Twan en Petra…

Ontmoetingen op afstand. Herinneringen terughalen naar het nu. Na een uur wandelen met een podcast op mijn oren, strijk ik neer bij Gember voor een chai masala. Het is zaterdag 27 december. Terwijl ik mijn handen warm aan de chai, overdenk ik zo’n beetje wat ik het afgelopen uur gehoord heb. Terwijl ik terloops naar buiten kijk, zie ik daar Twan Huys met zijn vrouw en kinderen voorbij komen. Meteen gaan mijn herinneringen terug naar het moment dat ik hem ooit mocht interviewen in Griendtsveen. 

En ik heb het nog niet gedacht, of ik zie zijn zus Petra, waarschijnlijk ook met man en kinderen, achter hem aan komen. Ook nu ontstaat er spontaan een gedachte in mijn hoofd. Nog niet zo lang geleden verscheen er een foto op mijn tijdlijn van mijn eindexamenklas van 1979. Een aantal gezichten daarop herkende ik en ik kon er zelfs nog een naam aan koppelen. Rechts van mij stond Petra Huys. Zij is één of twee jaar ouder dan Twan en waarschijnlijk een jaar jonger dan ik. Het was mijn tweede examenjaar.

Vreemd hoe dat met mijn geheugen werkt. De foto vertelt mij dat Petra en ik dus in dezelfde klas zaten van scholengemeenschap Jerusalem in Venray. Had ik die foto niet gezien, dan had ik het antwoord schuldig moeten blijven op de vraag of ik ooit bij Petra in de klas heb gezeten. Ik ken haar wel van andere momenten van vroeger en daarom herkende ik haar ook meteen. En nu ik haar zie, moet ik aan die foto denken. Zou zij die foto ook hebben, vraag ik me af. Herinneringen. 

Volgens mij wonen ze allebei niet meer in Horst aan de Maas. Ze zijn er wel geboren, in Sevenum volgens mij. Maar op jonge leeftijd zijn ze naar Horst verhuist. Ze zaten op dezelfde lagere school als waar ik zat. Niet zo lang geleden heb ik Twan en Petra ook samen met hun gezinnen in Horst gezien. Volgens mij omdat hun vader was overleden. Ik ben nog naar zijn afscheidsdienst in het Gasthoês geweest. Zo rijgt de ene associatie zich aan de andere in mijn hoofd. Ik denk weer aan de podcast van zojuist ..

Die heeft als overkoepelende titel: ‘Filosofie is makkelijker als je denkt’. Dat alleen al vond ik prachtig. Nu ik bij Gember aan de chai zit, zoek ik er wat informatie over terug. Coen Simon, hoofdredacteur van Filosofie Magazine, maakt de podcast. Hij gaat daarin ‘samen met een meedenker op zoek naar antwoorden op onoplosbare vragen’. De podcast is voor ‘iedereen die weet dat hij niets weet’, lees ik verder in de beschrijving. Mooi, dat komt goed uit…

De meedenker deze keer is Liesbeth Woertman. Zij is emeritus hoogleraar psychologie aan de Universiteit Utrecht en schrijver van het boek ‘Zeg me wie ik ben’. De onoplosbare vraag deze keer is: Wie is die ik die over zichzelf praat? Het gesprek gaat over identiteit en wat het nou eigenlijk is, dat iemand zichzelf ‘ik’ noemt. Geconstateerd wordt dat het geheugen daarin een grote rol speelt. En de uitspraak van Descartes -cogito, ergo sum- (ik denk, dus ik ben) vind Woertman een zware overschatting van het denken.

Interessant, onder andere die link met het geheugen. Ze noemt als voorbeeld dementie. Door het afbrokkelende geheugen vervagen herinneringen. In een vergevorderd stadium lijkt de ik-jij relatie helemaal verdwenen en zou je kunnen zeggen dat die persoon zijn eigen ‘ik’ ook kwijt is geraakt. Het ‘ik’ is in de ogen van Woertman een niet op zichzelf staand construct, maar is altijd verbonden met iets of iemand.

Zo verbindt nu een foto me met Petra en een interview in Griendsveen me met Twan. Ontmoetingen op afstand. Herinneringen naar het nu. Momenten tussen allerhande andere herinneringen en gedachten in. Ik denk, dus zij bestaan. Zoiets.

Als ze dit lezen, dan wens ik hen en hun gezinnen hele fijne feestdagen toe en het allerbeste voor de jaren die gaan komen. Eigenlijk wens ik dat aan iedereen die tot hier gekomen is met het lezen van mijn gedachten. Well done! 

Petra, achterste rij middenin. Ik sta links van haar.

PS Mocht je het moment met Twan in Griendtsveen willen teruglezen, klik dan hier

NB Heel kort na de publicatie van het bovenstaande hoor en lees ik de reden van hun aanwezigheid in Horst. Op 23 december jl. is ook hun moeder overleden. Op 91-jarige leeftijd. Behalve de beste wensen, bij deze ook heel veel sterkte gewenst..

Meerdere levens…

‘Méér levens leiden dan je zelf leidt’. Coen Verbraak zegt het in een podcast, waarin hij door Eus Akyol wordt geïnterviewd. Coen verklaart daarmee zijn nieuwsgierigheid, die de drijfveer is bij al zijn interviews. Nieuwsgierig zijn naar de levens van anderen. De uitspraak zet me aan het denken. Nieuwsgierig zijn naar mensen en naar hun verhalen. Méér levens willen leiden. Waar komt dat vandaan? Is nieuwsgierigheid bij mij ook de drijfveer om verhalen van mensen op te tekenen? Hun levensverhalen te willen vastleggen? 

In mijn werk als ritueelbegeleider hoor en schrijf ik vaak levensverhalen. Soms hoor ik die van de mensen zelf, in de laatste fase van hun leven. Vaker hoor ik de verhalen van de nabestaanden, in de dagen die aan het afscheid voorafgaan. Ik denk dat nieuwsgierigheid zeker een rol speelt in het ontstaan van dat uiteindelijke levensverhaal. Naast een aantal andere voorwaarden, waaronder medeleven, empathie en vaak ook herkenning. Maar ik vraag me af of ‘méér levens willen leiden dan je eigen leven’ daarin ook een -al dan niet onbewuste- rol speelt. 

Wandelend door de vrieskou op 1e kerstdag denk ik er over na. Méér levens willen leiden dan je eigen leven. Het impliceert dat je aan één leven niet genoeg zou hebben. Wordt dat misschien veroorzaakt door een voortdurend zoeken naar betekenisvolle invulling die je niet altijd in je eigen leven lijkt te kunnen vinden? En dat je je daarom spiegelt aan anderen, in een poging om op die manier je eigen leven meer inhoud te geven?. Of nieuwe inhoud te geven? Nieuws-gierigheid, letterlijk als ‘gierig’ of begerig naar nieuwe ervaringen?

In mijn ‘vorige’ leven was ik logopedist. Daar leerde ik dat nieuwsgierigheid een belangrijke basisvoorwaarde is voor de taalontwikkeling van kinderen. Nieuwsgierigheid in combinatie met contact met de omgeving, met anderen, b.v. de ouders of verzorgers. Vanuit een gevoel van veiligheid samen de wereld steeds meer ontdekken, en daar woorden aan geven. In de ontwikkelingspsychologie had men het over ‘joint action and joint attention’. Ik meen dat het ontwikkelingspsycholoog Jerome Bruner was, die dat daarmee kernachtig samenvatte. Samen dingen doen en daar met elkaar aandacht voor hebben. Zo ontwikkel je je. Zo ontstaat taal. 

Onlangs las ik iets interessants. Er is een onbevangenheid bij hele jonge kinderen die compleet kunnen opgaan in hun spel van ontdekkingen. Die onbevangenheid neemt echter af naarmate ze meer taal tot hun beschikking krijgen. Als een ding een ‘naam’ heeft, verliest het zijn intrinsieke waarde. Onbevangen leven wordt een talig leven. Is het steeds blijven zoeken naar de essentie van je eigen leven, te wijten aan de beperktheid van de taal waarmee je je leven kan beschrijven? En is dáárom één leven niet genoeg?

Ik heb de hele 2e kerstdag en de rest van dit jaar nog, om daarover na te denken… Maar nu heb ik zojuist ook gelezen dat je je eigen gedachten niet in taal uit kunt drukken. En zo kom ik toch weer uit bij de filosoof Ludwig Wittgenstein, die onder andere schreef dat je moet zwijgen waarover je niet kunt spreken. ‘Het leven is een gedoetje’, zei ooit een andere filosoof (René Gude). Laat staan méérdere levens…

Stilte horen…

Een schrijfretraite in het Dominicanenklooster in Huissen. Vorige week heb ik mezelf daar weer eens een keer op getrakteerd. Van woensdag tot en met vrijdag, begeleid door Pauline Weseman, schrijven rondom een overkoepelend thema. Fijn om daar alle tijd aan te kunnen besteden. De retraite had als titel ‘Leven vanuit mijn ziel’. Middels een aantal stadia die Dante in zijn ‘Goddelijke Komedie’ uitgebreid heeft beschreven, nam eenieder -we waren met z’n veertienen- zijn of haar eigen leven al schrijvend onder de loep. 

Dat leverde interessante inzichten op. Voor mezelf maar ook door de herkenning in wat de anderen beschreven en in groepjes of plenair teruggaven. Verrassend hoe verschillend uitkomsten kunnen zijn van geleide schrijfopdrachten. En wat me tijdens deze schrijfretraite weer opviel, is dat er -al schrijvende- hele mooie volzinnen ontstaan. Zinnen, die los van de geschreven context van waaruit ze komen, zouden kunnen leiden tot prachtige, nieuwe schrijfsels. Inspirerend.

Eén voorbeeld. ‘Laat anderen naar jouw stilte luisteren’, las ik terug in mijn geschreven tekst na een schrijfopdracht. Die opdracht luidde ongeveer als volgt: ‘Schrijf een verhaal rondom het onderwerp van je frustratie. De hoofdpersoon van je verhaal kent die frustratie, maar ziet misschien ook dingen die jij over het hoofd ziet.’ Een schrijfopdracht eerder had ik als frustratie ‘twijfel’ gekozen. Het verhaal moest beginnen met ‘ik snap je frustratie helemaal…’ en als je eenmaal begon met schrijven, mocht je je pen niet meer van het papier halen. Je kreeg er 5 minuten voor.

Dit is wat er op papier kwam.

Ik snap je frustratie helemaal. Ik bèn je twijfel waar jij over twijfelt. Soms moet ik met bewondering kijken naar je twijfel. Terwijl jij zoekt naar argumenten, zie ik dat jouw argumenten ook steekhoudend zijn. Juist, door geen argumenten te gebruiken, ontstaat er een openheid, waar menigeen zijn of haar voordeel mee zou kunnen doen. De stilte van niet beargumenteren biedt zoveel mogelijkheden. Maar dan moet je je zelf daar niet schuldig om voelen. Want dan is je stilte heel relatief. Dan is er herrie in je hoofd. Anderen horen je niet, maar je wordt doof van jezelf. Luister eens naar dat lawaai en ga er in je hoofd eens een stukje vanaf staan. De afstand die je neemt, laat het aantal decibellen afnemen, zul je zien. Of horen eigenlijk. De twijfel tussen positief of negatief, de neutraliteit die jij verkiest, geeft je de ruimte om juist dat te doen, waar je je goed bij voelt. Twijfel niet over je twijfel. Laat het er zijn. Sterker nog, laat het anderen merken, die op de barricades tegenover elkaar staan. Laat hen naar jouw stilte luisteren. Of naar datgene dat jij vanuit de stilte aan hen wil meegeven. De stilte draagt heel ver. Veel verder dan alle harde geluiden. Laat anderen naar jouw stilte luisteren!

Als ik het nu teruglees, is er van alles van te vinden. Heb ik zelfs de neiging om hier en daar te gaan ‘verbeteren’. Maar die zin:.Laat anderen naar jouw stilte luisteren. Die vind ik nog steeds prachtig. 

Ik moest er zondagmiddag in ‘t Gasthoes even aan terugdenken. Maar dan aan een soort afgeleide variant ervan. Ik zat in het publiek bij ‘Verhalen achter een verhaal’. Een nieuw onderdeel van het OP-festival, waarbij vijf lokale schrijvers waren uitgenodigd om over het ontstaan van hun boek(en) te komen vertellen. Ik was één van die schrijvers en zou als vierde worden geïnterviewd door Martijn Schraven, broer van organisator Gitta Schraven. Tijdens het interview van nummer drie ging er vlak voor me een mobiele telefoon af.

Het was zó leuk om te zien wat er toen ‘in stilte’ en in een hele korte tijd allemaal gebeurde. Je zag de eerste schrik en meteen daarna de herkenning. Vervolgens het ongemak bij de persoon in kwestie, die de ringtoon zo snel mogelijk wilde onderdrukken. De mobiel moest eerst uit een tas worden gefrommeld. Eenmaal in de hand werd er in stille paniek op allerlei knopjes gedrukt. Toen de beltoon verstomde werd de telefoon snel weer in de tas gestopt. Met een verontschuldigende blik links en rechts leek het voorval opgelost, toen er uit de tas een bedompt ‘hallo?… hallo?… klonk. Niet lang, maar lang genoeg om de hilariteit wat mij betreft tot een hoogtepunt te brengen. Te leuk om er last van te hebben..

Ik heb er tijdens het interview nog even naar gerefereerd. De persoon in kwestie zat niet meer in het publiek, maar het voorval riep bij hen die er nog wel waren veel herkenning op. Het zal je maar gebeuren. In allerlei opzichten. Ik vond het vooral heel erg vermakelijk. En als de persoon zich in het bovenstaande herkent, weet dan dat iedereen je al vergeven heeft, zeker na de moeite die je je getroostte. Een prachtig voorbeeld van met hoeveel inzet je anderen naar jouw stilte kon laten luisteren…

Zondagochtend…

Motregen en een koude wind. Grijs. De herfst op een zondagochtend. Een dappere poging om een grote ronde te gaan wandelen, is na 10 minuutjes gestrand bij Liesbeth’s Grandcafé. Hete thee voor m’n neus en begonnen aan deze sfeerimpressie in woorden. Hier is het lekker warm.

Een gezin, met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid afkomstig van één van de twee vakantieparken, zit aan een uitgebreid ontbijt. Harde g’s bij de zachte broodjes. Vader praat volop. En vooral. De rest van het gezin luistert. Mes- en vorkgeluiden.

Buiten een dichtgeklapte parasol. Troosteloze aanblik. Alsof de moed is opgegeven. De chinees bereidt zich al voor op wat opnieuw een drukke dag zal worden. Boven de ingang zie ik de historie: post- en telegraafkantoor. Toen pakjes, nu zakjes. Van stempels naar tempels. Ach..

Weinig volk op straat. Binnen wordt het drukker. Achter me ingetogen gepraat over alles wat zich voordoet en waar niks aan te doen is. De stem van vader met de harde g gaat meer en meer op in het toenemende zondagochtendgeroezemoes.. 

Op de achtergrond zingt U2 ‘In the name of love’. Een moeder loopt buiten met een overdekte kinderwagen. Iemand uit het gezelschap achter me, ziet buiten een bekende op de fiets voorbijkomen. Met handschoenen aan. Hij zwaait. Zonder te zien naar wie. Ik groet hem terug met een knikje. Ook dat ziet hij niet.

Of alles gesmaakt heeft, wordt het gezin gevraagd. Drie keer ja van pa en de opmerking dat een van hen thuis altijd drie broodjes eet. Nu blijkbaar niet. Voor hetzelfde bedrag. Vriendelijk wordt geluisterd, geglimlacht en tegelijk afgeruimd. Alles moet gewoon doorgaan. Of ze nog wat willen drinken? Dat willen ze.

Het gezelschap achter me is aan het weer toegekomen. Het vriest niet. Nee, maar het motregent nog wel, zie ik. Mensen lopen nog steeds onder een paraplu. Ik hoor dat er kleingeld over de tafel geschoven wordt. Mijn tweede thee is op. Ik ga ook afrekenen. Herfst op een zondagochtend. Ach…

Herfstzon…

op een bankje
in de zon…

de herfst meent
dat het lente is

ik zie dat
een gevallen blad
zelfs terug wil
in de boom

wat valt er
nog te wensen
als de mensen
van mijn leeftijd
ouder lijken
dan ik ben

ja, zelfs de zon
die voelt zich zen

de herfst meent
dat het lente is…

1 november: Lichtjesavond

Vorig jaar was ik er voor het eerst. Misschien ben ik toen gevraagd omdat ik er vaker heb gezeten. Bij de oude eik, vlakbij Landgoed de Gortmeule. De plek waar ik vaker gedachten beschrijf die ik daarna op verschillende manieren deel. Nu ben ik er weer, vroeg op een heldere novemberavond.

Het is zaterdagavond, 1 november. Ik wandel in een groep vanuit de Gortmeule naar de oude eik. Even daarvoor heeft eenieder rondom een knapperend `houtvuurtje een kaars ontstoken om een dierbare te herdenken. Zo lopen we over het pad naar de eik. Pascal van Landgoed de Gortmeule heeft het pad om de zoveel meter van sfeervol kaarslicht voorzien. 

Het is de lichtjesavond, die Toon Emonts samen met Anja Damhuis heeft georganiseerd. Toon, vanuit Lotgenoten Horst, en Anja vanuit Synthese. Samen zitten ze in de werkgroep Zingeving. De lichtjesavond is één van de activiteiten die zij organiseren. Zo’n dertigtal geïnteresseerden zijn aanwezig om met elkaar te herdenken.

We staan onder de brede takken van de oude eik. Al tweehonderd jaar biedt deze boom beschutting en rust. Een plek om even stil bij te staan. Of te gaan zitten. Het kruisbeeld en het bankje bij de eik vertellen ieder hun eigen verhaal. Een verhaal van geloof, van stilte en van herinnering. Maar net als de eik zelf, bieden ze ook een gevoel van aanwezigheid, van iets dat blijft, zelfs als zoveel andere dingen voorbijgaan.

Iedereen in de groep draagt zijn eigen verhaal mee, zijn eigen herinneringen, dierbare momenten met iemand die er niet meer is. En toch, hier onder deze boom, zijn we samen. Misschien is dat het troostende: weten dat je niet de enige bent. Er is ruimte om te delen, en er is ruimte om gewoon te zijn, zonder woorden als dat nodig is. Dit is een plek waar verleden en heden elkaar ontmoeten, waar steun gevonden kan worden in wat blijft, in elkaar, en in de kleine dingen die ons raken.

Bij deze eik mag ik mijn gedicht delen, dat past bij de wandeling die we samen lopen. Een wandeling waarbij je in gedachten ook samenloopt met degene die je moet missen. Die met jou samen liep toen hij of zij er nog was. Het gedicht is in zijn of haar naam geschreven, passend bij gelegenheden waar, door een samenloop van omstandigheden, samen herdenken aan de orde is en steun geeft.

Samenloop

de diagnose 
wordt gesteld
en dan ineens
is het een feit
een donderslag 
die met geweld
een einde maakt 
aan zekerheid

je lichaam 
laat je in de steek
al wat er is
dat raak je kwijt
is het een jaar 
of maar een week
je leven lijkt 
beperkt in tijd

de dag verandert 
in een nacht
in elke traan 
proef je het zout
maar ondanks alles 
put je kracht 
uit iedereen 
die van je houdt

jouw weg die 
loop je niet alleen
hoe moeilijk 
elke stap ook is
je komt er samen 
wel doorheen
omdat elke stap 
er eentje is

het vuur wordt 
met elkaar beleefd 
in elke vlam 
brandt iets van hoop
dat is wat je 
de ander geeft
dat is de kracht 
van samenloop

PS Pascal en Sandra, dankjewel voor de gastvrijheid! En Marion Vervoort, voor het spontane optreden.

Afstand…

Buiten waait het en is het koud. Maar binnen bij Passi, met een verse gemberthee met honing, is het goed vol te houden. Mijn blik valt op het informatiebord voor het gemeentehuis. Ik zie dat er nog steeds met 16 A3-vellen één geheel wordt gesuggereerd. Vier bij vier verdeeld over het grote vlak staat daarop de informatie van de gemeenteraad. In de gemeentelijke huisstijl. Van een afstand lijkt dat één geheel, maar als je dichterbij komt, kun je de 16-deling goed zien. En als je het weet, zie je dat ook van een grotere afstand. Bovendien ben ik een beetje bevooroordeeld…

Het is nu bijna anderhalf jaar geleden dat ik er zelf werkte. Mei 2024 heb ik besloten om wat anders te gaan doen. Op een paar maanden na was ik op dat moment 40 jaar ambtenaar. Zo’n 32 jaar voor de gemeente Horst aan de Maas. Allerlei herinneringen komen boven. Dat gaat heel prima, op een afstandje, lekker warm binnen bij een gemberthee met honing. 

Die 16-deling heb ik zelf ooit bedacht om op een relatief makkelijke manier de agenda van een volgende gemeenteraadsvergadering fysiek aan de buitenwacht te tonen. Door die agenda groot op twee A3 vellen uit te printen, hoefde je buiten maar twee vellen van de 16 te verwisselen om weer actueel te zijn. Met behoud van de huisstijl uitstraling van het grotere geheel. Ik denk dat we dat toen duurzamer vonden bij communicatie. En blijkbaar vindt men dat nu nog steeds.

Ik moet denken aan andere momenten dat ik in het gemeentehuis bezig was. Met zaken waarvan ik meestal vond dat ze zinvol waren. Voor mijn collega’s, voor het college, voor de griffie en daarmee, indirect, dus ook voor de gemeenteraad. Maar bovenal, zinvol voor de inwoners van Horst aan de Maas. En ik denk dat iedereen die er nu werkt, op een soortgelijke manier gemotiveerd is. Werken en het zo goed mogelijk willen doen voor méér dan 44.000 inwoners.

Laten we dat aantal inwoners voor het gemak eens indelen in drie groepen. De groep ‘eens’, de groep ‘oneens’ en de groep ‘ik denk nog even na’. Die drie groepen worden in de gemeenteraad vertegenwoordigd door negen partijen, heb ik net even opgezocht op de gemeentelijke website. Dat waren er in mijn begintijd bij de gemeente een stuk minder, maar het is niet alleen in Horst aan de Maas zo, dat de democratie tegenwoordig wat aan versplintering onderhevig is.

‘De wereld verandert snel en dus moeten we mee veranderen’. Je hoort het vaak binnen organisaties. En dat was binnen de gemeentelijke organisatie ook zo. Met als gevolg dat er regelmatig ‘meeverandert’ moest worden. Veranderingen, waarvan sommigen heel enthousiast werden, anderen -zachtgezegd- wat minder en weer anderen ‘het eerst wel even wilden aanzien’. Ook daar zag je grofweg een driedeling. Maar hoe dan ook, zo groeiden we met z’n allen steeds mee met de veranderende wereld buiten het gemeentehuis. Vaak in tijdsperiodes van vier jaar.

Ook de gemeenteraad veranderde zo mee. Ondertussen dus naar negen partijen. Niet iedereen zal er even geïnteresseerd in zijn, maar voor diegene die zich nu afvraagt welke partijen dat dan zijn, hier komen ze. Vur iederien (6 zetels), Essentie (5 zetels), D66-GroenLinks (4 zetels), PvdA (4 zetels), Perspectief Horst aan de Maas (2 zetels), VVD (2 zetels), BVH (2 zetels), Hart voor Horst aan de Maas (1 zetel), Doen! (1 zetel). In totaal 27 raadsleden. Een mooi aantal, goed deelbaar door negen. Of door drie. Gewoon, voor het gemak even, want daar heb je in de praktijk natuurlijk helemaal niks aan. 

Ik merk dat ik, sinds ik er niet meer werk, de gemeentepolitiek niet meer zo intensief volg. Maar zo nu en dan lees ik uit nieuwsgierigheid nog wat social mediaberichten die deze of gene vanuit zijn of haar partij wereldkundig maakt. Of ik kijk live een keer mee naar een gemeenteraadsvergadering. En ik krijg nog altijd elke donderdag de nieuwsbrief van de gemeente. Jawel. Nog steeds in de vormgeving die ik toen zelf mee heb mogen ontwerpen.

Maar nu, op afstand en met een geurende gemberthee met honing voor mijn neus, kan ik het vanuit de grond van mijn hart zeggen: ik benijd de gemeenteraadsleden niet en tegelijk bewonder ik hun inzet. Omdat ik ervan uitga dat ook zij het voor de inwoners van Horst aan de Maas zo goed mogelijk willen doen. 

Maar ja, met negen partijen… Sommige zetten zich vooral in voor de groep ‘eens’, andere partijen halen hun voordeel vooral bij de groep ‘oneens’. Terwijl ze eigenlijk allemaal veel beter te rade zouden kunnen gaan bij de groep ‘ik denk er nog even over na’. Want die groep wordt steeds kleiner omdat de ‘eens’- en ‘oneens’-groep evenredig hard groeit. Zeker nu de verkiezingen er weer aankomen. Landelijk op 29 oktober aanstaande en volgend jaar, 18  maart in de gemeente. De wereld verandert? Ik denk er nog even over na…

Blaasbloem…

het is niet 
sinds dat ik opa ben
dat ik een paardebloem 
niet meer herken

maar blaasbloem
geeft toch keer op keer
verschil praktijk en theorie
nog net ‘n beetje beter weer

zeker wanneer
het moeilijk wordt
schiet menig weten
vaak tekort

dan is er
tegenstrijdigheid
niemand tot 
compromis bereid

ik denk dat ik 
een paardebloem
voortaan gewoon een 
blaasbloem noem

Voor Diny…

‘Gelukkig heeft ze geen pijn’… ‘Maar geen adem krijgen is nog erger’… Die eerste constatering was afkomstig van Jac. De reactie daarop was van de huisarts. In een keer besefte Jac de volle ernst van de ziekte van zijn vrouw Diny. En kon hij zich, hoe moeilijk hij het ook vond, neerleggen bij haar besluit dat ze het moment van definitief afscheid zelf wilde bepalen.

Jac belde me of ik iets kon betekenen bij dat op handen zijnde afscheid. Dat stond een week later gepland, in overleg met de huisarts. Diny wilde dat afscheid graag zelf nog wel mee vormgeven, vertelde Jac. Dus maakten we voor de volgende dag een afspraak. Hun twee dochters Petra en Mieke zouden er dan ook bij zijn.

Diny zat rustig op de bank. Dat verraste me. Ik had een doodzieke vrouw verwacht in haar laatste dagen. Maar ze zat rechtop, volgens mij gewoon aan de koffie. Ze kreeg wel extra zuurstof via een doorzichtig slangetje bij haar neus. Dat was vijf jaar geleden noodzakelijk geworden vanwege steeds erger wordende COPD. Wat me opviel was de rust waarmee ze sprak. Maar het was vooral Jac die vertelde hoe een en ander in de tijd was gelopen. Zo nu en en dan vulden Diny of de dochters zijn verhaal aan of gaven een extra toelichting.

Opvallend en hartverwarmend vond ik de genegenheid en de liefde die tussen hen zichtbaar en voelbaar was. Regelmatig werd er een hand op de knie van de ander gelegd of een arm om de schouder geslagen. Ook de blikken naar elkaar spraken boekdelen.

Ik trof Diny op een goed moment, werd me verteld. Net na een middagdut had ze voldoende energie om zich te mengen in het gesprek. Maar ik hoorde dat de nachten heel anders verliepen. Een van de dochters vertelde dat wanneer Diny ‘s nachts in een hoestbui terechtkwam, Jac elke keer probeerde om haar zoveel mogelijk te ondersteunen. En dat gebeurde elke nacht meerdere malen.

Jac reageerde er ietwat ontwijkend op, maar het was duidelijk hoeveel hij met zijn vrouw begaan was. En nu zat hij naast Diny op de bank om haar afscheid door te spreken. Met de dochters. Met mij. En af en toe kwam kleindochter Tess opa of oma ook nog even knuffelen. De afscheidsdatum kwam elke dag wat dichterbij. We maakten de afspraak dat ik snel weer langs zou komen om hun verhaal te vertalen in een levensloop.

Dat tweede gesprek verliep eveneens in een ontspannen en liefdevolle sfeer. Opnieuw de kalmte die er van Diny uitging, maar ook de emotie die er zo nu en dan was, als de herinneringen wat tranen opriepen. Deze keer maakte ik aantekeningen en heb ik daarna thuis haar levensverhaal kunnen schrijven.

Dat, maar ook het aanwezig mogen zijn en getuige te zijn van wat er echt toe doet op zulke momenten, dat ervaar ik steeds als heel speciaal. Ik had in het eerste gesprek aangegeven dat ik een afscheidsbijeenkomst altijd probeerde af te sluiten met een zelfgemaakt gedicht, waarin ik het gevoel en de emoties van de ontmoetingen wilde vangen. Onder de indruk van de eerste kennismaking had ik thuis dat gedicht geschreven. Ik had Diny beloofd dat ik het nog aan haar zou laten horen. Bij de tweede ontmoeting heb ik het de familie voorgelezen. En juist bij die woorden brak Diny. Net als ik..

En toch, op een manier die ik moeilijk kan verklaren, voelde het allemaal op z’n plaats. Omdat het niet anders leek te kunnen en het zo moest zijn. We spraken nog over van alles en over niets. Na afloop heb ik Diny een hand gegeven, ter afscheid. Haar glimlach zie ik nog voor me.

Jac uitte zijn dankbaarheid door aan zijn dochter te vragen om iets voor me te pakken. Maar toen die zei, dat hij dat gewoon zelf moest doen, legde Jac uit dat hij voor Diny altijd koude schotel maakte. Dat vond ze het lekkerst. En daar maakte hij dan altijd veel te veel van, vertelde hij, dus ik moest maar een bakje meenemen. Zijn dochter kwam al aanlopen met een bakje. Ik heb er thuis heerlijk van genoten.

In de dagen die volgden zocht Diny, samen met Jac en de dochters de foto’s uit die bij haar afscheidsdienst getoond moesten worden. Ik heb daar toen de door haar gewenste muziek onder gezet. Langzaamaan waren alle voorbereidingen getroffen…

De dag dat Diny definitief afscheid nam, heb ik een aantal keren aan hen moeten denken. Hoe zou het met hen gaan? Überhaupt, hoe verloopt zo’n dag wanneer het zover is. Ik schreef die middag nog een kort gedicht dat ik hen stuurde als troost.

als de keuze is gemaakt
om niet meer
door te gaan met leven
als alle snaren
zijn geraakt
de laatste kussen
zijn gegeven

dan is er
dat kort moment
dat ik je naam
nog één keer zeg
waarna je niet meer
bij me bent

van zo dichtbij
naar heel ver weg
en ook al
lijkt het dan voorbij
toch ben je
voortaan
dicht bij mij

Een dag later sprak ik Jac, Petra en Mieke weer. Het afscheid, vertelden ze, was mooi, emotioneel en vooral heel indrukwekkend geweest. Ze hadden een zonnige ochtend samen gehad, met een drankje en sinds heel lang toch een sigaretje voor Diny. Die middag gaf Diny zelf aan dat het haar tijd was. Samen met Tess en Diny’s schoonzonen Sander en Joost omarmden ze Diny op het moment van het definitieve afscheid. En tegelijk met het moment dat in alle rust het leven uit haar week, voelden ze allemaal een lichtheid over zich heen komen. Een lichtheid, die de rest van de dag bij hen was gebleven, en waarvan ze hoopten dat ze die zouden blijven voelen. Maar een dag later was er toch ook de emotie van het verlies. We bespraken samen de verdere details van de afscheidsbijeenkomst.

Die kon maar  op een plek worden gehouden. Het Boscafé in de Kasteelse Bossen. Ooit eigendom van Jac en mede geëxploiteerd door zijn dochter. Diny was er jarenlang de stille kracht achter de schermen. Duizenden appeltaarten had ze gebakken. En ook de arretjescake was haar specialiteit. Het ging heel lang goed, totdat de COPD haar gezondheid steeds meer ondermijnde. Jac en Diny besloten de tijd die hen nog gegeven was aan elkaar en aan de kinderen en kleinkinderen te besteden. Het Boscafé werd overgenomen door Sven en Wouter. Diny heeft nog vaak een kop koffie met hen gedronken, en ook de rest van het gezin, heeft er nog heel vaak culinair genoten. Het speciale gevoel bij het Boscafé is altijd gebleven.

Het was dan ook de wens van Diny dat Sven en Wouter zouden helpen om haar in haar kist van het bospad naar het terras te dragen. Die kist had Jac, ook op verzoek van Diny, eigenhandig gemaakt. De kleinkinderen hadden er daarna mooie tekeningen op gemaakt. Hier en daar waren er dankbare woorden van afscheid op te lezen.

Het regende en het waaide die ochtend. De laatste dagen van Diny, samen met haar familie, was het schitterend weer geweest. Maar de ochtend van haar afscheidsdienst waren er buien en stond er een harde wind. Net voordat de dienst zou beginnen, bijna klokslag half elf, sloeg het weer om. De zon begon zelfs te schijnen.

Het werd een afscheidsdienst waar opnieuw de liefde duidelijk te voelen was. Het grote aantal gasten, waaronder zelfs vrienden uit Spanje en Kroatië, waren onder de indruk. Alles klopte, alsof Diny ook dit moment nog zelf geregisseerd had. Alle kleinkinderen ondersteunden kleinzoon Marijn, die het gedicht voorlas dat ik als troost op die bewuste vrijdag naar Petra geappt had.

Ook oudste kleinkind Tess las een verhaal voor. Tess die in het voorgesprek met Diny ‘zuster Tess’ werd genoemd, omdat ze oma heel veel ochtenden vóór schooltijd had bezocht om haar te helpen. Beide dochters spraken vol liefde over hun moeder. En tussendoor was er muziek die Diny mooi vond en foto’s uit haar leven. Het was een afscheid zoals Diny het zich had voorgesteld. Daar moest ze wel anderhalf uur zonneschijn voor regelen, maar dat deed ze dan ook overtuigend.  Eigenlijk zoals ze dat bij leven ook met haar appeltaarten deed: achter de (dit keer wolken)schermen maar met evenveel succes. Nee, met méér succes. Appeltaarten konden wel eens opraken. Maar Diny liet die ochtend zien dat ze er voortaan altijd zou zijn…

Hieronder het gedicht dat ik op het einde van de afscheidsbijeenkomst heb voorgedragen.

Diny,

vijftig jaar samen
de wereld verkend
en steeds op elkaar kunnen leunen

aan alle ideeën
opnieuw steeds gewend
jij deed méér dan alleen ondersteunen

besluiten en stappen
steeds samen genomen
genoten van alles dat kwam

maar dat ene besluit
dat was niet te voorkomen
zodat jij dat uiteindelijk ook nam

met de kracht van de eenvoud
en met liefde en troost
heb je iedere traan weggekust

en zolang dat het kon
elkaar geliefkoost
en toen ben je gegaan, zelfbewust

als er leven is daar
ja, dan zien we ons weer
en dat is het wachten wel waard

dan zijn we opnieuw dicht bij elkaar
en genieten we zeker een keer
van een hemelse appeltjestaart…