Van harte…

Haar naam staat op de kalender. Vandaag zou mijn zus 63 jaar zijn geworden. Op 13 mei van dit jaar is het precies drie jaar geleden, dat we afscheid van haar moesten nemen. 13 mei 2016. Toen blies ze haar laatste adem uit. Ik zat naast haar bed, maar of ze dat heeft meegekregen, waag ik te betwijfelen. Doet er ook niet zo veel toe. Haar naam op de kalender maakt herinneringen los. Bij haar crematie heb ik een verhaal voorgelezen, dat haar en onze situatie -haar broers en zussen- beschrijft in het licht van dat moment. Dat verhaal maakt opnieuw de emoties voelbaar van die dagen in mei en van al die jaren die er aan vooraf gingen.

Twee zinnen, die voor Trudy zó wezenlijk waren dat ze die jarenlang bewaard heeft, staan wat mij betreft nog steeds bol van de symboliek in haar en ons leven. Het was een citaat van Maria Montessori uit 1929:

‘Het verheven wezen van het kind heeft ons geholpen om een der waarheden van het evangelie, die ons duister was gebleven, te begrijpen. Wie groot wil zijn in het koninkrijk der hemelen, die worde gelijk aan de kinderen.’

Omdat ze vandaag jarig zou zijn geweest, deel ik dit verhaal (klik hier) uit als een uitgesteld cadeautje van haar aan ons allemaal. Van harte. Pak maar, er is genoeg…

drie kaartjes3

Theo

theo19 februari. Op de kalender zie ik twee namen staan. Ben en Theo. In de ideale wereld zou ik bij hen allebei vandaag op de verjaardag kunnen gaan. Kunnen, want bij beiden gaat dat niet gebeuren. Bij Ben niet, want hij heeft er voor gekozen om zijn verjaardag niet te vieren met z’n broers en zussen. Een vrijwillige keus en die respecteer ik.

Bij Theo kan ik vandaag niet op de verjaardag, want Theo is dood. Geen vrijwillige keuze maar iets dat hem is overkomen, een aantal jaren geleden. In 2006 om precies te zijn. Elf jaar geleden. Theo’s vrouw, mijn zus, vond hem ‘ s morgens in bed. In zijn slaap overleden. In de volle bloei van zijn leven. Zo stond het ook op zijn bidprentje: ‘…in volle bloei’.

Een dubbele betekenis, in volle bloei. Want ook hun prachtige tuin in de bewuste mei-maand maakte in borders en bloemperken de eerste aanstalten om in volle bloei te geraken. Bij de vijver hadden ze een mooie vlonder aangelegd. Daar zag je de knoppen in de waterbloemen en sommige lelies toonden al hun mooie pracht. ’s Avonds brandde er een sfeervol licht aan die vijver. Daar had Theo voor gezorgd. Het was zijn plekje.

Elf jaar geleden. Hij zou vandaag 54 jaar zijn geworden. Toen was hij 43. Zijn moeder leefde toen nog. Bij al het verdriet dat je je kunt voorstellen moet dat van een moeder die haar kind verliest toch wel heel intens zijn. Zijn broer, zijn zussen, mijn zus en wij als haar broers en zussen, we leefden ieder op onze eigen manier mee bij deze onwerkelijke gebeurtenis.

Nog vaak hebben we met z’n allen bij de vlonder gezeten, als het weer in februari dat toeliet. Of we zaten binnen en spraken over wat ons op dat moment verbond. Vaak was dat Theo, maar naarmate de jaren vorderden ook vaak andere zaken. In elf jaar gaat bij iedereen het leven door. Het kiest nieuwe paden, waardoor eerdere wegen als vanzelf minder vaak bewandeld worden.

De wegen van toen die we samen liepen zijn niet afgesloten of onbegaanbaar geworden. Maar andere wegen lijken beter te passen bij de route die het leven voor ons uitstippelt. Op zo’n nieuwe weg kom je dan zo nu en dan wel een verkeersbord tegen dat je herkent van die route van vroeger: Een witte pijl op een blauwe rechthoek bijvoorbeeld, die een verplichte richting aangeeft.

Jaren geleden leek die richting inderdaad de enige mogelijke. De enige juiste ook. Maar nu zet het je aan het denken. Is het wel de enige richting? Er waren vroeger toch nog andere wegen? Minder voor de handliggend nu misschien, maar nog steeds begaanbaar, toch? Overdag en ’s avonds. In het donker en bij licht. En zelfs bij licht in het donker.

Eventueel via een paadje naar de vlonder. Want daar heeft Theo voor gezorgd. Elf jaar geleden. En zijn licht straalt nog steeds. Ook over nieuwe wegen.