Motregen en een koude wind. Grijs. De herfst op een zondagochtend. Een dappere poging om een grote ronde te gaan wandelen, is na 10 minuutjes gestrand bij Liesbeth’s Grandcafé. Hete thee voor m’n neus en begonnen aan deze sfeerimpressie in woorden. Hier is het lekker warm.
Een gezin, met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid afkomstig van één van de twee vakantieparken, zit aan een uitgebreid ontbijt. Harde g’s bij de zachte broodjes. Vader praat volop. En vooral. De rest van het gezin luistert. Mes- en vorkgeluiden.
Buiten een dichtgeklapte parasol. Troosteloze aanblik. Alsof de moed is opgegeven. De chinees bereidt zich al voor op wat opnieuw een drukke dag zal worden. Boven de ingang zie ik de historie: post- en telegraafkantoor. Toen pakjes, nu zakjes. Van stempels naar tempels. Ach..
Weinig volk op straat. Binnen wordt het drukker. Achter me ingetogen gepraat over alles wat zich voordoet en waar niks aan te doen is. De stem van vader met de harde g gaat meer en meer op in het toenemende zondagochtendgeroezemoes..
Op de achtergrond zingt U2 ‘In the name of love’. Een moeder loopt buiten met een overdekte kinderwagen. Iemand uit het gezelschap achter me, ziet buiten een bekende op de fiets voorbijkomen. Met handschoenen aan. Hij zwaait. Zonder te zien naar wie. Ik groet hem terug met een knikje. Ook dat ziet hij niet.
Of alles gesmaakt heeft, wordt het gezin gevraagd. Drie keer ja van pa en de opmerking dat een van hen thuis altijd drie broodjes eet. Nu blijkbaar niet. Voor hetzelfde bedrag. Vriendelijk wordt geluisterd, geglimlacht en tegelijk afgeruimd. Alles moet gewoon doorgaan. Of ze nog wat willen drinken? Dat willen ze.
Het gezelschap achter me is aan het weer toegekomen. Het vriest niet. Nee, maar het motregent nog wel, zie ik. Mensen lopen nog steeds onder een paraplu. Ik hoor dat er kleingeld over de tafel geschoven wordt. Mijn tweede thee is op. Ik ga ook afrekenen. Herfst op een zondagochtend. Ach…

Prachtig beschreven. Het is net of ik ook bij Liesbeth zit.