Een zwarte merel landt een meter van me af. Twijfelend kijkt hij me even aan, hipt dan langs me heen, naar de karmozijnbesstruik rechts van me. Met zijn oranje snavel pikt hij de paarse besjes uit de struik. Een stuk of vijf, zes en daarna lijkt zijn honger het te verliezen van de dreiging van mijn nabijheid. Nog snel een besje en dan hipt hij weg. Honger voor het moment gestild maar waarschijnlijk met een wat sneller kloppend merelhartje. Denk ik.
‘Lefmus’, denk ik terwijl ik het zweet van mijn lijf veeg. Ik heb zojuist de 10 km weer volbracht en hijg nog wat na op de tuinstoel in onze voortuin. Zou die merel geweten hebben dat ik niet de puf had om iets aan zijn aanwezigheid te doen? Als ik dat al gewild zou hebben. Wat gaat er op zo’n moment door een mannetjesmerelbreintje? Bessen! Bij zwetend mannetjes mens! Moet kunnen! Hip, hip, pik, pik… Oeps. Mannetjes mens ziet mij pikken. Bessen gepakt. Nu de biezen!
Of zou het dezelfde merel zijn die ongeveer een maand geleden een nest had in onze fietsenstalling? Die ons elke morgen en avond heel dichtbij zag komen, maar elke keer merkte dat wij niks kwaads in de zin hadden. Het nestje waar op een mooie dag zelfs vier jonge mereltjes in lagen. Vader en moeder merel vlogen af en aan om hun kroost te voeden. Dagen konden we dat tafereel bekijken, tot op een ochtend bleek dat ook een kat waarschijnlijk zijn geduld niet langer had kunnen bedwingen. Restjes merelkuiken waren het trieste bewijs. Honger is een sterke drijfveer.
Zou die merel van zojuist geweten hebben dat ik het was die de lijkjes ontdekte? Zou die, ergens vanuit een boom in de buurt, mijn eerste geschrokken reactie hebben opgemerkt? Heeft die mijn momentje van medeleven voor een merelleven gevoeld? Bestaat dat? Dat zo’n beestje daar notie van heeft? En daarom redelijk onbevreest dicht bij mij nu lekkere karmozijnbessen durft te komen eten? Wie weet.
Ik lees dat een merel wel twintig jaar oud kan worden. En ik lees dat het de meest voorkomende broedvogel in Nederland is. Er bestaat dus een reële kans dat de merel van zojuist niet de merel was van vier weken geleden. Hij leek er echter zoveel op dat ik mijn gedachten hier toch even de vrije loop heb gelaten. Moet kunnen.
Meer, merel, meest…
Vier jongen is een feest.
En al is er af en toe een kat,
er blijven altijd bessen zat.
Misschien toch een leermomentje? More or less… min of merel. Moet kunnen.
Mooi geschreven stukje Geert.
Dank je Wilma! Leuk dat je meeleest.