Straks…

‘Dan maak ik ‘n wandeling, door de verwondering’. Eén regel tekst uit het nieuwe liedje van Jack Poels. In z’n geheel prachtig, en sinds kort te beluisteren via YouTube. Ik hoorde het zaterdagavond voor het eerst. Getriggerd door het bericht hierover op de site van Nieuws uit Horst aan de Maas. Het was mijn tijd voor een column en om die zo actueel mogelijk te houden, begin ik meestal met kijken op de site waar deze column gaat landen.

En daar las ik zaterdagavond het nieuws over Jack’s nieuwe single. Met een doorklikmogelijkheid. Dus beluistert. Mooie tekst weer. En speciaal de zin ‘Dan maak ik ‘n wandeling (kleine pauze) door de verwondering’. Die zin raakt me. Het zet aan tot denken. Dat begint met de herkenning van het wandelen zelf. Lopen en je dan, op plekken waar je voorbij loopt, verwonderen over wat je ziet of hoort. Maar ook de figuurlijke betekenis spreekt me aan. Want hoe vaak ‘wandel’ je niet door alle gedachten die in je hoofd opkomen. Ikzelf verwonder me daar wel eens over.

En dan heb je natuurlijk de combinatie van die twee: fysiek wandelen, terwijl je tegelijk in je hoofd met allerlei zaken bezig bent. Vanmiddag bijvoorbeeld heb ik 10 km ‘gewandeld’. En nu ik daar zo aan terugdenk, verwondert het me aan hoeveel dingen ik gedacht heb tijdens het lopen. Te veel om op te noemen, maar ik doe toch een greep. Gewoon, omdat ik denk dat mijn gedachten die ik hier nu deel, voor veel mensen misschien ook wel weer tot gedachten leiden. Wonderlijk eigenlijk, hoe dat gaat.

Gedacht aan verschillende mensen die de afgelopen weken zijn overleden, en waarvan de overlijdensberichten mij als een confronterende werkelijkheid overvielen. Gedacht aan de begrafenisauto die bij de kerk stond, waar ik twee mensen bij zag staan die ik kende en die ik toen even aangesproken en daarna gecondoleerd heb. Gedacht aan het bijbehorende overlijdensbericht dat ik een paar dagen daarna pas in de Hallo zag staan, domweg omdat die bij ons pas op zaterdag in de bus komt.

Lopend daarover doorgedacht. Aan het relatieve van tijd en plaats en het je daarvan meestal niet bewust zijn. Gedacht over hoe ik de laatste tijd onder het wandelen mezelf soms ‘dwing’ om even uit mijn hoofd te gaan en dan -ook al is het heel kort- de verwondering voel bij wat ik zie. Ook dat maakt onderdeel uit van de verwondering. Er verandert zoveel. En toch is er zóveel hetzelfde. Jack Poels vertelt in het nieuwsbericht dat het in zijn nieuwe liedje niet alleen gaat over de ‘wandeling door de verwondering’, maar ook over de ‘wandeling door de verandering’, de ‘wandeling door de schemering’ of de ‘wandeling door het eigen dorp’.

Er schuilt zoveel symboliek in die woorden. Het zijn metaforen voor het leven in al zijn aspecten. Van abstracte verwondering tot aan concrete ervaringen en de wisselwerking daartussen. Ik denk dat we te weinig stilstaan bij de verwondering over al die dingen die ons levenspad kruisen. En dat komt, denk ik, omdat we ons teveel concentreren op het wandelen zelf en te weinig op de verwondering van het wandelen. Straks toch wat meer op letten. ‘Straks’, de titel van zijn single. Met dank aan Jack.

Kees, Kevin en Pieter…

’n Moment tijdens de afscheidsreceptie van burgemeester Kees van Rooij, gisteravond in de Merthal. De koninklijke harmonie van Horst had zich opgesteld op de bühne. De drumband stond er voor. Tijdens mijn aankondiging zag ik de burgemeester al naar voren komen. Prima, want anders had ik hem sowieso naar voren gevraagd om de serenade in ontvangst te nemen. Daar waar hij plaats wilde nemen, liep ook Pieter enthousiast kleine rondjes.

Pieter, weliswaar klein van stuk, maar een grotere fan van welke muzikale happening dan ook bestaat er niet in Horst aan de Maas. Tegelijk kwam ook Kevin naar voren. Voor zover ik het kon zien wilde hij de burgemeester een hand komen geven. In Kevin’s kenmerkende ‘Gewoon doen-stijl’: enthousiast vlinderend van zijn ene been op zijn andere been, druk gebarend en een brede glimlach op zijn gezicht. De burgemeester bedacht zich geen moment, schoof twee stoelen bij en nodigde zowel Pieter als Kevin uit om bij hem te komen zitten. Ereplaatsen, om zo samen de serenade te beluisteren.

En ze genoten. Pieter. Kevin. Maar ook de burgemeester. Die momenten blijven me bij. Vooral dat spontaan aanschuiven van stoelen om samen te kunnen zitten en zo elkaar een gevoel van welkom te geven. Daarom wil ik dat moment hier ook even delen. Vergelijkbaar met wat zich ongeveer een uur eerder op ongeveer dezelfde plek afspeelde. Ik had ‘speciale gasten’ aangekondigd, om de verrassing voor de receptiegasten zo groot mogelijk te laten zijn, als ze vervolgens Jack Poels, Tren van Enckevort en Karlijn van Dinther zouden zien binnenkomen.

En dat werkte. Ook voor Pieter. Ik stond ernaast toen ik Jack Poels hoorde zeggen: ‘Ha Pieter, koomde ok luustere?’. Ja, beaamde Pieter, en tegelijk drukte Jack Poels de uitgestoken hand van Pieter. Een hand die Pieter al op vijf meter afstand een beetje weifelend maar tegelijk zeer enthousiast had uitgestoken richting Jack. Opnieuw een mooi moment van gezien worden. Mensen die elkaar herkennen, ónder de laag van het oppervlakkige. Dat gebeurt meestal in stilte en in fracties van een tel. Je moet het zien en dan in je hart voelen, want hoorbaar is het niet in het gonsende geluid van een netwerkende massa.

Evengoed is dat gonsende geluid een mooie basistoon voor een breed gedragen applaus of massaal meegezongen ‘Lang zal hij leven’. De afscheidsreceptie van burgemeester Kees van Rooij was in al zijn facetten een geslaagde happening. Het was een goeie keus om de gasten bij binnenkomst van rode harten te voorzien. Lampjes die pas gingen knipperen als de burgemeester de bezitter ervan persoonlijk de hand had gedrukt. In de rij staan was zo niet nodig. Naarmate de tijd vorderde, knipperden er steeds meer rode hartjes in de Merthal. Een mooi gezicht en eveneens een mooie symboliek.

Ook Pieter en Kevin liepen trots rond met hun opgespelde knipperende hartjes. Zij hadden de burgemeester al de hand geschud. Sterker nog, zij hadden zelfs bij de burgemeester aan tafel gezeten en hun muzikale passie met hem mogen delen. Het zijn zulke momenten waar ik blij van wordt. Zoals gezegd, ónder de laag van het oppervlakkige. Iets dieper dan wat er vaak aan de buitenkant te zien is. Net als het lampje van het rode hartje. Dat zit aan de binnenkant. Maar als het eenmaal áán is, schijnt het dwars door de buitenkant heen. Knipperend verbindt het dan alles en iedereen. Als je het ziet, tenminste. Net als Pieter. Of Kevin. Of de burgemeester. Zeg maar Kees.