Voorzienigheid…

De poorten staan aan twee kanten open. Er staan houten tuinbanken in de schaduw. Op mijn tocht naar een van mijn ‘vaste’ schrijfplekken, fiets ik door het centrum van Horst. Ik passeer de Lambertuskerk aan de zuidkant en zie dat de poort naar het Atrium open staat. In een flits zie ik er de tuinbanken staan. In de secondes die het duurt voordat ik de poort aan de noordzijde passeer, ontstaat het plan.

De fontein op het Lambertusplein heeft alweer tot het nodige kindervertier geleid. Het is half twaalf en de temperatuur telt een aangename 26 graden. Ik zie dat het Atrium vergeven is van schaduw. De tuinbanken hebben daar een strategische positie in gekregen. Waarom, bedenk ik me terwijl ik nog op de fiets zit, is dat geen plek om mijn volgende bijdrage te schrijven? Dus daar zit ik nu.

Het duurt twee alinea’s voordat de eerste wandelaar via de noordpoort richting de zuidpoort loopt. Bijna tegelijkertijd komt er een buitenlands gezin de kerk uit gewandeld. Vader, moeder en hun kinderen. Sri Lanka is het land dat in me opkomt, maar ik kan dat totaal nergens aan staven. Geen lange gewaden of gezichtbedekkende doeken. Europees gekleed, zal ik maar zeggen, maar evengoed die associatie. Maakt ook niet uit. Ze lopen samen de winkelstraat in.

Alsof het ene gezin het andere vervangt, hoor ik het ratelende geluid van een kinderbuggy. Geduwd door een jonge moeder en op de voet gevolgd door een jongetje en zijn vader. Zij lopen de kerk in. Net zoals Thea en ik vorige week in Luxemburg verschillende keren hebben gedaan, bedenk ik me. Ook toen was het warm en viel elke keer de verkwikkende koelte binnen de kerkmuren op. Op één plek hebben we zelfs twee kaarsjes opgestoken. Het gezin van zojuist is daar volgens mij niet aan toegekomen, want de buggy met de rest van de familie komt alweer naar buiten. Hun bezoek duurde een halve alinea.

De koster van de kerk komt naar buiten en ziet me zitten. We wisselen wat vriendelijke woorden. In de tijd dat ik aan de tuinbank zit, is de zon zover opgeschoven dat die de schaduw heeft weggedrukt. Een andere tuinbank is de oplossing. In de tussentijd schoffelt een vrijwilliger het tuinperkje links en rechts van de centrale kerkingang. In het voorbijgaan wenst hij me goedemiddag en geeft me een hand. Ik zit hier fijn.

Als ik vanuit het Atrium door de zuidpoort naar buiten kijk, zie ik de mensen door de winkelstraat lopen. Ik zie de platanen die voor een aantal andere mensen de schaduw geven, die het Atrium mij nu ook geeft. Aan de andere kant kijk ik naar het Lambertusplein. Ik hoor het klateren van de waterfontein en de spelende kinderen. Maar ook nu kruipt de zon langzaam naar me toe en schuif ik nog een metertje op. Het lijkt er op, alsof de voorzienigheid mijn tijd hier in het Atrium wel lang genoeg vindt.

En misschien moet ik het hier ook wel bij laten. Met al dat geschuif zit ik nu vlakbij de hoofdingang van de kerk. De rust van het Atrium, midden in de drukte van het centrum van Horst, geeft een mooi contrast. Het carillon meldt me dat het twaalf uur is. De grote kerkklok bevestigt dat in een twaalfdelige monotonie. De zon draait sneller dan dat ik mijn verhaal kan afronden. Een foto ter bevestiging en dan is het zover. Mijn eerste bijdrage binnen de muren van de kerk. Ik trakteer mezelf zometeen nog even op de geur van wierook. Ik zit er tenslotte vlakbij.

Langzaam in de zon…

En dan komen er spontaan toch nog twee alinea’s bij. In de kerk was ik de stille getuige van een ritueel, waarvan ik het bestaan niet kende. Als ik het van achter uit de kerk goed heb gezien, zat links van het altaar deken De Graaf Woutering met nog iemand in gewaad langs zich. Tegenover hen, rechts van het altaar, zaten nog twee priesters. Ze zongen samen een gebed. Volgens mij was het ’t Onze Vader. In een soort van gedragen eentonige meerstemmigheid herkende ik passages.

Het gezang klonk mooi in de verder lege kerk. Een mevrouw kwam nog binnen en ging voor in de kerk zitten. Zij kende het ritueel waarschijnlijk wel. Ik ben blijven luisteren tot het stil werd. En heb daarna genoten van de stilte die volgde. Een stilte die naadloos harmonieerde met de blije kinderstemmen buiten de kerkmuren. De kerkklok gaf aan hoe lang de stilte duurde. Een afsluitende samenzang beëindigde het mooie ritueel. Verrassend. Een cadeautje op de woensdagmiddag. Met dank aan het moment. En de voorzienigheid.

Gepubliceerd door

Geert van den Munckhof

Gedachten digitaal delen en vastleggen in verhalen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s