Uit het oog, in het hart

Hoe lang is het geleden dat ik met vrienden op zondagmiddag een potje ging biljarten in het dorpscafé. Meestal ging het biljarten over in een spelletje kaarten. Toepen. Wie het eerst zijn zeven punten kwijt was, betaalde een rondje. Dat schrijven van de punten gebeurde door één persoon, op een lei, met een krijtje. Als je schreef, dan ging daar de suggestie van uit dat je je ‘overlevingskansen’ in het spel in eigen hand had. ‘Wie schrijft, die blijft’ was de gevleugelde uitspraak. Dat ging natuurlijk lang niet altijd op. Ik kan me keren herinneren dat ik schreef en dat ik op de rand van de lei maar bij één naam de verloren rondjes kon aanstrepen. Jawel. Bij mezelf. Ik schreef en bleef. Zelfs veel langer dan gepland, samen met mijn vol leedvermaak elke keer goedkoop proostende vrienden… Ach, het was gezellig, dacht ik dan een dag later. Heel zeker wist ik dat meestal niet meer.

20131030-010010.jpg

Zou het ‘wie schrijft, die blijft’ ook opgaan, vraag ik me af, als ik er over een hopelijk hele lange tijd niet meer ben? Het is een rare kronkel, maar het schiet me te binnen als ik nadenk over de tijd die me in dit leven nog gegeven is. Ik zie in gedachten een foto voor me van mijn vader in zijn jonge jaren. De foto is gemaakt in Indië. Hij zit daar in zijn militaire kloffie. Bezig een brief te schrijven aan mijn moeder. Ik zag de foto toen ik, heel veel jaren later, een schoendoos met familiefoto’s tegenkwam. Mijn ouders waren al enige jaren dood. Wat me trof was de achterkant van de foto. Daar had hij voor mijn moeder een kort berichtje op geschreven. Ik las het en een paar momenten was hij er weer. Heel even. Omdat hij schreef en bleef.

Ik stel me voor dat ooit mijn kinderen over internet struinen, misschien wel in een net zo melancholieke bui als ik nu. Het kan dan zo maar gebeuren dat internet, de digitale schoendoos van de toekomst, hen ineens een verhaal van mijn hand voorschotelt. Misschien wel ‘Uit het oog, in het hart’, wie zal het zeggen? Wat zij dan lezen is wat ik schreef, met al in het achterhoofd dat ik niet kon blijven. Zoals ik nu lees, wat mijn vader schreef. Hij en ik, we schreven en bleven. Nu valt me op dat als je ‘bleven’ met aandacht uitspreekt, het als ‘beleven’ klinkt. Mooi woord, ook voor later. We schreven en beleven…

Wat je niet kunt veranderen, moet je zo laten. Ik besef dat -‘wie schrijft, die blijft’- een soort van remedie kan zijn tegen het onvermijdelijke. Dat je niet blijft, betekent niet dat je niet schrijft. Integendeel! Dus nu alvast voor straks, voor hen die me zo dierbaar zijn: Laat deze zinnen maar zo vaak als je wil rondgaan in je hoofd. Laat de woorden maar zachtjes botsen tegen de herinneringen van toen. En laat ze overal kleine lieve letterkusjes geven. Van mij, voor jullie. Het is een kwestie van beleven. Lezens-lang genieten…

Dit verhaal is voor iedereen -van toen, van nu en later- die ook aanvoelt dat de slogan ‘wie schrijft, die blijft’ op een wat emotionele manier een beetje wringt. Het klinkt misschien raar, maar het helpt als je ‘wie schrijft, die blijft’ met een wat rebelse bravour omzet naar: ‘wie leest, is er nog niet geweest’. Waar je niet geweest bent, daar kun je altijd nog naar toe gaan. Doe dat, geniet ervan en vooral, onthoud het. Zodat je er ook over kunt schrijven. Over dat momentje in de tijd. Een heel leven. Heel even…

Gepubliceerd door

Geert van den Munckhof

Gedachten digitaal delen en vastleggen in verhalen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s