Annie en Lowie…

Annie en Lowie, samen in herinnering…

Dinsdag 19 oktober mocht ik weer een dienst begeleiden. Heel speciaal om de kinderen te mogen begeleiden bij het afscheid van hun moeder. En niet alleen van hun moeder, maar ook, op een speciale manier, van hun vader. Hij is vorig jaar december in het ziekenhuis overleden aan corona. Zijn vrouw was daar niet bij, door een samenloop van omstandigheden, voornamelijk veroorzaakt door corona. De afscheidsdienst van vader was vorig jaar om die reden noodgedwongen heel beperkt van omvang.

Nu, bij haar eigen afscheid, stond de urn met de as van haar man dicht bij haar. We hebben de dienst aan hen beiden opgedragen en dat voelde heel speciaal. Zeker ook voor de familie van hem die vorig jaar niet, en nu wel aanwezig kon zijn. Het gaf de dienst als het ware een dubbele emotionele lading.

De dochters hebben me in de voorbespreking van de dienst geïnspireerd met de herinneringen aan hun moeder. Ik heb een aantal van die herinneringen in een lopende tekst mogen zetten en heb daar toen ook een gedicht bij gemaakt. Omdat afscheid van je moeder of vader een universeel thema is, heb ik die tekst en het gedicht hieronder gedeeld. Met toestemming van hun kinderen.

De cirkel is rond…

Een moeder draagt je met alle liefde 9 maanden. Ze voelt je eerste schopjes, je eerste bewegingen. Ze helpt met je eerste pasjes. Plakt pleisters op kapotte knieën en veegt je tranen af. Je bent nog  klein, met nog maar kleine zorgen. Dan groei je op en helpt je moeder je om een goede start te maken in de grote wereld.

Ze zorgt dat je goed blijft eten en behoedt je voor vallen. En als je valt, dan helpt ze je opstaan. Ze beschermt je bij keuzes en ziet je langzaam volwassen worden. Ze laat je steeds losser, maar ligt toch elke nacht nog wakker als je op stap gaat. Ze ziet je het huis uitgaan en een eigen leven opbouwen. Maar ze is er altijd als je advies nodig hebt.

Ze is er als je zelf kinderen krijgt, die je 9 maanden hebt gedragen. Ze herkent je verhalen over de eerste schopjes die je voelt. Je moeder wordt oma en de kinderen zijn weer klein. Ze helpt haar kleinkinderen bij de eerste pasjes, zoals ze het bij jou ook al deed.

En langzaam verschuift de tijd. Haar grote wereld wordt weer kleiner, terwijl de jouwe nog groeit. Je  laat je eigen kinderen steeds losser, maar ligt ‘s nachts wakker als ze op stap gaan. Zo moet je ook langzaamaan je eigen moeder loslaten. Kleine zorgen worden grote zorgen.

De dood van haar man hakt er behoorlijk in. Eet ze nog wel goed? Ze zal toch niet vallen? Je poetst ook haar tranen. Je bent voor je moeder wat zij voor jou was. Je moeder die alles wist, maar steeds meer vergeet. Je ziet je moeder het huis uit gaan en je moet haar, beetje bij beetje, steeds meer loslaten. 

In de liefdevolle omgeving van Hof te Berkel 21 kan je toch weer lachen, ook al valt het vaak niet mee en poets ik weer je tranen. Denk ik aan kapotte knieën en jouw verhalen over mijn eerste pasjes. Hoe trots je op ons was en hoe trots ik op jou ben.

Nu moeten we je definitief loslaten, maar blijf ik aan je denken. Soms voel ik dan tranen en denk aan die van jou. Maar vooral wil ik denken aan de lach om je mond. Van moeder tot moeder. De cirkel is rond.

Voor de kinderen, kleinkinderen en familie van Annie en Lowie. En voor iedereen die hen beiden gekend heeft…

Twan…

Voor Twan en Resi, hun kinderen en kleinkinderen en iedereen die hen kent.

Mart…

Maandag 13 september heb ik de afscheidsdienst van Mart Klaassen mogen begeleiden. Eén dag na zijn overlijden werd in hetzelfde ziekenhuis een tweeling geboren. Mart wist dat hij er twee achterkleinkinderen bij kreeg. En misschien heeft hij op de een of andere manier hun namen, Livia en Renzo, ook nog wel meegekregen. Met opa en oma verbonden voor altijd. Het gedicht, dat ik namens de kinderen en kleinkinderen schreef, verwoordt de samenloop van omstandigheden.

Voor zijn dochters Suzie en Veronique, schoonzonen Wim en Anthony, kleinkinderen Lotte, Lisan, Willem, Quinty en Maud en achterkleinkind Chloé. En voor iedereen die Mart mist.

De stiën

ge kóst um amper drage
di stiën 
dao beej ut hek

en toch
mós ie d’r kome
dí stiën
dáó
óp dié plek

wao appelbuüm gaon gruie
nag lang nao ów vertrek

die plek
die mós ut waere
ów favoriete stek

geej gruit nou 
mit dun boëmgaard mei
geft kleur 
án graas en groond

die moëie plek
heer beej de stiën
maakt aal wát waor
wer roond

Horst, 18 september 2021

—————————————–

Chrit Hoeijmakers

De steen

Je kon hem amper dragen
die steen
daar bij het hek

en toch
moest die er komen
díe steen
dáár
op díe plek

Je groeit nu
met de boomgaard mee
geeft kleur
aan gras en grond

die mooie plek
hier bij de steen
maakt al wat was
weer rond