Tijd…

Het is wat met tijd. Gisteren op het terras met Karen en Ron over gesproken. Over hoe je tijd op verschillende manieren kunt ervaren. Allereerst en het meest voor de hand liggende, de tijd als gegeven van de klok. Seconden, minuten, uren, dagen, weken enzovoorts. De doortikkende tijd. We constateerden dat je die tijd alleen in het nu kunt ervaren. Tijd die voorbij is gegaan, is weg. En tijd die nog moet komen, die is er domweg nog niet. Een soort van lineaire tijd, waar je als het ware voortdurend met het ‘nu’ méé schuift. Tijd die niet alleen met jou mee schuift, maar met de hele wereld en alles daaromheen. Met alles dat onderdeel uitmaakt van het nu.

We spraken over die lineaire tijd. Over wat was of wat er nog moest komen. Herinneringen en toekomst. Weliswaar alleen in het nu ‘live’ te bespreken. Zoals we dat gisteren deden, op het terras. Maar daar constateerden we ook dat er nóg een vorm van tijd is. De ‘tijd’ in jezelf. Het is tijd die geen vat lijkt te hebben op wie ‘ik’ nu ben. Namelijk dezelfde ‘ik’ die ik toen was. Die er steeds was en ervaringen opdeed op verschillende momenten in het leven. Mijn ‘innerlijke stem’ die altijd geklonken heeft zoals die nu klinkt. Die wel geleerd heeft van de lineaire tijd, maar die op een of andere manier daar los van lijkt te staan.

Welke tijd is dat, waarbij de ‘ik’ die er tien, twintig of nog meer jaar geleden al was, nu nóg is. Die ‘ik’ die in de kern niet anders is dan de ‘ik’ van nu. Tenminste, zo voelt het. Die ‘ik’ die weliswaar op alle momenten met de lineaire tijd verbonden is, maar op verschillende momenten in het leven dingen beleefde, die daar los van lijken te staan. Anders dan herinneringen in de lineaire tijd. Terwijl ik dit opschrijf, luister ik naar Spotify, waar het bluesnummer ‘Bad to the bone’ klinkt. Ik laat het Mees horen, die er meteen zijn gitaar bij haalt en de bluesakkoorden meespeelt.

Terwijl we samen luisteren hoe het muzikale samenspel klinkt, voel ik tegelijk herkenning. Hoe ik vroeger aan mijn vader toonde wat ik met een bal kon en zijn bewondering voelde. Of mijn neef een goocheltruc liet zien en genoot van zijn verbazing. Het zijn voorbije momenten op de lineaire tijdlijn, maar de ‘ik’ die nu geniet van het gitaarspel, is dezelfde ‘ik’ die ooit in een vergelijkbare situatie iets deelde met een ander. Soortgelijke momenten van toen, door mij verweven met het nu. Als ik er een naam aan zou moeten geven, dan zou het ‘gevoelstijd’ zijn.

Gisteren hadden we het ook over de tijd als een illusie. Voor welke van de twee zou dat gelden? Voor gevoelstijd? Voor lineaire tijd? Voor allebei? En als het voor geen van beide geldt, is er dan nog een derde soort van tijd die wel een illusie is? Is dat de tijd waar we het over hebben als we ‘stippen op de horizon’ zetten? Is het de lineaire tijd waarin we onze agenda’s laten bepalen dat we ‘geen tijd’ hebben? Is het de gevoelstijd die juist de gedenkwaardige momenten van het leven bepaalt?

De bluesband zingt nu ‘Well, I got to leave you baby, it’s time for us to part’. Hetzelfde ‘nu’ dat in een niet te benoemen fractie van de tijd ook weer weg is. En waarvan je je dus kunt afvragen of het toch niet allemaal illusie is…

Het is wat met tijd… maar wát dan?

Iets in mij voelt toch de blues…

Foto | John Baker (Unsplash.com)

Burning blues…

Bluesmuziek van de Cornfeds op de koptelefoon. Onlangs heb ik ze gezien en gehoord op Moulin Blues. Samen met Peter en Hay was ik daar drie dagen ondergedompeld in de sfeer van blues en lettin’go. Relaxte sfeer. ‘Wenn i need to be alone for a while’ hoor ik de zanger van de Cornfeds nu zingen.

Het is zaterdagavond, de dag voor Pinksteren. Ik heb de Cornfeds via Spotify opgezocht, omdat ik even toe was aan wat anders. Soms heb je van die momenten dat het goed is om je gedachten even een andere kant op te sturen. De Cornfeds doen dat goed. ‘And now i wait for better days’ hoor ik.

Vanmorgen heb ik zelf muziek gemaakt op een gesloten afdeling van Hof te Berkel. Nederlandstalige liedjes gezongen, die de bewoners konden meezingen. Maar ook duitse, engelse en italiaanse deuntjes uit mijn buikorgel gedraaid. Regelmatig zijn er dan momenten van herkenning, die een paar tellen later weer vervaagd lijken. ‘She is real forgetfull, can’t find everything’ zingen de Cornfeds.

De titel van die bluessong is ‘Got a women like that’. Strak tempo. ‘Nothing will bring me down’ is er een tekstregel van. Het roept associaties op met vanochtend en het gevoel dat me vanavond parten speelt. Ik merk dat de verbanden die ik in mijn hoofd leg, de ietwat negatieve gedachten wat positiever inkleuren. ‘Ain’t nothing you can do, you told me and now i ‘m telling you’.

‘I will miss you, my dearest friend’. Big Old C heet het nummer. Oud, dat waren de bewoners vanochtend ook. Een van hen stond op, liep de woonkamer uit en kwam even later trots terug met een mondharmonica. Misschien had de orgelmuziek hem aangezet om zijn eigen instrument op te halen. Even speelden we tegelijk en waren we een duo. Ik zag blijdschap en vrolijkheid in zijn ogen…

Vanavond denk ik daar aan terug en lijkt dat moment van vreugde zo kort, vergeleken bij al de tijd, waarvan ik vanavond het gevoel heb dat die zo verschrikkelijk ongemerkt en nutteloos voorbij gaat. ‘It’s just to bad, to bad, I would never last a day’ hoor ik de Cornfeds zingen. Daar denk ik even over na terwijl de Cornfeds verder gaan. Het is even wachten op een zin, die relativeert… ‘I tell them to start living..’. Mooi! Toch? ‘Here we go again… a conversation ends, the moment just past… a new one begins’.

Yep. Daar doen we het mee. Iets eindigt omdat het moment voorbij is als een nieuw moment begint. ‘Now i wait for better days, i know there are better ways’ vult dat eigenlijk wel heel aardig aan.

Lekker, zo lukraak de blues opzoeken en naar eigen inzicht verweven met alles waarvan ik vanavond niet wist hoe ik het moest verwoorden. ‘I gave you ten years, ten seconds you were gone’. Ach, het is allemaal zo relatief. Je brandt zo maar niet af als het al 58 jaar meezit. Of toch? Hoe dan ook: ‘Tonight i’m gonna feel better’…