Vertrouwen…

Alweer even geleden dat ik fris van de lever een stuk het world wide web in slinger. Een column bedoel ik dan. Omdat ik nu ‘in isolatie’ zit, is daar niet alleen tijd voor, maar ligt het onderwerp ook wel voor de hand.

Sinds maandagochtend, 25 oktober ben ik zelf één van de oorzaken van die sterke stijging aan het coronafront. Een test in Venray, op zondagochtend, na een zelftest op zaterdagmiddag bevestigde wat ik niet had vermoed. Mijn verkoudheid bleek corona te zijn. Oké, die mogelijkheid zat er al die tijd al in. Mijn dubbele AstraZeneca ten spijt, toch geïnfecteerd. Kak. Ik vond destijds de ondergrens van 60% effectiviteit al wat aan de lage kant, maar de bovengrens van 80% benaderde toch wel het effectiviteitspercentage dat andere vaccins aangaven.

Ik heb me daar toen -en nu nog niet- al te druk over gemaakt. Mijn geboortejaar zette me bij de groep mensen die bij de huisarts hun vaccinatie mochten laten zetten en daar was AstraZeneca beschikbaar. 15 juli van dit jaar was mijn tweede prik.Toen was volgens mij al onzeker hoe lang een vaccinatie bescherming zou bieden. De discussie over de ‘boosterprik’ van de afgelopen weken laat zien dat die onzekerheid al wat meer aan zekerheid lijkt te hebben gewonnen. Je kunt als gevaccineerde alsnog corona krijgen.

Ik ben daar het persoonlijke bewijs van. Waar ik vooralsnog wél heel blij om ben, is dat het ziektebeeld waar ik nu mee te maken heb, mij niet veel anders voorkomt dan een vervelende neusverkoudheid, die ik eigenlijk elk jaar wel een keer meemaak. Als nu waarschijnlijk vooral de tegenstanders van ons landelijke coronabeleid mij aan hun kant wanen, moet ik hen toch teleurstellen. Ik blijf vertrouwen houden in de stappen die er vanaf het allereerste uur gezet zijn. Ook al waren die stappen, zeker in het begin, niet altijd gebaseerd op 100% kennis.

En dat zijn de maatregelen vandaag de dag nog steeds niet, voor zover ik me daar tot in detail mee wil bezig houden. Want het lijkt weer een relatieve stilte voor de storm. Het is nog ongeveer een week voordat er met grote waarschijnlijkheid nieuwe maatregelen worden afgekondigd. Ik ben daar medeschuldig aan, want ook door mij is de besmettingscurve gestegen tot een niveau die onze regering tot extra maatregelen noopt. Maatregelen die opnieuw voor veel discussie gaan zorgen tussen de extreme uitwassen van twee groepen die toch al steeds meer uit elkaar gegroeid zijn. Twee tegengestelde opvattingen die zolang corona duurt ook niet meer bij elkaar zullen komen, is mijn stellige overtuiging.

Nee, ik heb me een hele tijd geleden al voorgenomen die discussie niet meer te gaan voeren. Vooral niet toen ik bij herhaling ontdekte dat het elkaar persé willen overtuigen van je gelijk je niet dichter bij elkaar brengt, juist de verharding in de discussie voedt en de verwijdering laat groeien. Ook het consequent volhouden van de acties die bij je eigen gelijk horen, zorgen niet voor toenadering tussen voor- en tegenstanders van het landelijke beleid. Maar daar moeten wel knopen worden doorgehakt. En de manier waarop dat gebeurt, daar heb ik vertrouwen in.

Wat ik bij deze maar wil aangeven, is dat het me niet om mijn gelijk gaat voor de keuze die ik heb gemaakt. Het gaat mij om dat vertrouwen zelf. En dan stel ik voor mezelf vast, dat ik meer vertrouwen heb in de maatregelen zoals ze tot nu toe door onze regering genomen zijn, in samenspraak met in mijn ogen (ik voel aan dat ik nu op gevaarlijk terrein kom..) ‘t best met ons voorhebbende deskundigen. Méér vertrouwen daarin dan in de alternatieve maatregelen die al dan niet met aanwijzen van schuldigen en wel of niet om die reden meeslepen van symbolische houten galgen of dragen van symbolen uit de tweede wereldoorlog gepaard gaan.

Ik besef dat deze column op de tweede dag van mijn isolatie misschien wat voorbarig is. Want wie zegt me dat corona me morgen niet alsnog doet verstikken? Dat zegt niemand me. Ik hoop dat me dat bespaard blijft en eerlijk gezegd vertrouw ik daar ook op. Dus deze column is geen oproep aan voor- en of tegenstanders om opnieuw los te gaan tegen mij of naar elkaar. Deze column is een ode aan vertrouwen.

En, lieve mensen, dat is heel persoonlijk. Maar ik gun het iedereen.

Zwarte zwaan…

De eerste dag van de ‘lockdown’ is mijn vrije maandag. De lentezon verdunt de spanning die in de lucht hangt. Buiten in mijn tuinstoel lig ik met de ogen dicht te overdenken wat ons allemaal aan het overkomen is. Ik hoor een klein kind in de speeltuin achter ons huis voortdurend lieve vragen stellen aan zijn oma. Zouden zijn ouders vitale beroepen hebben, dat oma op moet passen?

Vanochtend verschillende berichten over het corona-virus via de social media gecheckt. In het hele land ontstaan er spontane buurtinitiatieven, om ouderen en hulpbehoevenden te helpen als daar behoefte toe is. Een ontwikkeling die vervolgens alom wordt geprezen. Rutger Bregman lijkt gelijk te krijgen: ‘De meeste mensen deugen’. 

Tegelijk lees ik een column in de Volkskrant van Sander Schimmelpenninck, met een titel die het goede in de mens toch in een wat ander daglicht lijkt te zetten: ‘De veelgeprezen Nederlandse nuchterheid blijkt bij grote crises niets meer dan horkerige arrogantie’. Ik moet zeggen dat ik me wel herken in zijn column. En dan met name in zijn zelfanalyse. Vorige week schreef ik zelf nog een column over corona met een bagatelliserende ondertoon. 

Sinds vrijdag onderken ik de ernst van de situatie en voel ik de verontrusting zelf. Uitleg over het platter maken van de besmettingscurve, in relatie tot emotionele beelden uit met name Italië, hebben me niet alleen doen beseffen dat iedereen z’n verantwoordelijkheid moet nemen, maar ook dat in het belang van anderen die verantwoordelijkheid eigenlijk helemaal niet zo vrijblijvend is. Ik heb om die reden zaterdagavond een gezellige bijeenkomst afgezegd, die zondagochtend 11.00 uur plaats zou vinden. Niet wetend dat negen uur later alle horeca gesloten ging worden…

In ieder geval tot 6 april zijn we nu op elkaar aangewezen. Daarna waarschijnlijk ook weer, maar wel met een belangrijk besef rijker. Het besef dat er niet veel nodig is om het gewone leven op z’n kop te zetten. Een gemuteerd griepvirusje overspoelt de wereld en zet ons allemaal op de plaats. Ontkennen kan, maar er aan ontkomen niet. In de media horen en zien we de komende tijd niks anders meer. Begrijpelijk.

En toch… Behalve dat het virus ons ziek maakt, verbindt het ons ook. Sander Schimmelpenninck heeft het in zijn column over een ‘zwarte zwaan’. Een hele mooie metafoor, vind ik. Met de kleur van de rouw, maar sierlijk en respectvol. Met een snavel -en dat valt me nu pas op- in de kleur van de liefde.

Hopelijk is over een week of vier de kleur zwart minder vaak prominent aanwezig geweest als dat zich dat nu laat aanzien. En hopelijk is het na die periode vooral het mooie van de zwaan dat de overhand gaat krijgen en blijft houden. Tot die tijd probeer ik zoveel mogelijk rekening te houden met de maatregelen die de besmettingscurve platter kunnen maken en wens ik iedereen die toch met de kleur zwart te maken gaat krijgen, heel veel liefde toe.