Iemand klaagt en schreeuwt en brult
en vult met haat de bange harten
geeft aan iedereen de schuld
die het waagt zijn grens te tarten
worden honderdveertig tekens zuur
‘gelaikt’ door drie miljoen augurken
en staat de rest, met de rug tegen de muur
argeloos een flesje te ontkurkenWie zorgt voor klaarheid
wie bepaalt wat er opmerkelijk is
hoe banaal -digitaal- het gescheld
over wie, waarom, welk verhaal heeft verteld,
en is het niet de waarheid, die onwerkelijk is
dan is het wel de leugen die net even sneller isop de bank en voor de buis
zit men zuur azijn te pissen
anoniem en veilig thuis
digitale rotte vissen,
en de wereld die draait door
autocue, hapklare brokken
overzichtelijk comfort
voor softe helden thuis op sokkenWie zorgt voor klaarheid
wie bepaalt dat iets ergerlijk is
hoe banaal –a-sociaal- slecht gesteld
het verhaal, door die, daarom verteld,
is dát waarheid, die er werkelijk is
of een leugen die opnieuw sneller isOf het waar is of gelogen
hoeveel voor- of tegenstanders je ook kent
kijk jezelf eens in de ogen
en stel je voor dat jij die vreemde bent
in een bootje, aan het strand
op de vlucht, vast aan de grens
met je zoon en dochter aan de hand
met net als jij maar slechts één wensMaar ja, wie heeft de waarheid
wie bepaalt of het wel wenselijk is
amicaal, heel lokaal opgesteld,
is dit mijn verhaal, muzikaal, doorverteld
het is mijn klaarheid, dat het menselijk is
om vooral zelf te doen wat wenselijk isEn al maak ook ik míjn waarheid lang niet altijd waar:
toch méén ik dat vooral ménselijk wenselijk is