Corona…

Het RIVM laat weten dat de kans op overlijden aan Corona kleiner is voor mensen met schoenmaat 46. Het was niet op het journaal, maar ik weet zeker dat ik het ergens heb gelezen. En ik begrijp dat ook wel. De meeste mensen hebben geen maat 46, dus gaan er meer mensen met kleinere schoenmaten dood aan Corona. Lijkt me logisch.

Ondertussen is in een Rotterdams ziekenhuis het eerste Corona-slachtoffer van Nederland gevallen. Een man uit Hoeksche Waard van 86, die
-statistisch gezien- zonder Corona waarschijnlijk ook niet meer al te lang geleefd zou hebben. Maar evengoed, de familie van deze overledene vanaf deze plaats heel veel sterkte gewenst. 

Met deze condoleance ben ik overigens in goed gezelschap want ook Minister Bruins betuigde via twitter zijn medeleven. Zijn gedachten waren bij de familie, vrienden en dierbaren, schreef hij in zijn tweet. En ook burgemeester Jan Pieter Lokker van de Hoeksche Waard liet in een verklaring weten dat hij meeleeft met de partner van de overleden man en de overige nabestaanden. Dat is mooi. 

Goed dat we dat na morgen nog een paar keer kunnen nalezen in verschillende kwaliteitskranten. Fijn ook dat we dat eerste sterfgeval vandaag waarschijnlijk nog wel om het uur bevestigd krijgen via de radio. En ik voorzie dat we vanavond bij het NOS Journaal via de buis verbonden worden met een verslaggever die live vanaf Hoeksche Waard verslag doet van de situatie ter plekke. Misschien is er vanavond zelfs al wel een  tweede sterfgeval waar we met z’n allen getuige van worden gemaakt.

Op de laatste pagina in de Limburger telde ik vanochtend maar liefst 11 overlijdensberichten. Niet gestorven aan Corona, maar toch… alleen al in Limburg! Ik weet niet hoe het zit in de andere provincies, maar ik ga er van uit dat er daar ook mensen zijn overleden. Hun nabestaanden wil ik bij deze heel veel kracht toewensen, want ik verwacht dat de media aan deze sterfgevallen wat minder aandacht gaan besteden. Ongetwijfeld zijn er bij sommige van hen in de directe familiekring ook via Twitter of Facebook condoleances binnengekomen. Mogelijk heeft zelfs de plaatselijke burgemeester zijn medeleven betuigd bij deze of gene. Maar een tweet van een minister? Die kans acht ik wat kleiner, hoewel ik het uiteraard niet uitsluit. Ministers zijn tenslotte ook gewoon mensen. Er woont er zelfs een in Hegelsom. Kun je nagaan.

Ondertussen hoesten we in ellebogen, geven we elkaar bij voorkeur geen hand meer en moeten we Brabanders voorlopig mijden. Nou wil het toeval dat ik morgen een verjaardagsfeest heb in Brabant. Het scheelt misschien dat het van origine een Limburger is die zijn verjaardag viert, maar het kan best zijn dat hij morgen ook Brabanders heeft uitgenodigd. Ik bereid me voor op elkaar een elleboog geven en let goed op dat ze daar van te voren niet in gehoest hebben. Want je weet het maar nooit. Zal ik uit voorzorg zelf maar alvast de minister uit Hegelsom bellen? Ik neem aan dat hij een kort  lijntje heeft met de gezondheidsminister?

En terwijl ik dit allemaal zit te bedenken, luister ik in mijn eentje naar Omroep Horst aan de Maas. Er is niemand thuis, behalve ik. Het voelt een beetje alsof ik in quarantaine zit. Op de radio hoor ik Lyn Collins ‘You better think’ zingen. Ik denk dat ze gelijk heeft. Het zou beter zijn als we allemaal zelf zouden nadenken. En een uurtje geleden draaide Paul Knorr het nummer ‘Ruimte’ van Stef Bos. Een zin daaruit spreekt me erg aan: De weg naar de stilte gaat dwars door de storm. Ook Stef heeft gelijk. We zullen door deze storm heen moeten, op weg naar de stilte. Gelukkig is het bijna lente. 

Hieronder de nummers ‘Ruimte’ en ‘Think’. Om even bij na te denken…

‘Think’ van Lyn Collins
‘Ruimte’ van Stef Bos

Vingerafdrukken

condoleancesWe kregen ze 19 mei vorig jaar. De vingerafdrukken van Trudy. Samen met de gedachtenisprentjes die over waren en de condoleancekaarten die waren afgegeven. Ik heb ze opgeborgen in een grote big shopper, waarin ook twee fotoalbums van Trudy waren bewaard. Daar heb ik vandaag eens doorheen gebladerd, bijna een jaar na haar overlijden. Het is stille zaterdag.

In de foto’s zie ik bij vlagen heel duidelijk de handtekening van Trudy. Veel foto’s van Bandit, haar hondje, en tegelijk haar steun en toeverlaat. Foto’s van haar flatje, vanuit verschillende standpunten. Uitkijkjes vanuit het raam of door de geopende voordeur. Soms wat wolken. Of een winterse aanblik van de straat waar ze woonde. En tussendoor van plekjes die ze waarschijnlijk  op haar wandelingen met Bandit door Horst opmerkelijk vond.

Op stille zaterdag, de dag voor Pasen, lees ik een mail van haar dochter. Ze wil van de vingerafdrukken een herinneringssieraad laten maken. Ik ga zorgen dat ze de originele vingerafdrukken krijgt. Uiteraard. Op 13 mei overleed haar moeder. Nu bijna een jaar geleden. Op haar sterfdag, over een week of vier, gaan we daar met z’n allen aandacht aan besteden. Het initiatief komt van haar dochter. In de mail stelt ze voor om op die dag aan Trudy’s laatste wens te gaan voldoen en ze nodigt ons daar voor uit.

In de vroege ochtend van de eerste Paasdag overdenk ik het bovenstaande. Ik heb het gedachtenisprentje er nog eens bijgepakt en kijk opnieuw naar de teksten die ik gisteren in de condoleancekaarten las. Woorden, die een jaar later nog steeds voor troost zorgen. Indringende zinnen van medeleven, op die ene dag van het jaar dat er wel meer mensen uit de dood zijn opgestaan. In symbolische zin denk ik dat het daarom best toepasselijk is om juist vandaag deze herinnering aan haar te delen.

Maar ik wil vandaag ook gebruiken om iedereen te bedanken die Trudy in haar leven heeft bijgestaan. Waardering uit spreken voor iedereen die er voor haar was, op welke manier dan ook. Er voor haar waren in de verschillende momenten in haar leven. Juist vandaag wil ik hen oprecht bedanken voor hun aandeel daarin. De foto’s in haar albums wijzen in heel veel richtingen. Niet alleen de onderwerpen van haar foto’s, maar in veel situaties ook de plek waar ze stond toen ze de foto nam. Zo zie ik achteraan in haar album een drietal foto’s waar ik zelf op sta. Trudy heeft ze gemaakt. Vanaf de ‘zijlijn’, terwijl ik aan het presenteren ben voor een grote groep mensen op het Wilhelminaplein.

Fotograaf: Trudy van den Munckhof

Vanaf de zijlijn. Aan de rand van de grote groep mensen voor me. Op een gepaste afstand van de zangers en zangeressen achter me. Misschien wel onopgemerkt. Als een vluchtige voorbijganger, die even stilstaat bij een moment in haar leven en dat vastlegt. Het raakt me. Ik voel dat ik nu vooral naar de plek op de foto’s kijk, waar Trudy moet hebben gestaan toen ze de foto nam. Ik voel haar aanwezigheid daar en tegelijk ook haar aanwezigheid nu ter plekke.

Daar heb ik haar toen niet gezien. Maar zij mij wel. Nu ‘zie’ ik haar en stel ik me voor dat zij, net als toen, van een afstand naar me kijkt. Zoals ze hopelijk ook anderen blijft zien. Met mijn vingers wrijf ik mijn ogen droog. Haar vingerafdruk is zoveel meer dan zwarte lijntjes op papier. Ze is het zelf die indruk maakt. Het is eerste paasdag, 16 april 2017. En heel even heb ik de hemel in mijn hoofd.

Ontmoeting en afscheid

Vier jaar geleden geschreven, in een rubriek die ‘de draai van Geert’ heette. Een verhaal om even bij stil te staan. De titel is nieuw. De rest van alle tijden…

Ze zaten naast elkaar, op barkrukken aan een tafeltje. Een mooi stel om te zien. Eigenwijs kleurige kleding. Veel rood. Druk in gesprek verwikkeld en af en toe nippend van een lekker glas bier. Een tafereel met een warme uitstraling. Het was op een donderdagavond. Het kleine cafeetje in het centrum van Horst was gezellig vol. Een grote groep volleybalrecreanten had deze avond uitgekozen voor hun nieuwjaarsborrel. Ik was er daar één van. Meteen bij binnenkomst zag ik ze. Niet voor het eerst trouwens. Ik kende hen en hun vaak wat frivole, uitbundige uitstraling was me al vaker opgevallen. Alleen vanavond was daar iets vreemds mee aan de hand. Twee dagen eerder was zijn oudste broer voor de trein gesprongen.

Ik ben bijna meteen naar hen toegelopen en heb ze gecondoleerd. Als je het over ‘een draai geven aan’ hebt, dan was dit zo’n situatie. Want ik heb even getwijfeld of ik hen moest ‘storen’ met mijn medeleven. Even schoot het door me heen dat zij misschien juist samen de situatie in gepaste eigenheid wilden beleven. Het contrast gaf echter de doorslag. Zij met z’n tweeën en wij met de groep. Op nog geen twee meter van elkaar. De onwerkelijkheid stond als het ware zo dicht bij de realiteit van alledag dat ik eigenlijk niet anders kon of anders wilde.

Hij gaf een stevige hand. Ook warm. Heel veel woorden hebben we niet gewisseld. Dat was ook niet nodig. Heel kort raakte het nieuwe jaar de afgelopen twee dagen. En dat was goed. Die avond hebben zij aan dat tafeltje nog een tijd met elkaar gesproken en hebben wij onze nieuwjaarsborrel verder afgenoten. Met een paar keer een schaal bittergarnituur die van hand tot hand ging. Gebroken fricandellen en ringen calamaris. Een vreemde combinatie, maar de kroegbaas was eigenlijk vergeten dat wij kwamen. Ook hij had er dus een draai aan moeten geven. Wonderwel gelukt overigens. Een stukje fricandel blijkt precies in het oog van een calamaris-ring te passen en dan kun je het ineens op heel veel manieren eten. Het toeval leidt soms tot aparte ervaringen.

Ik heb hen die avond niet zien vertrekken maar twee dagen later zag ik ze weer. Bij de begrafenismis. Hij vertelde over zijn broer. Het rode jasje kleurde mooi bij de glas-in-lood-ramen. Zijn verhaal was indrukwekkend. Woorden van warmte, waar af en toe een traan doorheen klonk, als de herinnering te dicht bij de onwerkelijke realiteit kwam. Momenten dat hij bij vlagen pijnlijk intens voelde dat het waar was. Ook het lot leidt soms tot aparte ervaringen. In de kerk een traan op je wang voelen omdat het allemaal zo verschrikkelijk waar is. En toch twee dagen eerder gewoon fricandel met calamaris…