Jaar na jaar…

hence-the-boom-612719-unsplash
HENCE THE BOOM

Facebook feliciteerde mij vanochtend. Ik was tien jaar lid en daarom had Mark Zuckerberg een speciaal filmpje voor mij geproduceerd. Aardig dat hij daar even tijd voor vrij had gemaakt. Ik kon het delen, stond er bij, maar ik vond dat ik zo’n persoonlijk cadeau toch niet zomaar door kon geven aan anderen. Dat heb ik dus niet gedaan.

Waar ik vooral van onder de indruk was, was het cijfer 10 zelf. In eerste instantie geloofde ik het niet eens, maar ik verwacht dat Mark dat toch best goed heeft bijgehouden. Met een geheugen als het mijne lijkt 10 jaar zó ver terug. Hádden we toen eigenlijk al internet? Afijn, het was zoals het was. Zonder dat ik er erg in had was er zomaar tien jaar voorbij gegaan.

Dat getal tien. Deze week een keer ‘s avonds kwam het ook voorbij. ‘Wat in jouw leven, welke gebeurtenis, welke actie, zou je volmondig een tien willen geven?’ Een vraag waar ik niet meteen antwoord op had. Ik ging in gedachten meteen afwegen of ik met een acht of, pakweg, een negen-en-een-half niet al heel tevreden zou zijn. Maar dat was de vraag niet. ‘Wat geef je een 10?’

Ik kon spontaan en ter plekke niks bedenken en dat was best even confronterend. Wat halfbakken antwoorden geprobeerd, maar echt een tien? Nu ik daar aan terugdenk, voel ik opnieuw een soort van blokkade. Iets een tien geven is zo definitief. Zo af. Alsof er daarna niets meer is dan dat. Een tien. Stop maar. Je bent er. Met hardlopen ja, als we met z’n tweeën weer de tien kilometer hebben geslecht. Maar zo? Over iets wat je doet? Over iets wat je hebt meegemaakt?

Zou je dat wel moeten kunnen doen, vraag ik me af? Een tien geven aan iets in je leven? Of aan meerdere dingen in je leven? In het gesprek dat volgde kwam zelfs naar voren dat je misschien alleen maar moest gaan voor dingen waaraan je een tien gaf. Want waarom dingen doen voor een zeventje, als je je tijd ook kan besteden aan zaken die je een tien geeft?

Ik ben er nog niet over uit. Ik heb in mijn leven ook niet zoveel tienen gehad, voor zover ik me herinner. Ja, van Facebook, vanmorgen. Maar verder? Bovendien heb ik geleerd dat een schaal van 0 naar 10 ook maar een bedenksel is. In vijf stappen van ‘helemaal oneens’, via ‘geen mening’ naar ‘helemaal eens’ is ook een optie. Maar de stelling ‘Ik geef gebeurtenis x een tien’ laat me dan weer twijfelen tussen ‘eens’ en ‘helemaal eens’…

Het zit dus dieper. Of misschien wel juist veel minder diep. De ‘tien’ staat vooral voor een besef. Een bewustwording van een moment in de tijd. Een ‘drie’ ook. Het toekennen van een score aan momenten in je leven, maakt het even wat abstracter. Wat was er en wat kan er allemaal mogelijk nog komen, daarover laat het je nadenken. Maar niet te lang, want voor je het weet wordt er weer een vraag gesteld waar je geen antwoord op hebt. Weg tien…

Ik denk dat ik dit verhaal maar eens ga delen op Facebook. Mocht er iemand nog een goed idee hebben over wat tienen in mijn, zijn of haar leven, dan houd ik me aanbevolen. Goed voorbeeld doet nog steeds goed volgen. Als Facebook me straks een filmpje met een twintig voorschotelt, hoop ik jaar na jaar, maand na maand, dag na dag, tien na tien te hebben gescoord. Met een beetje geluk…

…en dan bedoel ik niet het geld maar het geluk van het vinden zelf…
imelda-747875-unsplash
Imelda

Evy’s broertje…

Meestal klik ik ze weg. De oproepen via Facebook of mail om een goed doel te steunen. Ook al zijn de verhalen nog zo schrijnend en de foto’s nog zo confronterend. Het zijn er gewoon teveel. Bovendien heb ik mijn gemoedsrust structureel gesust met een automatische 3-maandelijkse incasso-donatie aan Artsen zonder Grenzen. Volgens MijnING doe ik dat al vanaf januari 2009. 37x vanaf toen tot vandaag, lees ik. Verder terugkijken dan 1 januari 2009 is niet mogelijk, volgens de bank die onlangs nog eieren voor haar geld koos en de hoogste chef, Ralph Hamers, niet anderhalf miljoen méér jaarsalaris gaf.

Ralph ligt daar zelf misschien niet eens wakker van. Hij houdt tenslotte nóg anderhalf miljoen per jaar over. Per kwartaal is dat € 375.000,-. En wie weet, heeft hij ook wel een automatische incasso lopen voor Artsen zonder Grenzen. Als het bedrag dat hij doneert in dezelfde verhouding tot zijn salaris staat, als het bedrag dat bij mij om de drie maanden wordt afgeschreven, dan denk ik dat ze bij Artsen zonder Grenzen toch enthousiaster worden van de bijdrage van Ralph. Alles is zo relatief, wat dat aangaat.

Vanmorgen, na het rennen, las ik een facebookbericht van Anita. Zij maakte mij en haar volgers er op attent dat er in haar buurt een jongetje woont, Ian, die de ziekte van Duchenne heeft. Vorig jaar zag ze hem, schrijft ze, fietsend op een driewieler, maar toch de grootste lol makend met de andere kinderen uit de buurt. Nu, bijna een jaar verder, krijgt Ian een nieuwe rolstoel. Dat is er een met elektrische ondersteuning op de wielen, zodat hij met zijn afnemende spierkracht toch nog zelfstandig naar buiten kan. Want daar zijn straks de andere kinderen ook weer.

Anita’s inleidende verhaal raakte me. En de link naar de site waar de ouders van Ian de situatie beschreven maakte nog meer indruk. Zijn zus, Evy, had een tekening gemaakt, waarop duidelijk te zien was waarover het ging. Er moest een bus komen om de nieuwe rolstoel -en dus Ian!- te kunnen blijven vervoeren. Al was het maar om zijn veelvuldige ziekenhuisbezoek mogelijk te blijven maken, zodat hij kon blijven meedoen aan een onderzoek voor een nieuw medicijn. Ze had de bus getekend, haar ouders, Ian en zichzelf. Het tekstballonnetje boven haar hoofd was duidelijk: ‘een rolstoelbus voor mijn broertje omdat hij een ziekte heeft’.

evy's tekening

Deze oproep heb ik vanochtend niet weggeklikt. Integendeel. Ik heb gebruik gemaakt van optie 1 van de kleine webwinkel die de ouders samen met familie en vrienden hebben opgezet. De CD van optie 2 en de kralenarmband van optie 3 beveel ik echter van harte aan! En hoe mooi zou het zijn als Ralph Hamers, los van zijn 3-maandelijkse automatische incasso voor Artsen zonder Grenzen, verhoudingsgewijs ook een bijdrage zou doen? Ik zal hem alvast taggen. Wie weet, zorgt Facebook ervoor (met hulp van ons allemaal) dat dit verhaal uiteindelijk ook bij Ralph gaat landen? Zou Mark Zuckerberg trouwens nederlands kunnen lezen? Pakt hij z’n kans om te laten zien dat Facebook niet alleen dingen laat lekken maar ook laat lukken? Je weet het nooit. Ik tag hem.

Ralph, je kunt hier klikken om bij de webwinkel te komen. Laat zien dat het je niet om de knikkers gaat en bestel een kralenarmband. Dat is optie drie. Maar zonder gekheid. Mocht je dit lezen, dan hoop ik dat je voor optie 1 gaat. Met een paar procent van mijn salaris, samen met een paar procent van jouw salaris kan Evy’s wens snel in vervulling gaan.

And Mark, in English because i’m not sure if you can read Dutch. When you’re done explaining the Facebookleaks to the American Congres, please take the opportunity to support Ian. I think it fits your goal to end, cure or manage all disease by the year 2100. When you do, i think Evy will make a nice drawing for you too.

 

De radiouitzending terugluisteren? Na de introductie eerst een nummer van  The Freelance Band van de CD ‘Out of the calaboose’: Good Work. Op 5:07 begint de column, tot 9:43. Ter afsluiting een nummer van Gerard van Maasakkers van de CD ‘Lijflied’: Ik kom wa later.

Strafbaar

Het is weer zo’n zaterdag. Eén dag voordat we er zomaar een uur bij krijgen. Komende nacht om twee uur is het ineens drie uur. Daar merk je dus helemaal niks van, tenzij je dan nog volop in het uitgaansleven zit. Daar waar de sluitingstijd regulier op twee uur staat, ben je dan in één milliseconde ineens al een uur lang strafbaar.

Zou de politie daar vanavond op letten? Het zou een uur lang een goeie bron van inkomsten kunnen zijn. € 280,- per klant, als je als diender net na twee uur de kroeg binnenstapt en na het ‘wat zijn wij hier aan het doen’ registreert dat de klanten na sluitingstijd zijn binnengekomen. In het kader van omgekeerde bewijslast moeten zij nog maar eens aantonen dat ze er vóór twee uur al zaten. Volgens mij is dat kassa.

Maar zonder gekheid. Dat extra uur in de zomer. Levert dat eigenlijk nog wel wat op? Iets zinvols, bedoel ik. Had dat bij de invoering niet iets met energiebesparing te maken? Dat je in de winter met een uur minder overdag, ’s avonds eerder binnen de kachel en de lampen aanmaakt en dat je die teveel gebruikte energie dan in de zomer met een uur meer overdag dan weer terug verdient? Zoiets was het toch?

Maar ik ben het kwijt. Dat komt misschien ook omdat mijn digitale apparaten die tijdswisseling al jaren automatisch voor mij doorvoeren. Dat apparaat kan er ook niks aan doen. Iemand die destijds hopelijk wel wist waarom het handig was om een winter- en een zomertijd in te programmeren, heeft dat toen voor mij bepaald. En ik ben dat in de loop van de tijd vanzelfsprekend gaan vinden.

Alleen nu realiseer ik me, in een vlaag van zaterdagmelancholie, dat juist die vanzelfsprekendheid misschien wel de grootste ‘milieu-belasting’ met zich meebrengt. Zelfs Mark Zuckerberg lijkt zich daar langzaamaan van bewust te worden als ik de krant van vandaag mag geloven. Toch denk ik dat we hem niet de schuld kunnen geven van alle ‘vervuiling’ om ons heen.

Nee, bedacht ik me, tikkend op mijn ipadje, het is juist de vanzelfsprekendheid die ons de das omdoet. En voor nu vind ik die constatering wel even voldoende. Ik zit tenslotte nog in de wintertijd. Morgen, met een uur extra, kijk ik wel even verder. Zie ik dan wel wat ik met mijn facebookaccount doe. Misschien geef ik mijn ‘nee’ op het sleepwet-stembiljet wel een persoonlijk vervolg. Misschien…

Stip

Vandaag een aantal interessante gesprekken gevoerd. En of het toeval is of niet, heel vaak sluiten artikelen die ik daarna in de krant lees daar dan op aan. ‘Synchroniciteit’ heet dat volgens mij, maar ik weet niet of dat helemaal de lading dekt. Maakt ook niet uit. Het begon vanmorgen tijdens het hardlopen. Of eigenlijk tijdens het ‘iets-minder-hardlopen’, omdat we een 10 km lang gesprek hadden. Over van alles. En bovendien nog een witte reiger zagen. Zeldzaam. Die reiger. Niet die gesprekken. En dat is fijn.

We hebben het over pseudo-diepgang gehad. Maar ook over rigiditeit van organisaties en hoe lastig dat te veranderen is. Over logisch verstand versus systemen en structuren. Op 6 km ging het even over de waarde van enquêtes. Kunnen waardeloze vragen wel tot waardevolle antwoorden leiden, vroegen we ons af? Al (minder) hardlopend leg je dan verbanden die je in stilstand vaak niet ziet. Mooi is dat. Op die manier zijn grote dilemma’s ook terug te voeren naar de verwarrende eenvoud van een overbodig gestelde enquete-vraag: Uitkomsten roepen dan enkel nieuwe vragen op.

Thuis dacht ik daar over na. Over wat we hadden gezegd over systemen en structuren. En ik fantaseerde door over theorieën en strategieën. Over stippen die op de horizon worden gezet. Los van de praktijk gezongen vergezichten, die ons naar de toekomst zouden moeten leiden. ‘Zouden moeten’, omdat de weg naar de horizon weliswaar met piketpaaltjes is uitgezet maar die worden in de loop van de tijd noodzakelijkerwijs wel verzet. Niets mis mee, zo op het eerste gezicht. Wandelend of hardlopend naar die stip heeft men dat -nu ik zo naar het woord kijk eigenlijk heel voor de hand liggend- ‘voortschrijdend inzicht’ genoemd.

Wat mij echter wel een beetje verontrust, is dat de horizon -en dus ook die stip- al naargelang je dichterbij komt, met je meeschuift om vervolgens weer net zo ver van je af te liggen als toen je begon te wandelen. Daar sta je dan even bij stil. Je kijkt naar die stip. Denkt na en vervolgens denk je dat dat misschien juist daarom wel ‘visie’ wordt genoemd… die je in de de nieuwe werkelijkheid van waar je dan staat waarschijnlijk wel wat moet bijstellen.

Maar ik draaf wat door. Synchroniciteit, daar ging het om. Interessante gesprekken en navenante artikelen. In een gesprek werd een metafoor gebruikt. ‘Een olifant kopen is het probleem niet, maar het voer voor die olifant kan wel een probleem worden’. Het schijnt een uitspraak van een plaatselijke politicus te zijn. Afijn. Waar valt mijn oog op terwijl ik de Volkskrant lees? Een andere metafoor, weer met een olifant. ‘Door de olifant op te delen krijg je geen kleine olifantjes’. En even later in hetzelfde artikel deze: ‘Alleen de staart van de olifant zien en tegelijk weten dat hij er helemaal is, geeft vreselijke onzekerheid’. Het opinie-artikel in de Volkskrant gaat overigens over de ‘integrale’ aanpak tegen jihadisme. Annebregt Dijkman zegt daar interessante dingen over.

En dan deze. In dezelfde Volkskrant het artikel over het gevaar van de sociale media. De kop: De schepping van het nieuwe monster. Facebook en Twitter, zo schrijft Huib Modderkolk, beloofden ons ‘dat ze ons blikveld zouden verruimen. Kennis zou toenemen en de feiten zouden winnen.’ Oprichter van Facebook, Mark Zuckerberg, schreef destijds (2012) in een brief aan investeerders ‘dat Facebook nooit opgericht is om een bedrijf te zijn. Het is gebouwd als sociale missie: om de wereld meer open en verbonden te maken.’ Je zou dat een stip op de horizon kunnen noemen. Modderkolk betoogt in zijn artikel dat het streven van toen anno nu toch niet helemaal zo uit de verf gekomen is.

Nepvolgers, spambots en trollen zijn nu aan de orde van de dag. Ze infiltreren Facebook en Twitter en beïnvloeden de publieke opinie, door structureel nepnieuws en misleidende informatie te verspreiden. En Facebook en Twitter trekken zelf hun piketpaaltje van openheid uit de grond, door via strikt geheim gehouden algoritmes hun klanten slechts die boodschappen te laten zien, die voor hun eigen investeerders interessant zijn. Hoezo nooit opgericht om een bedrijf te zijn? De stip aan de horizon van toen is met hen meegeschoven. En wij schoven met miljoenen mee.

Een paar interessante passages nog uit het artikel: ‘Mensen die overtuigd zijn van hun eigen gelijk zijn het zichtbaarst aanwezig op Facebook en Twitter’ (Fidan Ekiz, schreef essay over het verdwijnen van de gematigde stem). ‘Door onze data te verzamelen hebben ze een portret van onze ziel gemaakt, dat ze gebruiken om massagedrag (en steeds meer ook individueel gedrag) ongezien te sturen en zo hun financiële belangen te dienen’ (Franklin Foer, Amerikaans journalist, schreef ‘Ontzielde wereld’).

Allemaal naar aanleiding van 10 km hardlopen op een zaterdagmorgen. Er liepen ons vanochtend verschillende hardlopers tegemoet. Zouden zij er vandaan komen? Een stip hebben achtergelaten? Hoe ver zou die horizon eigenlijk van ons af liggen? Volgende week toch eens ter sprake brengen als we weer gaan hardlopen. En tot die tijd maar gewoon blijven doorlopen. Misschien zie ik nog wel een witte reiger. Of iets anders dat zeldzaam is.