Geen uitgesproken mening…

‘Live’ luisteren kan ook. Onderstaand verhaal ingebed in muziek (Mark Lotterman en Gé Reinders) Klik hier.

Ik heb er al vaker over geschreven. Over meningen en hoe snel mensen die klaar hebben. Over mijn twijfels over die snelheid en over wat die rappe zelfverzekerdheid waard is. Ook heb ik vaak bedenkingen bij meningen die volgens de vertolker ervan een veel langere incubatietijd kennen. Meningen die dus goed onderbouwd zijn en -volgens dezelfde vertolker- eigenlijk alleen nog maar door mij of door anderen overgenomen hoeven te worden.

In mijn hoofd werkt dat echter niet zo. Als er al ergens op een voorzichtig plekje in mijn brein een mening wordt gevoed, die zich daardoor begint te vormen, dan komt er meestal tegelijkertijd op een ander plaatsje in mijn hersenen al een tegenbeweging op gang. Soms liggen beide heel dicht bij elkaar, maar per saldo levert dat vaak geen uitgesproken mening op. Want er zijn zóveel alternatieven denkbaar. Zelfs nu, terwijl ik dit alles opschrijf, dringen zich meteen al twee gedachten op: besluiteloosheid en evenwichtigheid. Een confronterende combinatie, als ik ze zo achter elkaar zie staan.

Kunnen die begrippen überhaupt wel samen gaan? Ja, is mijn resolute antwoord. Al was het maar uit zelfrespect of zelfbehoud, want de associatie komt tenslotte uit mijn eigen hoofdje. Ja, dat kan samen, besluiteloos en evenwichtig. Maar hoé dan, heb ik me de afgelopen dagen afgevraagd. Aanleiding voor die vraag was een interessant gesprek, onlangs op een van de eerste voorzomeravonden. In het vuur van de discussie werd ik me er van bewust dat het mij helemaal niet ging om de argumenten. Hoe helder en goed doordacht ook, en met hoeveel overtuiging ook gebracht, in mijn hoofd leidde het vooral tot een zoektocht naar balans. Want over de argumenten zelf kon ik weinig zeggen.

Was dat nu besluiteloosheid of evenwichtigheid, vroeg ik me de dag na de discussie af. Was het besluiteloos van me, om de mening op dat moment niet gewoon te delen? Of was het evenwichtig om de argumenten bij voorkeur te willen blijven wegen. Waar ik nu op uitkom, is dat ook dát er eigenlijk niet toe doet. Noch het een, noch het ander lijkt wezenlijk. Want die keuze is eigenlijk ook slechts maar weer een mening. Niet het hebben of uitspreken van een mening is essentieel. ‘Ik vind er iets van’ is wat mij betreft vooral gebaat bij ‘ik doe er iets mee’. Mede omdat ik me er in veel gevallen van bewust ben dat ik door een gebrek aan kennis er ook niets zinnigs over kán zeggen.

Zou Wittgenstein ook iets in die zin bedoeld hebben, toen hij zei: ‘Wovon mann nicht sprechen kann, daruber muss man schweigen’? Hij zei dat over taal in relatie tot kennis, ethiek, esthetiek en religie. Niet als mening, maar als constatering. Met elkaar daarover wél in gesprek zijn, op een warme donderdagavond, heeft echter ook zijn charme. Ik hou er van en heb er van genoten. In het besef dat besluiteloos stil en evenwichtig actief heel goed samen kunnen gaan. Vrij naar Wittgenstein zou ik dan ook willen besluiten met: Waaróver men ook met elkaar spreekt, men kan het beste zwijgen als men een slok neemt van een Pauwel Kwak.

Gepubliceerd door

Geert van den Munckhof

Gedachten digitaal delen en vastleggen in verhalen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s