Gewoon doen…

Inspiratie en positieve energie. Opnieuw dat gevoel na mijn spontane bezoek dinsdagochtend aan het nieuwe onderkomen van ‘Theater Kleinkunst’. Linda is er, en Kitty en Bart. En even later komt Eric heel relaxed binnenwandelen. Nog wat later Mike en Sandy. Mensen die ‘Gewoon doen’ een gezicht geven. Even later komt er iemand kennismaken, die bij ‘Gewoon doen’ mogelijk een creatieve werkplek gaat vinden. Hij wordt begeleid door een vriendin van Sandy en rondgeleid door Bart. Ondertussen drinken Kitty, Sandy en ik een kop koffie en praten over ‘Gewoon doen’.

Linda vertelt over haar vakantie die er aan staat te komen. Ze gaat naar Disneyland Parijs. ‘Kijken of er nog nieuwe Disney-figuren zijn bijgekomen’. Even later laat ze me een blankhouten blad van een tafeltje zien. Ze heeft er papegaaien op geschilderd. Ik weet dat Linda heel mooi kan schilderen, want ze heeft ook ooit voor Funpop schilderijen gemaakt die we als blijk van waardering hebben geschonken aan vrijwilligers die dat verdienden. Het tafelblad wordt mooi. Als het klaar is, zal degene die het straks gaat kopen er heel blij mee zijn.

Met Eric ben ik onlangs vriend geworden op Facebook. Daar heb ik gelezen dat hij bezig is met een schilderij van een museum. Heel gedetailleerd legt hij op Facebook uit hoe het er uit komt te zien. Onder andere met een electrische petroleumlamp aan kettingen, met kaarsen er omheen en in de middelste fitting een lampepeertje. Bijna meteen nadat hij binnenkomt doet hij z’n werkjas aan. IJverig gaat hij aan de slag. Met een echte lamp, zie ik. Als ik opmerk dat hij veel verstand van lampen moet hebben, omdat hij ze ook zo gedetailleerd kan schilderen, lichten zijn ogen op. Met uitgestoken hand komt hij naar me toe en legt nog eens haarfijn uit hoe het zit met electrische petroleumlampen.

Van Bart hoor ik hoe straks al die creativiteit vastgelegd gaat worden op een eigen website en in een eigen webshop. Fotograferen doen ze zelf en ook het digitaliseren en inscannen hoort straks tot de mogelijkheden. Linda vertelt trots dat ze dat ook al kan. En het zou me niks verbazen als Eric daar ook expert in gaat worden. Misschien al wel is. Maar eerst zijn lamp. En misschien moet het schilderij ook nog worden afgemaakt. Bovendien is hij, bij mijn weten, zo goed als altijd van de partij, als de rollen voor weer een nieuwe theaterproductie verdeeld worden. Multitalent. Net als die anderen. In Kitty’s ogen straalt trots als ze het over ‘haar spelers’ heeft.

Sandy vertelt hoe ‘Gewoon doen’ heel organisch ontstaan is. Vanuit haar passie voor mensen en haar filosofie over zorg en ondersteuning van kwetsbare mensen in hun leven. Dat moet je gewoon doen, zegt ze, zoals je dat ook voor je naaste zou doen. Niet alles van te voren bedenken, maar laten ontstaan vanuit een goed gevoel en gezond verstand. Mooi. Samen met de spelers van Theater Kleinkunst hebben ze op die manier Doolgaardstraat 8 al gemaakt tot wat het nu is. Een mooie plek voor zichzelf, voor elkaar en voor hen die er in de toekomst nog van gaan genieten. Een plek waar creatieve ideeën gestalte krijgen. Met z’n allen. Gewoon. Door te doen.

Als ik na anderhalf uur naar mijn werk terug fiets, voel ik de inspiratie en positieve energie door m’n lijf stromen. Op het kaartje dat Sandy me gaf, heeft ze het webadres van ‘Gewoon Doen’ geschreven. Daar lees en zie ik terug wat me die ochtend verteld is. Op foto’s zie ik Linda, Eric, Mike en een groot aantal anderen die ik herken. Van prachtige theater-voorstellingen die ik eerder mocht bijwonen: Bijvoorbeeld ‘Kantelingen aan tafel’ of ‘ ’n Maatje meer’. Ook daar toen geïnspireerd geraakt en energie van gekregen. En nu weer. Op de facebookpagina van Eric lees ik zijn post van 22 juli. ‘Ik wil iedereen bedanken, die nog bij mijn Facebookvrienden is gekomen…’ en ‘ Ik bof met alle vrienden die ik heb’. Ik ook, Eric, ik ook… Horst aan de Maas is een heel mooi initiatief rijker.

Groenewoudstraat 4

Aan de deur van haar kamer heeft ze een poster opgehangen. ‘Bent u degene die een keer zin heeft om met mij een terrasje te pikken?’ heeft ze er met mooie sierletters opgeschreven. Een medebewoner heeft een soortgelijke poster aan zijn kamerdeur. ‘Bent u degene die een keer zin heeft om met mij muziek te gaan luisteren?’

Ik ben op Groenewoudstraat 4. Het woonhuis van acht cliënten van Zorggroep Dichterbij. Ze hebben vandaag, zaterdag 16 maart, een open dag. Hun woning is verbouwd en dat willen ze laten zien. Eerst aan de buurt in de straat en aan genodigden. Later die dag aan familie, vrienden en bekenden. Het gemeentehuis, als allergrootste buur, is voor de ochtend uitgenodigd. De uitnodiging is via de afdeling Samenleving van de gemeente binnengekomen. Vanuit die afdeling mag ik me vanaf 1 februari beroepsmatig bezighouden met de communicatie rondom de Kanteling Maatschappelijke Ondersteuning. Onder andere om die reden ben ik gaan kijken. Maar ook omdat ik gewoon nieuwsgierig ben hoe het er binnen uitziet, na de verbouwing.

Elke ochtend fiets ik langs hun woonhuis, als ik naar mijn werk ga. Heel vaak zie ik de bewoners naar buiten komen. Begeleid stappen ze in hun busje en worden ze naar verschillende plekken van dagopvang gebracht. Een gewone, alledaagse gang van zaken voor niet-alledaagse, ongewone mensen, denk ik dan vaak. Mezelf meteen realiserend dat ongewoon en gewoon hele relatieve begrippen zijn. Ook dat gegeven maakt me nieuwsgierig naar de leefwereld van ‘de buren’. Hoe ziet hun ‘maatschappij’ eruit en wie zijn het die hen daarin ondersteunen? Ook ben ik nieuwsgierig hoe hun leefwereld beïnvloedt wordt door datgene dat wij beroepsmatig de Kanteling noemen.

Kanteling Maatschappelijke Ondersteuning, oftewel Kanteling MO. Een verandering in de manier van denken over zorg en welzijn, ingegeven door maatschappelijke ontwikkelingen zoals krimp en vergrijzing. Uit stapels beleidstukken heb ik bovendien geleerd dat wezenlijke onderdelen van de zorg, straks niet meer door het Rijk, maar door de gemeente moet worden uitgevoerd. De wet op de Jeugdzorg, delen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, met de klinkende afkorting AWBZ en de Participatiewet. Het zijn de drie, zogenaamde transities binnen het sociaal domein, opnieuw in prachtig ambtelijk beleidsjargon.

‘Bent ú degene die een keer zin heeft om met mij een cake te bakken? Weer een andere deur van een kamer op de bovenverdieping. De vader van een van de bewoners leidt me rond. Trots vertelt hij over de werkzaamheden die hij heeft mogen begeleiden. Mede dankzij zijn inzet is de trap en de lift op een véél logischere plaats gekomen. Ook op de bovenverdieping zijn de ruimtes nu functioneler. Hij, als lid van het oudercomité, is blij dat het comité mede haar stempel heeft mogen drukken op de uitvoering van de plannen. Ondertussen is het druk met buren en genodigden en vertrekt mijn trotse gids om anderen over de verbouwing te vertellen. Ik loop nog wat kamers van bewoners langs.

‘Bent ú degene die een keer zin heeft om met mij een wandeling te maken?’ Ook nu is de oproep op de poster vergezeld van een mooie foto van de bewoonster zelf. Het maakt de oproep direct. Ontdaan van elke opsmuk. Hier worden eigenlijk de vragen gesteld waar de hele Kanteling om draait, realiseer ik me. ‘Bent ú degene die een keer zin heeft om met mij naar een repetitie te gaan luisteren?’ Tussen haakjes heeft deze bewoonster er ‘koor’ achter gezet om haar wens nog concreter te maken. Haar medebewoonster, weer een kamer verder, heeft het woordje ‘kaarten’ tussen haakjes toegevoegd aan haar oproep: ‘Bent u degene die een keer zin heeft om met mij een potje te pesten?’. Ja, daar kun je maar beter duidelijk in zijn. Een lachend gezicht, met naam en telefoonnummer van de begeleiding maakt ook deze oproep af.

Bij de ingang is er een poster opgehangen, waarop de acht bewoners hun gasten gezamenlijk welkom heten. ‘Geniet van uw bezoekje’ staat erbij geschreven. Het is druk op Groenewoudstraat 4. De bewoners zelf lopen tussen alle bezoekers door en zoeken af en toe steun bij hun vaste begeleiders of bij de mensen die ze kennen. Het is goed om vanuit de gemeente kennis te maken met deze buren. Ik ben blij dat ik heb mogen zien waar het in de kern om gaat. Handig als ik maandag weer zo’n dik beleidsstuk door lees, waar niets in staat dat niet waar is, maar waarvan de inhoud met een paar posters is teruggebracht naar de essentie:

Ben ik diegene die voor een ander wat wil betekenen? Hoe méér mensen die vraag met ‘ja’ beantwoorden en die positiviteit daadwerkelijk omzetten in daden, hoe méér ongewoon, gewoon gaat worden. Wat nu voor veel mensen nog niet alledaags is, wordt dat straks wel. Door iemand te zijn die de vragen niet door anderen laat beantwoorden, maar die dat zelf doet. Bent u diegene?