me op. Alsof er reclame voor moest worden gemaakt. Maar nog opvallender was een klein stenen engeltje dat daar in het zand lag. Ook omgevallen leek het wel.

Het engeltje en het clowntje, allebei mogelijk geveld door de wind. Het was een aandoenlijke aanblik. Misschien ook wel gevallen voor elkaar, mijmerde ik er wat op door. Ik heb ze in eerbied allebei laten liggen waar ze lagen. Als ik een volgende keer weer ga kijken, ben ik benieuwd of ze dichter bij elkaar zijn gekomen. Mijn ouders hebben wel meer mooie dingen gedaan in hun leven…

er ligt een engel in het zand
het lijkt een heel klein wonder
alsof ze door het zand heen kijkt
en alles ziet daaronder

ze ziet zo wat er ooit eens was
de ups maar ook de down
en als ze daar bedroefd van wordt
is daar ineens de clown

hij laat zich vallen op de steen
blinkt uit op clowns gebied
hij grapt en grolt en buitelt, tot
het engeltje hem ziet

er is contact op hoog niveau
ondanks haar blik naar onder
het engeltje daar bij die clown
maakt beiden heel bijzonder...

Fantasie?

Vanmorgen een relaxte 10 km gelopen. In alle rust en met het voornemen om ook langs ‘Trudy’s plek’ te lopen. Elke kilometer trilt mijn horloge en dan kijk ik, al rennend, altijd even in hoeveel tijd ik die 1000 meter heb afgelegd. Op vier kilometer deed ik dat ook in datzelfde automatisme. Maar toen ik weer opkeek realiseerde ik me dat ik in die paar seconden de plek al voorbij was, nog voordat ik er bewust naar had gekeken en er een gedachte aan had gewijd.

Het was niet dat ik zo hard liep, maar toch. Onbewust aan voorbij gegaan, in de meest letterlijke betekenis. Al lopend nam ik me meteen voor om mijn route een tweede keer langs die bewuste plek te laten gaan. Dat zou over zo’n twee kilometer zijn, schatte ik in en ik liep in een relaxt tempo verder. Twee ganzen, die voor de miljoenste keer een hardloper op deze route voorbij zagen komen, waggelden net na de bewuste plek gelaten over mijn pad.

Al lopend dacht ik aan Trudy en hoe we haar in haar laatste dagen hadden begeleid. Ik dacht aan haar crematie en aan de woorden die we bij haar afscheid hadden gesproken. Bijna tegelijk, zag ik op een afstand iets wits en kleins zweven. Een vlinder, dacht ik in eerste instantie, en verbaasde me over het toeval, dat misschien geen toeval was. Ik had in wat verhalen wel eens de symboliek van vlinders gebruikt, als ik over Trudy schreef. Maar het was geen vlinder. Toen ik dichterbij kwam, bleek het een wit donsveertje te zijn.

Er gaan zo heel wat gedachtes door je heen, als je 10 km relaxt in je eentje door de bossen rent. In een kenmerkende golvende vlucht vloog er ineens een groene specht voor me uit. Die zie je ook niet zo vaak, bedacht ik, terwijl ik met mijn gedachten nog bij het witte veertje was, dat geen vlinder was. Vlinders en Trudy waren voor mij verbonden met elkaar. Zou het kunnen vroeg ik me af, dat als een ziel al vlinderend door het leven kan gaan, dat misschien ook wel golvend kan via een groene specht?

Ik weet het. Ietwat melancholieke fantasieën. Maar evengoed was ik met al die gedachten weer dicht bij de plek waar ik dit keer met extra aandacht aan voorbij liep. Misschien zat er ergens wel een groene specht in de bomen naar mij te kijken. Een specht die een kilometer geleden in een andere boom met zijn snavel een donsveertje uit zijn lijf had geplukt. Die even van te voren aan de ganzen had gevraagd om mij een beetje op te houden, om alles op tijd geregeld te krijgen…

Ik knikte naar Trudy en liep daarna de rest van mijn 10 kilometer. Heerlijk gelopen. En heerlijk herinnerd. Een ‘runners high’, maar dan anders. Dankzij een wit donsveertje -als uit een engelenvleugel- een groene specht en een koppeltje ganzen.