Stilte horen…

Een schrijfretraite in het Dominicanenklooster in Huissen. Vorige week heb ik mezelf daar weer eens een keer op getrakteerd. Van woensdag tot en met vrijdag, begeleid door Pauline Weseman, schrijven rondom een overkoepelend thema. Fijn om daar alle tijd aan te kunnen besteden. De retraite had als titel ‘Leven vanuit mijn ziel’. Middels een aantal stadia die Dante in zijn ‘Goddelijke Komedie’ uitgebreid heeft beschreven, nam eenieder -we waren met z’n veertienen- zijn of haar eigen leven al schrijvend onder de loep. 

Dat leverde interessante inzichten op. Voor mezelf maar ook door de herkenning in wat de anderen beschreven en in groepjes of plenair teruggaven. Verrassend hoe verschillend uitkomsten kunnen zijn van geleide schrijfopdrachten. En wat me tijdens deze schrijfretraite weer opviel, is dat er -al schrijvende- hele mooie volzinnen ontstaan. Zinnen, die los van de geschreven context van waaruit ze komen, zouden kunnen leiden tot prachtige, nieuwe schrijfsels. Inspirerend.

Eén voorbeeld. ‘Laat anderen naar jouw stilte luisteren’, las ik terug in mijn geschreven tekst na een schrijfopdracht. Die opdracht luidde ongeveer als volgt: ‘Schrijf een verhaal rondom het onderwerp van je frustratie. De hoofdpersoon van je verhaal kent die frustratie, maar ziet misschien ook dingen die jij over het hoofd ziet.’ Een schrijfopdracht eerder had ik als frustratie ‘twijfel’ gekozen. Het verhaal moest beginnen met ‘ik snap je frustratie helemaal…’ en als je eenmaal begon met schrijven, mocht je je pen niet meer van het papier halen. Je kreeg er 5 minuten voor.

Dit is wat er op papier kwam.

Ik snap je frustratie helemaal. Ik bèn je twijfel waar jij over twijfelt. Soms moet ik met bewondering kijken naar je twijfel. Terwijl jij zoekt naar argumenten, zie ik dat jouw argumenten ook steekhoudend zijn. Juist, door geen argumenten te gebruiken, ontstaat er een openheid, waar menigeen zijn of haar voordeel mee zou kunnen doen. De stilte van niet beargumenteren biedt zoveel mogelijkheden. Maar dan moet je je zelf daar niet schuldig om voelen. Want dan is je stilte heel relatief. Dan is er herrie in je hoofd. Anderen horen je niet, maar je wordt doof van jezelf. Luister eens naar dat lawaai en ga er in je hoofd eens een stukje vanaf staan. De afstand die je neemt, laat het aantal decibellen afnemen, zul je zien. Of horen eigenlijk. De twijfel tussen positief of negatief, de neutraliteit die jij verkiest, geeft je de ruimte om juist dat te doen, waar je je goed bij voelt. Twijfel niet over je twijfel. Laat het er zijn. Sterker nog, laat het anderen merken, die op de barricades tegenover elkaar staan. Laat hen naar jouw stilte luisteren. Of naar datgene dat jij vanuit de stilte aan hen wil meegeven. De stilte draagt heel ver. Veel verder dan alle harde geluiden. Laat anderen naar jouw stilte luisteren!

Als ik het nu teruglees, is er van alles van te vinden. Heb ik zelfs de neiging om hier en daar te gaan ‘verbeteren’. Maar die zin:.Laat anderen naar jouw stilte luisteren. Die vind ik nog steeds prachtig. 

Ik moest er zondagmiddag in ‘t Gasthoes even aan terugdenken. Maar dan aan een soort afgeleide variant ervan. Ik zat in het publiek bij ‘Verhalen achter een verhaal’. Een nieuw onderdeel van het OP-festival, waarbij vijf lokale schrijvers waren uitgenodigd om over het ontstaan van hun boek(en) te komen vertellen. Ik was één van die schrijvers en zou als vierde worden geïnterviewd door Martijn Schraven, broer van organisator Gitta Schraven. Tijdens het interview van nummer drie ging er vlak voor me een mobiele telefoon af.

Het was zó leuk om te zien wat er toen ‘in stilte’ en in een hele korte tijd allemaal gebeurde. Je zag de eerste schrik en meteen daarna de herkenning. Vervolgens het ongemak bij de persoon in kwestie, die de ringtoon zo snel mogelijk wilde onderdrukken. De mobiel moest eerst uit een tas worden gefrommeld. Eenmaal in de hand werd er in stille paniek op allerlei knopjes gedrukt. Toen de beltoon verstomde werd de telefoon snel weer in de tas gestopt. Met een verontschuldigende blik links en rechts leek het voorval opgelost, toen er uit de tas een bedompt ‘hallo?… hallo?… klonk. Niet lang, maar lang genoeg om de hilariteit wat mij betreft tot een hoogtepunt te brengen. Te leuk om er last van te hebben..

Ik heb er tijdens het interview nog even naar gerefereerd. De persoon in kwestie zat niet meer in het publiek, maar het voorval riep bij hen die er nog wel waren veel herkenning op. Het zal je maar gebeuren. In allerlei opzichten. Ik vond het vooral heel erg vermakelijk. En als de persoon zich in het bovenstaande herkent, weet dan dat iedereen je al vergeven heeft, zeker na de moeite die je je getroostte. Een prachtig voorbeeld van met hoeveel inzet je anderen naar jouw stilte kon laten luisteren…

Opnieuw handelen…

De 4-daagse ‘retraite’ van vorige week heb ik de afgelopen dagen nog verschillende keren door mijn hoofd laten gaan. Een paar mooie ervaringen wil ik hierbij graag wat uitgebreider belichten. Eerst een kleine toelichting op de titel van deze column. Het woord ‘retraite’ is volgens Wikipedia afgeleid van het latijnse ‘retrahere’ en het franse retraire. ‘Re’ staat voor ‘opnieuw, weer’ en ‘traire’ wordt onder andere vertaald door ‘handel, verkeer’. Vandaar ‘Opnieuw handelen’, een column over iets ‘opnieuw doorleven’ en de waarde die dat kan hebben.

In de praktische sessie over Meister Eckhart hebben we in groepen van vier personen citaten van hem besproken. Het waren citaten van zo’n 800 jaar geleden en we kregen de tip mee om te proberen door de sterk religieuze sfeer van de teksten heen te lezen. De opdracht was om gezamenlijk één citaat uit te kiezen dat de groep -na bespreking- het meest raakte. Daarna kwamen de drie groepen weer bij elkaar. De reden voor de keuze van de groep werd vervolgens door elk groepslid individueel toegelicht. Dat leverde hele persoonlijke verhalen op.

Eén groep had het volgende citaat van Eckhart gekozen: ‘Zo gelijk aan zichzelf heeft God de menselijke ziel gemaakt, dat er in de hemel noch op aarde van al die prachtige schepselen die Hij zo vol vreugde heeft geschapen niet een zo aan Hem gelijk is als de menselijke ziel. Daarom wil God deze tempel leeg hebben, zodat zich er niets meer in bevindt dan Hij alleen.’
Drie van de vier legden uit, waarom zij dit citaat hadden gekozen. Het waren alle drie interessante ontboezemingen, maar het was het vierde verhaal dat vooral indruk op me maakte.

Het vierde groepslid namelijk -een gepensioneerde dominee- begon met te vertellen, dat het citaat in de groep van vier helemaal niet zijn voorkeur had gehad. Het waren de persoonlijke verhalen van alle andere groepsleden die hem nu ineens deden beseffen, dat het citaat ook voor hem duidelijk meerwaarde had. Hij had twee jaar eerder zijn vrouw verloren, legde hij uit. De emotie waarmee hij dat vertelde, deed mij vermoeden dat hij bij ‘al die prachtige schepselen’ ineens een duidelijk voorbeeld voor ogen had.

Hij voelde nu heel sterk dat ‘zijn tempel’ de afgelopen twee jaar gevuld was met verdriet. En wel op zo’n manier, dat hij dat verdriet zelfs gekoesterd had. Het in de groep over juist dat ene citaat van Eckhart spreken, had bij hem, al luisterend, het besef doen ontstaan dat hij die tempel zelf ‘leeg moest maken’ om het verdriet echt te kunnen verwerken. Hij zei dat in een prachtige volzin die ik voor mezelf heb genoteerd, omdat die mij zo raakte.

‘Er zit in de eerste twee zinnen iets dat een gevoel van heimwee bij me oproept naar een kracht die mijn tempel, die tot nu toe helemaal gevuld is met verdriet, leeg zou kunnen maken…’. Opnieuw, met zoveel emotie en innige overtuiging uitgesproken dat het in ieder geval bij mij, maar waarschijnlijk ook bij de andere aanwezigen, echt binnenkwam. Het was de kracht van welgemeende woorden, voortkomend uit een diep besef van her- en erkenning.

Een dag later, in eenzelfde setting van citaten bespreken en met elkaar delen, had ik zelf een soortgelijke ‘herbeleving’ van een emotionele gebeurtenis. Die werd overigens niet alleen door een citaat van Dag Hammarskjöld getriggerd. Een dag eerder had pater Henk Jongerius verteld over zijn roeping, de kloosterorde en het klooster zelf. Hij vertelde onder andere over zijn schrijverschap. Wat me daar vooral in raakte was zijn opmerking: ‘Je wil niet weten hoe kwetsbaar een schrijver is’. Wat ook herkenning bij me opriep was wat hij zei over zijn middelbare schoolexamen Opstel Nederlands, waar hij ‘een negen voor had gehaald.’

Beide opmerkingen kwamen in mijn hoofd samen met het citaat van Hammarskjöld dat wij als groepje hadden gekozen. De combi van opmerkingen en citaat raakte een aantal momenten in mijn leven, die ik door de manier waarop we in de sessie bij elkaar zaten, graag met de rest wilde delen. Met de kwetsbaarheid van de dominee van gisteren nog in mijn gedachten, vertelde ik in de plenaire groep over die raakvlakken.

Ook ik kreeg namelijk voor mijn eindexamen Opstel Nederlands destijds een negen. Dat examen was één dag na het overlijden van mijn moeder, die op het moment van haar overlijden was opgenomen in een psychiatrische inrichting. Ze was daar om te herstellen van opnieuw een extreme manifestatie van haar manische depressiviteit. De dag dat ze daar stierf (door een longembolie, bleek later), kan ik me nog goed herinneren. Het werd een dag, waarin we als familie de emoties van het verlies met elkaar deelden. Op enig moment kwam de eindexamenperiode, waar ik toen middenin zat, ter sprake. Het besluit viel om die examens wel te gaan maken. Op het examenrooster stond één dag later het opstel Nederlands gepland. Eén van de 10 onderwerpen voor dat opstel was ‘Het kind en de dood’ en met mijn jongste zusje in gedachten heb ik toen blijkbaar heel veel emotie van me af kunnen schrijven.

Op het examen wiskunde, weer een dag later, scoorde ik een 2. Ik zakte dat jaar en slaagde een jaar later. Heel veel weet ik van dat jaar niet meer. Op de feestelijke afsluiting toen sprak ik de leraar Nederlands, die letterlijk tegen me zei, dat als hij een jaar eerder geweten had hoe mijn situatie op dat moment was, hij een 10 voor het opstel zou hebben gegeven. Maar hij herinnerde zich dat hij ‘twijfelde aan de echtheid van de beschreven emoties’. Die opmerking leek het rouwproces in mij pas echt los te maken. Ik kon niet anders dan mijn tranen de vrije loop laten. Hoe zuiver kon je zijn in het beschrijven van je emoties, één dag na het overlijden van je moeder en hoe onwerkelijk is het dan dat die beschreven emoties als ‘onecht’ en ‘niet zuiver’ konden worden ervaren. Ik was er stuk van en herinner me nog dat ik getroost werd door een leraar wiskunde.

‘Je wil niet weten hoe kwetsbaar een schrijver is’. Het citaat van Hammarskjöld versterkte dat gevoel. Vervolgens vertelde een van de deelnemers in de kring dat zij ‘roeping’ zag als een innerlijke stem, die je als het ware liet ontwaken en je duidelijk maakte wat je richting was. Dat deed me ter plekke terugdenken aan een ander moment uit mijn middelbare schooltijd. In het eerste jaar, in de brugklas, voel ik nog het moment dat ‘de wereld voor me open ging’. Tot dan lag er als het ware een sluier over mijn kindertijd, die toen ineens werd weggetrokken. In een keer kon ik de wereld in haar volle pracht zien. Een gevoel dat ik daarna nooit meer zo sterk heb ervaren als toen.

Gedachten en gevoelens. En de diepere grond daaronder. Het tijdens de retraite-midweek bezig zijn met drie denkers en met hun citaten, en de herkenning die dat bij mij teweeg bracht. Het is een ervaring die ik bij deze graag wil delen. Re-traite. Opnieuw -in het heden- doorleven van een situatie uit het verleden. Opnieuw handelen en dus ook de emoties van toen opnieuw beleven. Ik merkte het terwijl ik mijn verhaal in de kring deed, naar aanleiding van de flashbacks die de citaten en de verhalen bij me hadden opgeroepen. De emoties van toen overvielen me opnieuw, maar ik voelde dat het goed was om die weer te ervaren en ze deze keer, in het klooster in Huissen, ook daadwerkelijk te benoemen en met de andere aanwezigen te delen.

‘Wat je moet durven – jezelf zijn’, schreef Hammarskjöld in zijn dagboek. ‘Wat je wint, is dat de grootheid van het leven zich in jou weerspiegeld, naar de mate van je zuiverheid’. Het is zo waardevol om te ontdekken dat mensen uit het verleden -maar ook uit het heden- met hun geschriften en wijsheid jou, als persoon van deze tijd, kunnen raken en inspireren. Hun gedachten en ervaringen opnieuw in jezelf beleven en daar in alle zuiverheid naar handelen als je die herkent. Dat besef maakt de retraite van vorige week tot een hele mooie ervaring, die ik iedereen zou willen toewensen. Handel -steeds weer- opnieuw!